Registergegevens

Monumentgegevens

Monumentnummer
339217
Complexnummer
339207 - Elswout
Inschrijving register
Kadaster deel/nr
82818/125
Kadastrale aanduiding
Bloemendaal B 6492
Elswoutslaan 20, 2051 AE te Overveen

Omschrijving

HOOFDGEBOUW. Een der monumentaalste voorbeelden van op de 16e-eeuwse Italiaanse villa's geinspireerde 19e-eeuwse landhuizen in Nederland.

Groot vierkant gebouw van drie verdiepingen, in aanleg voorzien van een flauw hellend dak en van om een binnenplaats gegroepeerde vertrekken, dat, sinds de naar definitief ontwerp uit 1883 door C. Muysken begonnen bouw in 1884 was gestaakt, als onbewoonde blikvanger in het park diende tot het in de Tweede Wereldoorlog door en ten bate van de Duitse bezettende macht van een inwendige afwerking en een van het ontwerp afwijkend dak werd voorzien.

De in de stijl van de Italiaanse hoge renaissance opgetrokken, van oorspronkelijk door balustrades bekroonde middenrisalieten voorziene gevels vertonen een indeling in een sokkel, twee door een lijst gescheiden en door een in de risalieten van reeksen consoles in de kroonlijst voorzien hoofdgestel afgesloten, door getande hoekblokken omlijste verdiepingen en een hoge, eveneens door een hoofdgestel afgesloten, op de hoeken door van opgelegde panelen voorziene lisenen geaccentueerde attiekverdieping; de muurvlakken zijn van gepleisterde baksteen, de sierende delen van natuursteen.

De gevels vertonen verder ieder een eigen compositie, als volgt omschreven:DE ZUID OF INGANGSGEVEL, waarvan de sokkel met rusticawerk is bekleed heeft een ver uitstekende, boven een loggia op de hoofdverdieping overgebouwde middenrisaliet van drie traveeën en zijstukken, ieder van twee traveeen.

De via een frontale bordestrap toegankelijke loggia heeft op de scheiding der traveeen gekoppelde toscaanse zuilen en op de hoeken een dergelijke zuil gekoppeld met een vierkante toscaanse pijler, alle op lage sokkels; de afsluiting wordt gevormd door een hoofdgestel waarvan het fries boven genoemde steunen van triglyfen is voorzien. De achterwand wordt geleed door met de zuilen en pijlers corresponderende toscaanse pilasterparen; de (bredere) middentravee bevat de toegangsdeur, de zijtraveeen ondiepe rondboognissen, aan hun voet voorzien van convexe consoles.

Op de bovenverdieping worden de traveeen aan de voorzijde van de risaliet omlijst door gekoppelde ionische pilasters op hoge sokkels; dergelijke halve pilasters sluiten de zijkanten van de risaliet af. Deze bevat hier een breed middenvenster en vier smallere zijvensters, waarvan twee aan de zijkanten; deze vensters worden omlijst door toscaanse pilasters en bekroond door een zwaar hoofdgestel dat boven het middenvenster bovendien een gebogen fronton draagt. In de lambris-zone zijn onder de vensters balustrades aangebracht.

In de attiekverdieping bevat de risaliet eveneens paren ionische pilasters aan de voorzijde en dergelijke halve pilasters achter aan de zijkanten, waartussen met de traveebreedte corresponderende vensters in omgekorniste omlijstingen.

De zijstukken van de gevel bevatten op de hoofd- en bovenverdiepingen vensters in omgekorniste omlijstingen, waarvan die op de hoofdverdieping door lijsten en die op de bovenverdieping door gebogen frontons worden bekroond; de omlijstingen en bekroningen rusten op consoles; op de attiekverdieping zijn tussen plint en hoofdgestel vensters gevat die door toscaanse pilasters worden omlijst.

