Registergegevens

Monumentgegevens

Monumentnummer
384366
Complexnummer
384359 - Schoonheten
Inschrijving register
Kadaster deel/nr
82905/199
Kadastrale aanduiding
Raalte H 2374
Raalte F 1848
Raalte F 2353
Raalte G 243
Raalte G 1039
Raalte H 109
Raalte G 242
Raalte G 1038
Raalte F 2027
Raalte G 230
Raalte H 4659
Raalte G 1037
Raalte G 2337
Raalte F 2091
Raalte G 659
Raalte H 1506
Raalte G 661
Raalte H 4766
Raalte G 662
Raalte G 236
Raalte G 658
Raalte H 1562
Raalte G 660
Raalte F 2354
Raalte G 1066
Raalte G 241
Raalte G 240
Raalte H 4764
Raalte G 227
Raalte F 867
Raalte H 4765
Raalte F 2093
Raalte G 228
Raalte F 2028
Raalte F 1527
Raalte G 239
Raalte G 238
Raalte F 4258
Raalte G 678
Raalte G 1957
Raalte F 4125
Raalte G 1067
Raalte G 679
Raalte G 225
Raalte F 1959
Raalte G 1040
Raalte G 1926
Raalte F 2352
Bij Schoonhetenseweg 56, 8111 PV te Heeten

Omschrijving

PARK- EN TUINAANLEG VAN DE BUITENPLAATS, gelegen in de kern van het landgoed. Schoonheten hoort tot de groep van historische grote Oostnederlandse ontginningslandgoederen waarvan de aangelegde lanen en waterlopen dienden ter ontsluiting van woeste gronden. Het regelmatige patroon waarop deze ontginning is geschiedt, is op functionele en architectonische overwegingen gebaseerd.

Van het patroon van rechte lanen, van rechthoekige en vierkante ten dele met singels omgeven plaats met huis en bijgebouwen en van tuinaanleg en weilanden, dat in de 17e en 18e eeuw tot stand kwam, is nog veel bewaard gebleven. Van dit patroon, dat gezien zijn figuratie van vierkanten en rechthoeken zonder rangschikking langs een centrale as in stilistisch opzicht renaissancistisch van opbouw is, resteert de rechthoekige, omgrachte en aan drie zijden (oost, zuid, west) omgeven plaats met huis, bijgebouwen en nutstuinen, het ten westen hiervan met singels omgeven rechthoekige veld met solitaire groep eiken als restant van een 17e-eeuwse singel, de aan weerszijden met eiken en beuken beplante rechte oprijlaan van de Schoonhetenseweg tot voorbij het huis, de evenwijdig aan de oprijlaan gesitueerde met eik en beuk (aan de zuidzijde dubbel) beplante laan met de lange zijde evenwijdig aangelegd tegen de zuidzijde van de genoemde nutstuinen, het rechthoekige veld ten oosten van de plaats, waarin in de 19e eeuw een aanleg in landschapsstijl werd gerealiseerd, de ronde kom in de zuidoosthoek van dit terrein, de rechthoekige vijver ten noorden van de oprijlaan ter hoogte van de genoemde aanleg in landschapsstijl, de wederzijds met eiken beplante Schoonhetenseweg, de wederzijds met loof- en naaldhout beplante laan ten oosten hiervan en twee dwarslanen, die de Schoonhetenseweg en de ten oosten hiervan en evenwijdig hieraan gelegen laan, voorzover het het gedeelte ten noordoosten van het huis betrof, verbinden.

