Complexgegevens

Complexnummer
508732

Omschrijving

Inleiding

De buitenplaats `Aardenburg' is in 1860 door de Amsterdamse bankier J. van Eeghen gesticht. Het terrein is vermoedelijk door de tuinarchitect en boomkweker Jan Copijn, vanaf 1860 getransformeerd tot een sober landschapspark, met glooiende weiden rondom het huis, een serpentinevijver voor het huis, slingerpaden en bospartijen. In 1861 werd met de bouw van het landhuis begonnen. Het ontwerp was van architect L.H. Eberson. Dit huis had een vrijwel vierkante plattegrond, was twee bouwlagen hoog onder een met pannen gedekt afgeplat schilddak.

Het bezit is in de jaren 1874 en 1897 uitgebreid. In 1874 met aankopen van stukken grond die aan Huis Doorn toebehoorden en in 1897 werd een uitbreiding aan de westzijde gerealiseerd met gronden die toebehoorden aan Moersbergen. In 1902 is door S.P. van Eeghen aan Hendrik Copijn de opdracht gegeven het park te reorganiseren en het landschappelijk deel van het park te vergroten. Copijn nam het ontwerp van zijn vader als uitgangspunt en verlengde de vijver aan de westzijde van het huis en leidde deze door een parkbos in een kunstmatig gevormd heuvellandschap waarin kunstmatige rotspartijen, slingerpaden, bruggen en een `ravijn' zijn aangelegd.

Het oostelijk deel van het park is ingericht met een weide en een rozentuin. In de nabijheid daarvan stonden een speelhuisje en een theehuisje. De beplanting werd uitgebreid met vele inheemse en uitheemse boom- en struiksoorten. Vrijwel tegelijkertijd werd ook een aanvang genomen met de uitbreiding en interne verbouwing van het landhuis door de Amsterdamse architect C.B. Posthumus Meyjes. De uitbreiding aan de zuid- en oostzijde is in de stijl van het bestaande landhuis uitgevoerd. Het oorspronkelijk bouwvolume is nog gedeeltelijk herkenbaar gebleven.

In 1946 kwam het terrein en huis in handen van het Ministerie van Defensie, dat de buitenplaats Aardenburg tot een herstellingsoord voor militairen bestemde. In 1947 begon men met de bouw van een twaalftal paviljoens in het oostelijk deel van het park welke buiten de bescherming vallen. Ook het park rond deze paviljoens valt buiten de bescherming.

Omschrijving

De te beschermen BUITENPLAATS AARDENBURG wordt aan de westzijde begrensd door de Pittesteeg, aan de noordzijde door de Driebergsestraatweg, aan de oostzijde door de kadastrale perceelsgrens en aan de zuidzijde door de Molenweg. Binnen de genoemde begrenzing bevinden zich de volgende, voor bescherming in aanmerking komende complex-onderdelen:

1. het landhuis (rijksmonument 13266) 2. het park (rijksmonument 13266)

Waardering

De buitenplaats Aardenburg, met de hierboven genoemde complexonderdelen is van cultuurhistorische waarde vanwege de ontstaans- en bewoningsgeschiedenis en als voorbeeld van een negentiende eeuwse buitenplaats alsmede van grote ensemblewaarde als onderdeel van de Stichtse Lustwarande en vanwege de eenheid tussen landhuis en omringende park.