Complexgegevens

Complexnummer
526725

Omschrijving

Inleiding

WONINGBOUWCOMPLEX voor de arbeidersklasse, bestaande uit etagewoningen, gebouwd in twee fases waarbij achtereenvolgens 42 en 118 woningen gerealiseerd werden, verdeeld over drie onregelmatig gevormde bouwblokken. Het complex is ontworpen in de stijl van het Rationalisme door de architecten H.P. Berlage (1856-1934) en J.C. van Epen (1880-1960) in 1913/1914 en in 1917/1918 gebouwd. Opdrachtgever was de Algemene Woningbouwvereeniging.

Omschrijving

Het complex is aangelegd rond een driehoekig verkeersplein en een rechthoekig plein met plantsoenaanleg in de Amsterdamse Staatsliedenbuurt. Het complex bevat de volgende onderdelen: - WOONBLOK A, gelegen aan de van Hallstraat 501-609; - WOONBLOK B, gelegen aan de Schaepmanstraat 17-95 en De Kempenaerstraat 117- 163; - WOONBLOK C, gelegen aan de Schaepmanstraat 88-170. Bouwblok A heeft een langwerpige plattegrond, de bouwblokken B en C zijn op een samengesteld grondvlak uitgelegd. De gevels zijn opgetrokken in baksteen (Vlaams verband). De vierlagige woonblokken hebben, met oranje holle pan gedekte, (geknikte) zadeldaken. In de nokas komt ter plaatse van de scheidingsmuren van de woningen een schoorsteen voor. De zolders hebben kamers die bij de woningen horen. De etagewoningen zijn gebouwd in een rationele bouwtrant met repeterende elementen. De woningen zijn geschakeld rond een gezamenlijk trappenhuis en deze aanleg vormt het uitgangspunt van een standaardschema, ieder blok met een eigen variant. Blok A heeft traveeën met driezijdige erkers over de hele hoogte afgewisseld met driezijdig teruggerooide traveeën, waarin zich inpandige portieken met trappenhuizen bevinden. Blok B heeft dezelfde traveeën met trappenhuizen afgewisseld met traveeën met driezijdige erkers over de drie verdiepingen. Blok C heeft hetzelfde schema als A maar gecombineerd met driezijdige erkers over drie verdiepingen. De blokken B en C vertonen afwijkingen op het schema op de hoeken (vijfzijdige erkers) en in de centrale assen die schuin tegenover elkaar gelegen zijn. Door deze verbijzondering wordt het pleinvormig karakter van de Schaepmanstraat ter plaatse versterkt. Een opmerkelijk verschil is vervolgens de aanwezigheid van twee topgevels aan het begin en einde van de gesloten gevelwand in bouwblok B en aan het begin van blok C. De vensters hadden oorpronkelijk een achtruits basisroedenverdeling.

De dakkapellen (voor zover nog aanwezig) volgen het ritme en hebben één, twee of drie vensters. De hijsbalken bevinden zich boven de erker, dan wel boven het driezijdige bouwdeel binnen de rooilijn. Deze driezijdige bouwdelen hebben op de verdiepingsscheiding spaarvelden met ruitvormig siermetselwerk en worden, indien niet tot de begane grond doorgetrokken, gedragen door betonnen consoles. De gevels hebben een door een rollaag afgesloten trasraam. De vensters zijn gevat tussen uitgemetselde lekdorpels en een steens strek. Alleen tussen de vensters in de erker komt in de drie zijden een verdiept veld voor met siermetselwerk (in de van Hallstraat voorzien van gekantelde rode tegeltjes naast elkaar). De vensteras van het trappenhuis, met een door een betonlatei rechtgesloten entree heeft halverwege elke verdieping een gekoppeld draairaam. Tegen de daklijst sluit alternerend een (dichtgezet) venster aan.

De achtergevels hebben houten balkons met standvinken tussen gemetselde muurdammen, dan wel tussen blokvormige volumes van twee vensterassen breed, al dan niet voorzien van een topgevel.

Waardering

Woningbouwcomplex van de Algemene Woningbouwvereniging rond de Schaepmanstraat, van algemeen belang vanwege cultuur- en architectuurhistorische waarde, alsmede stedenbouwkundige waarde, als voorbeeld van grootschalige arbeiderswoningbouw uit de beginjaren van de twintigste eeuw, alsmede vanwege typologische waarde en ensemblewaarde. Het complex is tevens van belang als kenmerkend onderdeel van het gezamenlijk oeuvre van H.P. Berlage en J.C. van Epen.