In het laatste kwart van de 18e eeuw werden tussen de Schoonhetenseweg en de ten oosten hiervan en evenwijdig hieraan gelegen laan, twee identieke dwarslanen aangelegd, maar dan ten zuidoosten van het huis. Bovendien werd toen de renaissancistische opzet van de aanleg van Schoonheten gewijzigd. Het grote bouwhuis, dat aan de oostzijde was gebouwd en het zicht vanuit het huis op de Schoonhetenseweg belemmerde, werd afgebroken. Even ten noord- en zuidoosten van het huis werden de twee huidige bouwhuizen gerealiseerd met een naar het huis gekeerd kwartcirkelvormig gebogen grondplan. Toen ontstond ook het huidige voorplein met het centraal gelegen middendeel, waarvan de omgrenzing aan de oostzijde het kwartcirkelvormige verloop van het grondplan van de bijgebouwen aan deze zijde volgt en aan de westzijde een gelijkmatig gebogen vorm heeft. Aangezien uit correspondentie blijkt, dat de architect P.W. Schonck in deze tijd Schoonheten heeft bezocht, wordt wel verondersteld dat hij de architect van deze bouwhuizen is geweest en van de vernieuwingen in de aanleg, die door de situering van de nieuwe bouwhuizen mogelijk werden. Vanuit de centraal gelegen ingangspartij in de oostgevel van het huis geprojecteerd werd in oostelijke richting de nog bestaande zichtas gerealiseerd, die via de toen eveneens aangelegde Graaf Portlanddijk zich een stuk in oostelijke richting uitstrekte. De aan weerszijden van deze as aanwezige rijen eiken ten oosten van de plaats dateren nog uit deze tijd, evenals de ten oosten hiervan op de centrale as gelegen langwerpige ovale vijver, zij het dat de omgrenzing hiervan bij de aanleg in landschapsstijl van dit parkgedeelte een onregelmatiger verloop heeft gekregen. Deze aanleg in landschapsstijl uit ca. 1850, die vrij verwaarloosd maar wat structuur en compositie betreft gaaf bewaard is gebleven, bestaat uit een open ovaalvormig door bomen omzoomd gedeelte ter hoogte van de centrale zichtas en een bospartij ten zuiden hiervan, doorsneden met een verdiept patroon van slingerpaden, twee vijvers in landschapsstijl en een ronde kom uit de 17e- of 18e eeuw, een ijskelder en een cirkelvormig met riet bekleed tuinhuis, beide laatstgenoemde 19e-eeuws.

Uit het begin van de 19e eeuw dateert waarschijnlijk het gezicht in landschapsstijl vanuit het huis in de richting van het omsingelde weiland ten westen van het huis, dat wordt bepaald door een solitaire groep eiken - restant van een vermoedelijk 17e-eeuwse toen gekapte dwarssingel op dit veld - en door het thans in ruineuze staat verkerende bouwhuis ten westen van de meest westelijke singel in de historische aanleg, in de hoek van deze singel en de laan ten zuiden van het park in landschapsstijl, de nutstuinen bij het huis en het genoemde veld ten westen hiervan.

Kort na 1900 werd aan de noordzijde van de hoek oprijlaan en Schoonhetenseweg een portiers/chauffeurswoning gebouwd. Omstreeks deze tijd werd het profiel van de centrale zichtas, dat voordien eindigde op de Graaf Portlanddijk, in oostelijke richting verlengd, doordat in de met houtwallen omgeven weilanden en bossen ten oosten van de Graaf Portlanddijk op de centrale as de ruimte werd vrijgemaakt. Om een optimale perspectivische werking van de as te verkrijgen werd deze ruimte in oostelijke richting geleidelijk breder gehouden. Aan de oostzijde eindigt de aanleg van de zichtas op het kadastrale perceel Raalte nr. G 1067, maar het architectonische effect van de as bestaat voor een belangrijk deel dank zij de ten oosten van het kadastraal perceel Raalte nr. G 1067 vrij gehouden ruimte, waardoor tot op heden vanuit het huis een gezicht op de Holterberg genoten kan worden. L.A. Springer legde omstreeks deze tijd direct aan de zuidzijde van het huis, tussen het huis en de moestuin, bloemhof en boomgaard de nog steeds bestaande rechthoekige verdiepte siertuin aan, bestaande uit een ornamenteel patroon van kleine door buxus omgeven compartimenten rondom een centraal gelegen kleine ronde vijver en omgeven met een tegelpad van flagstones. In 1919 legde hij eveneens een door slingerpaden doorsneden parkbos met vijverpartij ten zuidoosten van het genoemde park in landschapsstijl aan, dat aan zijn lange zijden door de Schoonhetenseweg en de ten oosten hiervan en evenwijdig hieraan gelegen laan werd begrensd. Deze aanleg is als parkbos bewaard gebleven. Wellicht ontwierp Springer ook het genoemde tennishuisje en ontwierp hij het smalle bosgedeelte met slingerpad, met zijn lange oostzijde grenzend aan de Schoonhetenseweg en zijn korte zuidzijde gesitueerd tegen de noordgrens van het erf van de portiers/chauffeurswoning.

Dit monument maakt onderdeel uit van complexnummer 384359. Hier vindt u meer informatie over het complex en de bijbehorende monumenten.

Overige gegevens

Oorspronkelijke functies

Hoofdfunctie Hoofdcategorie Subcategorie Functie Verbijzondering Toelichting
Ja Kastelen, landhuizen en parken Tuin, park en plantsoen Historische aanleg