Complexgegevens

Complexnummer
518019

Omschrijving

Inleiding

Museumcomplex "Czaar Peterhuisje" bestaande uit vier onderdelen: het CZAAR PETERHUISJE, de rondom het houten huisje opgetrokken MUSEUMHAL, de naastgelegen CONCIERGEWONING en de ERFSCHEIDING rond het complex. Het aan de westzijde van het Krimp gelegen museumcomplex werd gebouwd in 1896-1897 naar ontwerp van de Amsterdamse architecten G.B. Salm (1831-1897) en zijn zoon A. Salm (1857-1915). Opdrachtgever was tsaar Nicolaas II wiens vader Alexander III het aan het Krimp gelegen czaar Peterhuisje in 1886 ten geschenke had gekregen van koning Willem III. Het omstreeks 1632 gebouwde houten huisje, waar Peter de Grote tijdens zijn verblijf in Zaandam in 1697 logeerde, was in 1818 aangekocht door koning Willem I als geschenk voor zijn schoondochter Anna Paulowna die er, om verder verval tegen te gaan, een stenen ombouw om liet plaatsen. In 1865 volgde een tweede (houten) ombouw die vervangen werd door de huidige in eclectische stijl gebouwde hal.

Omschrijving

Het op een nagenoeg rechthoekig terrein gesitueerde museumcomplex "Czaar Peterhuisje" bevat vier afzonderlijke onderdelen: het czaar Peterhuisje, de rond het huisje opgetrokken museumhal met de (hoofd)ingang aan het Krimp, de op geringe afstand links (Z) hiervan en direct aan de straat gesitueerde conciërgewoning met de ingang halverwege de rechterzijgevel (N), en de erfscheiding rond het museumcomplex bestaande uit een hek en poortje aan de voorzijde en tuinmuren ter weerszijden van het museumterrein. Alle drie gebouwen hebben een rechthoekige plattegrond en een zadeldak met de noklijn haaks op de straat. De conciërgewoning telt twee bouwlagen, de museumhal en het czaar Peterhuisje zijn beide één bouwlaag hoog. Op het dak van de museumhal en de conciërgewoning liggen rode geglazuurde kruispannen. Het czaar Peterhuisje is gedekt met rode Hollandse pannen en heeft wanden van gepotdekselde en staande delen. De museumhal is opgetrokken in oranjerode baksteen (deels verblendsteen) met banden en blokken van contrasterende gele verblendsteen, de conciërgewoning in rode baksteen met eveneens banden en blokken van gele verblendsteen. In tegenstelling tot de conciërgewoning is bij de museumhal naast baksteen ook natuursteen toegepast: hardsteen voor onder meer de lekdorpels, de plint van de voorgevel en de omlijsting van de voordeur, en rode Bremer zandsteen voor de aanzetkrullen van de ontlastingsbogen van de vensters.

Het enkele meters diepe voorterrein van de museumhal wordt door een smeedijzeren hek waarin een dubbele toegangspoort van de openbare weg gescheiden. De hardstenen hekpijlers worden evenals de voor- en achtergevel van de museumhal bekroond door een in hardstenen uitgevoerde Russische kroon. Tussen het hek en de conciërgewoning bevindt zich een gemetseld poortje. Om brandgevaar zoveel mogelijk tegen te gaan zijn langs de zijkanten van het museumterrein circa drie meter hoge tuinmuren gemetseld van rode baksteen met banden van oranjerode verblendsteen.

Waardering

Het museumcomplex "Czaar Peterhuisje" bestaande uit een houten woonhuis, een museumhal, een conciërgewoning en de bijbehorende erfscheiding is van algemeen belang wegens cultuur- en architectuurhistorisch waarde als gaaf bewaard voorbeeld van een 17de-eeuws houten woonhuis en van een museumcomplex uit de jaren '90 van de 19de eeuw, opgetrokken in eclectische stijl. Het houten huisje is van historische waarde omdat Peter de Grote hier in 1697 logeerde om de Zaanse scheepsbouw te kunnen bestuderen. Het museumcomplex is tevens van belang als karakteristiek onderdeel uit het oeuvre van de architecten G.B. en A. Salm.