NOORDOOSTELIJKE REEKS WINKELWONINGEN MET POORT, TOREN EN TRANSFORMATORHUISJE. De reeks winkelwoningen met poort uit 1926-28 is grotendeels symmetrisch opgezet, maar wijkt hierin af door de toren aan de Veeteeltstraat; aan de Brinkzijde telt de reeks twee bouwlagen waarin beneden vier winkels, afgewisseld door twee woningen met elk vier gekoppelde vensters - samen met de etalageruiten overkragen -, en boven een doorgaande vensterreeks in een spaarveld. Op de stompe straathoeken zijn twee lage volumes met winkels uitgebouwd, elk met ommuurd balcon, gescheiden door twee woningen, waarop de drie bouwlagen tellende bebouwing aan de noordwestzijde aansluit, met een ommuurd balcon op de tweede bouwlaag en een schoorsteen bij de insnijding op de hoek. De gevel aan de Landbouwstraat wordt verder geleed door de ingang met luifel (nr 51), die ook de zij-ingang (nr 49a) overhuift, links, door een zevental vensters op beide verdiepingen, en rechts boven de winkelingang (nr 53) een uitkragend bouwvolume met twee kleine vierkante vensters. De lichtgebogen gevel aan de Veeteeltstraat bezit naast het overkragende volume nabij de winkel - in oorsprong een cafe - een over twee verdiepingen uitkragend volume met op elke verdieping een reeks van zestien drielichten boven de gekoppelde ingangen, en wordt afgesloten door een toren met vier, deels vergulde, wijzerplaten, en een ingesnoerde en uitkragende cilindrische bekroning met tandlijst en dito spits in koper; de toren dient tevens als overhuiving van de oostelijke ingangsportiek (nr 106) met twee deuren, en wordt gesteund door een zwart/wit betegelde pijler op een hoge borstwering; bij de rechterzijgevel is de tweede verdieping teruggerooid, terwijl de gevel bij de eerste verdieping drie vierkante vensters bezit. De achtergevel van deze reeks heeft op de verdiepingen telkens staande vensters, in oorsprong drielichten.

Het aansluitende transformatorhuisje, zonder verdieping, heeft drie ventilatiegaten boven de ijzeren toegangsdeur en overigens blinde gevels.

De poortwoningen over de Brinkstraat worden gesteund door twee reeksen van vijf kolommen en platte balken die onder en boven zijn ingesnoerd ten gunste van naar de hogere middendoorgang uitstekende sierblokken; in de lage zij-doorgangen zijn de toegangsdeuren naar de poortwoningen (nrs 86, 88, 153, 155 (vh 93) opgenomen, die aan de noordoostzijde een gezamenlijke reeks van tien vensters bezitten en twee kleine vierkante vensters te weerszijden in de straatwand, waarop direct de uitgebouwde woningen aansluiten met eenmaal boven de verdiepte vierkante vensters uitkragende gevels, aan de noordwestzijde voorzien van een extra deur en aan de noordoostzijde de toegang in een portiek naar nr 84 en voorts een overhuifd balcon op de verdieping aan de noordoostzijde. Aangrenzend de lage vleugels in oorsprong bestemd voor respectievelijk een fietsenbergplaats, werkplaats en apotheeklaboratorium (westelijk) en een bakkerij en opslag (oostelijk) met hooggeplaatste verdiepte vensters in alle gevels, afgewisseld door twee - recente - dubbele garagedeuren en een etalageruit aan de poortzijde (nrs 151 vh 89, 82); de achtergevels zijn schuingerooid.