In 1928 naar ontwerp van W.M. Dudok gerealiseerd schoolgebouw, in oorsprong genaamd Ruysdaelschool en thans deel uitmakend van de verwante Fabritiusschool, opgetrokken met een bouwlaag in baksteen onder samenstel van rieten kappen van wisselende vorm en hoogte, veelal met zwaar overstek, op L-vormige grondslag en met rondom het gezamenlijke schoolplein verbindende pleinmuurtjes en gemetselde bloembakken.

De teruggerooide noordgevel van de langgerekte oostvleugel is witgeverfd en bevat bij beide uiteinden een ingangsdeur. De naar voren uitgebouwde noordelijke dwarsvleugel heeft op de noordoosthoek een terugwaartse sprong en blinde gevels aan noord- en oostzijde, voorts een lager doorgetrokken schild aan de oostzijde en een dwarsmuurtje op de noordhoek; de westgevel bevat veertien gekoppelde vensters met onderverdeelde bovenlichten, terwijl in de kap daarboven een met blauwe pannen gedekte spiegel is aangebracht en aansluitend op de noordwesthoek een driemaal in hoogte afnemende dwarsmuur met doorgaande rollagen.

De zuidgevel bevat een over vrijwel de volle gevelbreedte doorgaande, gelijkmatig onderverdeelde vensterreeks.

Schoolgebouw met een ondanks de latere datum bij de vierde fase in de oeuvre-ontwikkeling in het werk van Dudok aansluitende vormgeving wegens de gematigd-gevarieerde toepassing van blokvormige bouwvolumes en met voor dit gebouwtype en binnen het oeuvre van Dudok tamelijk zeldzame toepassing van rieten kappen, als zodanig van belang uit architectuurhistorisch en stilistisch oogpunt.