Complexgegevens

Complexnummer
514469

Omschrijving

Inleiding

Dit door architect, aannemer, meubel- en interieurontwerper CHRIS WEGERIF in 1909 ontworpen WOONHUIS DE ZEEUWSHE KNOOP [sic] met achtergelegen ATELIER uit 1913 werd gebouwd voor de met hem bevriende kunstenaar Pieter Puype. Puype, een beeldhouwer, was door burgemeester Tutein Nolthenius uit Vlissingen naar Apeldoorn gehaald om daar tekenles te komen geven. De detailleringen van het in- en exterieur van het huis verwijzen naar zijn afkomst en zijn vakgebied. Om onduidelijke redenen is de naam van het huis op de gevel verkeerd gespeld. Of dit een slordigheid of een weloverwogen keuze betreft, is niet bekend. De naam verwijst naar de zogenaamde Zeeuwse knoop, een gouden knoop die vroeger door visserslieden op het lijf werd gedragen om bij ongevallen te dienen als financiering voor de uitvaart. In de gevels en in het interieur zijn verder gestileerde onderdelen van de Zeeuwse klederdracht aangebracht.

Het pand bevindt zich aan de zuidzijde van de Burgemeester Tutein Noltheniuslaan in de parkachtig aangelegde villawijk. Rond het pand bevindt zich een kleine tuin die met een niet oorspronkelijk ijzeren spijlenhek van de straat gescheiden is.

Het woonhuis werd aan de achterzijde in 1913 voorzien van een atelier voor dezelfde opdrachtgever. In 1934 kreeg het pand een kleine uitbreiding van architect Gerrit de Zeeuw tegen de oostelijke zijgevel. Behalve het atelier bevindt zich op het achtererf ook nog een klein gepleisterd schuurtje met een zadeldak en een in baksteen uitgevoerde plint. Dit schuurtje valt niet onder de bescherming.

Het werk van Wegerif draagt het stempel van de Nieuwe Kunst. Er zijn ondermeer invloeden van de Engelse Arts and Craftsbeweging, de Weense Sezession en de Art Nouveau uit te herleiden. Wegerif was een voorstander van de integratie van de toegepaste kunsten in de architectuur. Samen met Johan Thorn Prikker en John Th. Uiterwijk richtte hij daarom in Den Haag in 1893 de landelijk bekend geworden kunsthandel 'Arts and Crafts' op. In het algemeen tendeert zijn werk naar eenvoud, functionaliteit en naar een sobere maar doordachte ornamentering.

De architect Chris Wegerif (1859-1920) was afkomstig uit een belangrijke architectenfamilie. Naast Chris was ook zijn neef, Ahasverus Hendricus Wegerif (1888-1963), een bekend architect. Beide ontwierpen ondermeer in Apeldoorn en onafhankelijk van elkaar diverse panden. De huizen van Chris Wegerif zijn totaalconcepten. Zo ontwierp hij ook vaak betimmeringen, haardpartijen, meubelen en soms ook de tuin. Zijn vrouw Agathe ontwierp ondermeer gordijnen en meubelstofferingen. De huizen van Chris Wegerif worden bijna allemaal gekenmerkt door vierkante of rechthoekige plattegrondvormen met verzelfstandigde eindgevels. De meestal witgepleisterde gevels hebben een gesloten karakter, dat gedeeltelijk wordt gecompenseerd door opengewerkte overgangsgebieden als erkers, terassen, loggia's en balkons. In het interieur is het gebied rond de haardpartij belangrijk. Dit gebied werd als het belangrijkste deel van het huis gezien.

Waardering

WOONHUIS met bijzonder INTERIEUR en achtergelegen ATELIER, ontworpen door CHRIS WEGERIF in 1909 en 1913.

- Van architectuurhistorische waarde als goed en vrij gaaf bewaard gebleven ensemble, bestaande uit een voor een kunstenaar ontworpen woonhuis met een daarachter gesitueerd atelier. Het woonhuis is ontworpen in een bouwstijl die typerend is voor de bekende architect C. Wegerif. Zijn werk is te kenmerken als Nieuwe Kunst waarin ondermeer invloeden van de Engelse Arts and Craftsbeweging, de Weense Sezession en de Art Nouveau te herkennen zijn. Het aan de straat gesitueerde woonhuis met atelier is van groot architectuurhistorisch belang. Het ensemble is tevens van belang binnen het oeuvre van architect Wegerif die in samenwerking met beeldhouwer Pieter Puype dit concept tot uitvoer heeft gebracht. De aanwezigheid van diverse door Puype en Wegerif ontworpen interieurelementen zijn tevens van kunsthistorisch belang. Zo zijn de glas-in-loodramen van uitzonderlijke kwaliteit en zijn ook het ontwerp voor de schouw en voor de reliëfs van hoge kwaliteit.

- Van stedebouwkundige waarde als karakteristiek ensemble temidden van diverse in dezelfde periode ontstane panden. Hierdoor is er sprake van een belangrijke ensemblewaarde als karakteristiek onderdeel van de bebouwing in dit gebied. De historische panden vormen samen met de vele particuliere en openbare groenelementen een aantrekkelijk en waardevol straatbeeld.

- Van cultuurhistorische waarde als door een belangrijk architect ontworpen woon/werkpand voor een in Apeldoorn en omstreken bekend beeldhouwer en als voorbeeld van een doordacht totaalontwerp waarin diverse vormen van toegepaste kunst zijn toegepast. Deze manier van ontwerpen (totaalconcept) was typerend voor deze periode in de architectuurgeschiedenis.