Complexgegevens

Complexnummer
519341

Omschrijving

Inleiding

Dit voor de gemeente Rheden bijzondere en gaaf bewaarde monumentale LANDHUIS met omringende parkachtige TUIN werd in 1914 ontworpen door de architecten Freem en Bremer. Naar verluidt had de opdrachtgever een fortuin vergaard door de handel in bloemen en fruit. Ir. G.C. Bremer (1880-1949) was o.a. tijdelijk adjunct-directeur van de dienst Gemeentewerken in Arnhem en later rijksbouwmeester. In Arnhem ontwierp Bremer o.a de Verschuerbuurt (1911) en de H.B.S. voor meisjes (1915) aan de Apeldoornseweg 210. In Den Haag werden naar zijn ontwerp de voormalige gebouwen van de Centrale Directie der P.T.T. (1920) aan de Kortenaerkade gebouwd. In samenwerking met ir. A.R. Freem ontwierp hij verschillende landhuizen waaronder het huis Klein Engelenburg te Brummen.

Het is niet bekend wie de tuin ontworpen heeft. Deze zou ontworpen kunnen zijn door de tuinarchitect D.F. Tersteeg die in deze jaren ondermeer de tuinen ontwierp voor de Schweer bey der Beckestichting van architect C.B. Posthumus Meyes in Dieren of door de tuinarchitect L. Springer. Het complex is gelegen op een groot rechthoekig perceel aan de westzijde van de Rozendaalselaan en wordt links begrensd door de Da Costalaan en rechts door de PC Hooftlaan. Aan de achterzijde is het park door middel van een smalle met woonhuizen bebouwde strook gescheiden van de Enkweg. De achter het landhuis gelegen deels gewijzigde garage valt niet onder de bescherming van rijkswege.

Omschrijving

Het statige huis vormt een goed voorbeeld van de, voor de periode rond de eerste Wereldoorlog kenmerkende, Heroriëntatie op traditionele bouwwijzen. In het bijzonder is er sprake van invloeden van de Engelse landhuisarchitectuur uit het laatste decennium van de 19de eeuw. Het laatste is o.a. terug te vinden in de fraaie hoog opgaande schoorstenen in neo-Tudor trant en de erker met vakwerk (bay-window) aan de voorzijde. Het ten opzichte van zijn omgeving iets hoger gelegen landhuis wordt omringd door een tuin in de Nieuwe Architectonische tuinstijl terwijl het achterste deel van de tuin een bosachtig karakter heeft. Kenmerkend voor deze stijl zijn o.a. de toepassing van zichtassen, symmetrie en niveauverschillen waarbij diverse verdiept of juist hoger gelegen delen d.m.v. trapjes verbonden worden. Voor het huis bevindt zich een ruime halfronde oprijlaan. De tuin wordt ter hoogte van de voor- en zijgevels van de weg gescheiden door een ligusterhaag.

Waardering

Architectuurhistorische waarden:

- Het complex is van belang omwille van de bijzonder gaaf bewaarde hoofdvorm, de opvallende en bijzondere detaillering en het materiaalgebruik van het landhuis. Hierbij kan verwezen worden naar de fraaie gemetselde schoorstenen en de loggia met Toscaanse zuilen op de verdieping.

- Het complex vormt voor wat betreft het landhuis het belangrijkste voorbeeld in de gemeente Rheden van een in de trant van de, voor de periode rond de eerste Wereldoorlog kenmerkende, Heroriëntatie op traditionele bouwwijzen gebouwd landhuis waarbij tevens sprake is invloeden van de Engelse landhuisstijl.

- Het complex is van belang vanwege het bijzonder gaaf bewaarde en rijk uitgevoerde interieur van het landhuis .

- Het complex is van belang vanwege de vrij gaaf bewaarde in de Nieuwe Architectonische tuinstijl uitgevoerde tuin.

- Het complex is van belang voor het oeuvre van de architecten ir A.R. Freem en ir G.C. Bremer.

Stedebouwkundige waarden:

- Het complex, gelegen aan de westzijde van de Rozendaalselaan vormt een karakteristiek en beeldbepalend onderdeel van de villabebouwing aan de Rozendaalselaan uit de periode voor 1940 en is van bijzondere betekenis voor het aanzien van het dorp Velp.

Cultuurhistorische waarden:

- Het complex is van belang als een herkenbaar element uit een maatschappelijke ontwikkeling. Het landhuis geeft een duidelijk beeld van de huisvesting van een nieuwe kapitaalkrachtige elite die zich in de late negentiende eeuw en de vroege twintigste eeuw bij voorkeur vestigde in kapitale villa's buiten de stad in een omgeving met veel natuurschoon. Goede verbindingen met een stad zoals in dit geval Arnhem alsmede met het westen van het land waren echter wel vereist. Deze nieuwe bevolkingsgroep droeg ertoe bij dat het aanzien van het dorp Velp en de sociale gelaagdheid van de bevolking sterk veranderde.