Complexgegevens

Complexnummer
526920

Omschrijving

Omschrijving van het complex

In structuur en deels in detail gaaf bewaarde HISTORISCHE BUITENPLAATS RHIJNAUWEN met HOOFDGEBOUW (1), HISTORISCHE TUIN- EN PARKAANLEG (2), POORTGEBOUW (3), DUIVENTOREN (4), BRUG (5), ENSEMBLE van BOERDERIJ (6) "GOED TEN RIJN" met VEESCHUUR (6A) en SCHUUR (6B), THEEHUIS (7), ENSEMBLE van BOERDERIJ "HOFSTEDE RHIJNAUWEN" (8A) met ZOMERHUIS (8B).

De historische buitenplaats Rhijnauwen ligt ten zuidoosten van Utrecht in de gemeente Bunnik. De gronden van Rhijnauwen grenzen in het noorden aan het fort Rhijnauwen, in het zuiden en oosten aan agrarische gronden van derden en aan de bebouwde kom van Bunnik en in het westen aan landgoed Oud-Amelisweerd. Rhijnauwen vormt met de aangrenzende buitenplaatsen Oud- en Nieuw-Amelisweerd een aaneengesloten groen gebied met belangrijke landschappelijke en cultuurhistorische waarden. Genoemde buitenplaatsen zijn alle eigendom van de gemeente Utrecht, die de parken heeft opengesteld voor het publiek. Met name Rhijnauwen is in trek bij de recreant vanwege het centraal gelegen theehuis.

Het huidige Rhijnauwen gaat terug op bebouwing die vermoedelijk al voor 1212 tot stand kwam. De oudst bekende bewoner was Jacob van Lichtenberg. Via zijn dochter kwam Rhijnauwen in 1248 in handen van de familie Renesse. In 1449 werd het huis in opdracht van bisschop Rudolf van Diepholt verwoest, waarna een gedeeltelijke herbouw volgde. In 1536 werd het goed als riddermatige hofstede erkend. Het omgrachte gebouw bestond uit verschillende vleugels en torens rond een binnenplaats, was toegankelijk via een brug over de gracht en een poorttoren (pentekening R. Roghman en anonieme tekening). Op de omgrachte voorhof zouden een boerderij en een stal hebben gestaan. De huisplaats was bereikbaar via een oprijlaan uit noordelijke richting (de huidige Rhijnauwenselaan/Vossegatsdijk), welke niet loodrecht op het huis geprojecteerd was. Haaks op deze laan werden in de 16de en 17de eeuw drie dwarslanen aangelegd. De omringende gronden hadden tot ver in de 18de eeuw een utilitair karakter.

In opdracht van Melchior ten Hove, die vanaf 1718 op het landgoed woonde, werd het complexe middeleeuwse gebouw verbouwd tot het huidige blokvormige huis. Daarbij werd een deel (zuidoost) van het middeleeuwse gebouw in de nieuwbouw opgenomen, dit oudere muurwerk is als zodanig nog duidelijk herkenbaar. De symmetrische voorgevel werd geprojecteerd op de oude voorhof. In de loop van de 18de eeuw moet de boerderij op de voorhof gesloopt zijn en ging de stal op in het tegenwoordige poortgebouw dat ten noordoosten van het huis gebouwd werd. De duiventil dateert vermoedelijk uit dezelfde tijd. De zoon van Melchior ten Hove verkocht Rhijnauwen in 1773 aan Johan Balthazar Strick van Linschoten. De familie Van Linschoten is verantwoordelijk geweest voor de landschappelijke inrichting van het park. In de 19de eeuw werd de gracht tussen het hoofdgebouw en het voorplein gedempt en werd er ter plaatse van twee 'boomgaarden van vermaak' een landschappelijk parkje aangelegd. Vermoedelijk zijn er omstreeks dezelfde tijd slingerende wandelpaden aangelegd in het Jachtbos. Omstreeks 1900 werd achter het huis een formele tuin aangelegd, op de plaats waar in de 18de eeuw ook een dergelijke tuin had gelegen. Deze is in de loop van de 20ste eeuw weer verdwenen. In 1919 verkochten de nazaten van Johan Balthazar Strick van Linschoten, die sinds 1773 eigenaar en bewoner van Rhijnauwen waren geweest, de buitenplaats met de bijbehorende boerderijen aan de gemeente Utrecht. Deze richtte het hoofdgebouw in tot jeugdherberg (1933) en stelde het park open voor het publiek (1953).

Op de bij de omschrijving behorende kaart is de omgrenzing van het complex alsmede de aanduiding van de onderdelen aangegeven.

Voor de bescherming van ondergeschikt belang zijn de barakken en tennisbanen ten westen van het hoofdgebouw, de 'kinderboerderij' ten noordwesten van het hoofdgebouw en de parkeerplaatsen ten zuiden van het hoofdgebouw en ten noorden van het theehuis.

Waardering

De HISTORISCHE BUITENPLAATS RHIJNAUWEN is van algemeen cultuur-, architectuur-, en tuinhistorisch belang:

- vanwege de ouderdom;

- vanwege de ontwikkelingsgeschiedenis;

- vanwege het hoofdgebouw dat een representatief voorbeeld is van een 18de- eeuws patricierslandhuis;

- vanwege de bewaard gebleven interieurafwerking van het hoofdgebouw, daterend uit de 18de en 19de eeuw;

- vanwege de landschappelijke tuin- en parkaanleg met formele lanenstructuur;

- vanwege de recreatieve waarde.