Complexgegevens

Complexnummer
515542

Omschrijving

Inleiding

Voornaam, voor de streek van de Liemers kenmerkend, op een terp gelegen BOERDERIJCOMPLEX genaamd de GEERLINGSHOF' in de huidige vorm ca.1872-1874 herbouwd met stijlkenmerken van het Eclecticisme waarbij sprake is van de toepassing van zowel aan het Romaans, als de Gotiek en het Classicisme ontleende elementen. Het complex omvat de volgende onderdelen: 1. T-BOERDERIJ met aangebouwde VARKENSCHUUR annex BAKHUIS 2. Vm. GRAANSCHUUR Het op het zuiden gelegen voorhuis dateert in de huidige vorm waarschijnlijk evenals het achterhuis en de bijschuur uit de jaren 1872-1874. De bouwplaats zelf is belangrijk ouder. Het zou het derde opéénvolgende complex zijn nadat een eerdere boerderij rond 1770-80 verwoest was door een overstroming. In het voorhuis en de aangebouwde varkensschuur annex bakhuis komt hergebruikt ouder materiaal voor, zoals een 18de eeuws venster en eiken sporen. Onder het bakhuis bevindt zich nog een kelder met tongewelf die al in 1770 aanwezig zal zijn geweest en mogelijk zelfs nog aanzienlijk ouder is. Onder het voorhuis bevindt zich een door vier troggewelven overkluisde kelder waarvan de twee meest westelijk kelders uit de jaren 1872-1874 dateren en de twee oostelijke kelders mogelijk nog een zeventiende eeuwse kern bezitten. Deze kelders vormen de oudste delen van het complex. Vermoedelijk bevindt zich in de boerderij nog muurwerk dat eveneens ouder is dan de jaren 1872-1874.

De in een eclectische trant gebouwde boerderij valt onder meer op door aan het Romaans, de Gotiek (bedrijfsgedeelte) en het Classicisme (voorhuis) ontleende detaillering. Kenmerkend voor de gevels zijn onder meer de toepassing van rondboogvensters met wenkbrauwboogjes met gietijzeren meerruits van traceerwerk voorziene stalramen. Deze wijze van detaillering treft men voornamelijk aan in de Liemers, de Ooypolder bij Nijmegen en de aangrenzende delen van Duitsland. De boerderijbouw is in deze streken in de tweede helft van de negentiende eeuw stilistisch en constructief sterk beïnvloed door die in de Duitse grensstreek. De boerderij heeft in de loop der tijd een aantal wijzigingen ondergaan. Deze betreffen het vervangen van de schuiframen van de verdieping van het voorhuis door stolpramen en het vergroten van de staldeuren in de achtergevel. In de voorgevel van de graanschuur zijn twee deeldeuropeningen en twee hooiluikopeningen dichtgezet. Verder is oorspronkelijke dakbedekking met pannen van het achterhuis en de graanschuur vervangen door golfplaten. Op de overige zich op het terrein bevindende schuren is de bescherming van rijkswege niet van toepassing.

Het complex de GEERLINGSHOF is gelegen midden in het lage, door de Herwensedijk, Boterdijk en 's Gravenwaardsedijk omsloten gebied, dat in het verleden regelmatig onder water stond. Tegenwoordig loopt de nieuwe Batavenweg langs de oostzijde van de hereboerderij. Deze scheidt de uitbreidingswijken van Lobith van het buitengebied en de boerderij. De boerderij en de graanschuur liggen in elkaars verlengde evenwijdig aan de Batavenweg. Aan de zuidkant wordt het complex begrensd door een langwerpig, aan de oevers dichtbegroeid water. Het grondgebied van de gemeente Rijnwaarden wordt gekenmerkt door hoge landschappelijke en natuurwaarden. Hoewel de hoofdtoegang tegenwoordig aan de zijde van de Batavenweg gelegen is benaderde men oorspronkelijk het complex vanaf een ten westen hiervan gelegen nu nog bestaande weg. Aan de weg bevindt zich nu nog een giet- en smeedijzeren inrijhek ter hoogte van het voorhuis geplaatst tussen bakstenen kolommen. Aan de zijde van de Batavenweg bevindt zich een smalle toegangsweg tot het complex waaraan zich aan de zijde van het voorhuis van de boerderij bevinden zich een giet- en smeedijzeren toegangshekje geplaatst tussen twee bakstenen, van een gecementeerde tentdakvormige afdekking voorziene, kolommen. Voor het voorhuis is een kleine parkachtige tuin gelegen waarin zich diverse oude bomen bevinden waaronder een linde.

Waardering

BOERDERIJCOMPLEX genaamd de GEERLINGSHOF', in de huidige vorm ca.1872-1874 herbouwd met stijlkenmerken van het Eclecticisme, bestaande uit een T-BOERDERIJ met aangebouwde VARKENSCHUUR annex BAKHUIS en een voormalige GRAANSCHUUR

- Van architectuurhistorische waarde als een zowel voor wat betreft het exterieur als het interieur vrij gaaf bewaard voorbeeld van een T-boerderij met bijschuur uit het derde kwart van de negentiende eeuw gebouwd in een Eclectische stijl die zowel gebruik maakt van aan het Romaans en de Gotiek ontleende elementen als aan het Classisme ontleende vormen. De verschijningsvorm van de boerderij en de schuur is representatief voor de ontwikkelingen in de boerderijbouw in de Liemers, de Ooypolder bij Nijmegen en in het aangrenzende Duitse grondgebied in de tweede helft van de negentiende eeuw. Het complex vormt in het Nederlandse deel van dit gebied een van de voornaamste voorbeelden van een dergelijk boerderijcomplex. Het complex is van belang vanwege de hoogwaardige esthetische kwaliteiten van het ontwerp. Deze kwaliteiten komen onder meer tot uitdrukking in de opvallende detaillering en in het materiaalgebruik zoals de toepassing van tandlijsten, wenkbrauwboogjes en meerruits gietijzeren stalramen met traceerwerk. Het interieur van de gebouwen bezit nog meerdere oorspronkelijke onderdelen.

- Van stedenbouwkundige waarde als onderdeel van het historisch gegroeide waardevolle landschappelijk gebied tussen Herwen en Tolkamer waarbinnen de gebouwen door hun ligging op een reeds eeuwenlang bebouwde terp en de massieve bouwmassa's een opvallend en sterk beeldbepalend element vormen en als zodanig van bijzondere betekenis zijn voor het aanzien van dit gebied.

- Van cultuurhistorische waarde als uitdrukking van de sterk onder Duitse invloed staande typologische en stilistische ontwikkelingen in de boerderijbouw in de tweede helft van de negentiende eeuw in de streek gevormd door de Liemers en de Ooypolder. Als zodanig heeft het complex een zekere zeldzaamheidswaarde. Als zodanig heeft het complex een zekere zeldzaamheidswaarde. Het complex is tevens van belang vanwege zijn bestemming en verschijningsvorm welke nauw verbonden is met de sociaal-economisch ontwikkelingen in de agrarische sector in de tweede helft van de negentiende eeuw in het gebied tussen de Oude Rijn en de Rijn.