DE NOORDGEVEL die van souterrainvensters in de sokkel is voorzien, is vrijwel identiek aan de zuidgevel, maar heeft een minder diepe middenrisaliet die zowel op de hoofd- als op de bovenverdieping als loggia met onversierde achterwand is behandeld en wegens zijn geringere breedte in de middentravee slechts door enkele zuilen, resp. pilasters wordt geleed. De loggia's bevatten op elke verdieping drie eenvoudige vensters, waarvan het middelste beneden als tuindeur toegang geeft tot een gebogen bordestrap. De bovenste loggia is tussen de pilastersokkels van balustraden voorzien.

DE OOSTGEVEL is voorzien van een brede, slechts weinig uitspringende middenrisaliet van drie traveeën die op de hoofdverdieping door toscaanse en op de bovenverdieping en op de attiekverdieping door ionische gekoppelde pilasters worden omlijst en gescheiden, boven welke in het fries van het onderste hoofdgestel triglyfen zijn aangebracht. De risaliet bevat op de hoofdverdieping drie vensters, die de lambris-zone als tuindeuren doorbreken en daarboven in omgekorniste omlijstingen zijn gevat, en op de bovenverdieping drie gebogen frontons op consoles bekroonde omlijstingen; onder de vensters strekken zich tussen de pilastersokkels balustrades uit. In de attiekverdieping bevinden zich vensters als die in de zuid- en noordgevel.

De smalle zijgedeelten van de gevel bevatten ieder op elke verdieping een door toscaanse pilasters geleed en omlijst drielicht. Op de attiekverdieping beslaan deze venstergroepen de gehele hoogte tussen plint en hoofdgestel; op de hoofdverdieping zijn zij behandeld als tuindeur met zijvensters en bekroond door een lijst op consoles; op de bovenverdieping worden zij gedragen door consoles onder de pilasters en bekroond door een lijst op consoles die boven het middenvenster bovendien nog een gebogen fronton draagt.

Tegen de gevel sluiten de afzonderlijk omschreven terrassen aan.

De op een met rusticawerk beklede sokkel rustende WESTGEVEL onderscheidt zich sterk van de andere gevels door de aanwezigheid op de hoofdverdieping van twee vijfzijdige erkers tegen de zijgedeelten, waartussen een driezijdig naar voren springend, van balustrades voorzien en via een gebogen bordestrap toegankelijk terras is gevat. De gevel heeft verder een brede, weinig uitspringende middenrisaliet van vijf smalle traveeen die door enkele pilasters gescheiden en door gekoppelde pilasters omlijst worden; als in de andere gevels hebben deze pilasters op de hoofdverdieping toscaanse en op de overige verdiepingen ionische kapitelen. Op de hoofdverdieping bevat de risaliet een deur waarboven een festoen en te weerszijden twee omlijste rondboog-vensters (de binnenste vensternissen bevatten oorspronkelijk kleine rechthoekige venstertjes en waren voor het overige blind); op de bovenverdieping zijn vijf door hoofdgestellen bekroonde vensters waarvan de buitenste door toscaanse pilasters zijn omlijst en op balustrades in de lambris-zone rusten; de drie binnenste vensters vullen de gehele ruimten tussen de pilasters en liepen oorspronkelijk naar beneden dieper door; op de attiekverdieping bevat de risaliet smalle vensters van het type dat ook de andere gevels hier vertonen.

De zijgedeelten van de gevel worden op de hoofdverdieping ingenomen door de hierboven genoemde erkers waarvan de hoeken worden geaccentueerd door geknikte toscaanse pilasters tussen welke de gehele ruimte door vensters wordt gevuld. Het plat boven elke erker is als balcon van een balustrade voorzien. Op de boven- en attiekverdiepingen bevinden zich hier drielichten als in de oostgevel; het middenvenster van deze geeft als deur toegang tot het balcon.

Dit monument maakt onderdeel uit van complexnummer 339207. Hier vindt u meer informatie over het complex en de bijbehorende monumenten.

Overige gegevens

Oorspronkelijke functies

Hoofdfunctie Hoofdcategorie Subcategorie Functie Verbijzondering Toelichting
Ja Kastelen, landhuizen en parken Kasteel, buitenplaats