Registergegevens

Monumentgegevens

Monumentnummer
409335
Complexnummer
409332 - Zeeduin
Inschrijving register
Kadaster deel/nr
82708/18
Kadastrale aanduiding
Domburg K 3381
Domburg K 4004
Domburg K 3385
Domburg K 4002
Domburg K 3855
Domburg K 3852
Domburg K 3404
Domburg K 4003
Domburg K 3403
Domburg K 3388
Domburg K 3399
Domburg K 3869
Domburg K 3854
Domburg K 3847
Domburg K 3849
Domburg K 3384
Domburg K 3387
Bij Dunoweg 12, 4356 EK te Oostkapelle

Omschrijving

De AANLEG VAN DE HISTORISCHE BUITENPLAATS heeft een veelhoekige en onregelmatige vorm. De buitenplaats ligt aan weerszijden van de Dunoweg, een verharde weg, die ter hoogte van het midden van de buitenplaats een flauwe bocht vertoont. In het verlengde van de Vroonweg ligt in het oosten de Koningin Emmaweg. Deze naamsverandering is gemarkeerd in de bestrating, resp. asfalt en klinkers, en door een steen in de noordelijke berm van de Vroonweg met daarin de tekst "Overduin". Deze noordgrens van de buitenplaats "Zeeduin" wordt gevormd door opgaand geboomte en manshoge begroeiing, waardoor een sterke afscheiding tussen het terrein en de directe omgeving wordt bewerkstelligd. De oostzijde van de buitenplaats "Zeeduin" heeft verschillende coulissen-stroken die grosso modo in noord-zuidrichting lopen. Deze stroken zijn beplant met populieren en beuken en door een greppel gemarkeerd. Aan de overzijde van deze greppel liggen akkers en weidegronden. De zuidoostelijke begrenzing wordt gevormd door de oprijlaan, die na het inrijhek aan de Noordlaan eenzijdig is beplant met populieren, elzen, essen en iepen en in twee flauwe bochten naar het hoofdgebouw voert. Deze oprijlaan kruist de in het zuiden lopende Dunoweg (vroeger "Nieuwe Weg" geheten). Na deze kruising is de oprijlaan dubbelzijdig beplant met populieren, elzen, essen, iepen en eiken; het laatste deel van de oprijlaan is dubbelzijdig met eiken beplant. De gehele oprijlaan is verhard met grind en steenslag. Het zuidwestelijke deel bestaat uit weidegronden die tot aan de Dunoweg strekken en in het noorden worden beperkt door een smalle bosstrook waarlangs aan de zuidoostelijke kant een verhoogde kaarsrechte laan loopt, ter plaatse bekend onder de naam "Het Oude Dijkje". Aan noordwestelijke zijde liggen diverse landbouwgronden. Het resterende grondperceel in het noordwesten wordt gevormd door een parkonderdeel dat tot aan de Vroonweg loopt. Het ontwerpkunstige "hart" van de parkaanleg ligt in het noordoosten. De aanleg wordt daar gekenmerkt door een compacte verwevenheid die de gebouwde opstallen als kernen heeft en waar moestuin, boomgaarden, slingerbos en vijverpartij omheen zijn gecomponeerd. De beplanting tussen het koetshuis en de vijverpartij is het oudst. In dit parkdeel staan diverse oude eiken. Dit deel van de beplanting is tijdens de jaren 1944-1946 gespaard gebleven. Een aantal oude eiken vormt een haag die de zichtas vanuit het hoofdgebouw naar het noordwesten bepaalt. In vroeger tijden liep deze zichtas ononderbroken door tot in de duinen, waar een zichtpunt was geplaatst. Momenteel wordt deze zichtas belemmerd door de begroeiing aan de noordzijde van de Vroonweg (op landgoed "Duinzicht"), maar aan de oostzijde van het hoofdgebouw is het uitzicht onbelemmerd en voert de blik over het gazon tot voorbij de landbouwgronden van het landgoed "Overduin". Voor het overige is de beplanting jong en dateert uit 1947. Bij de herbeplanting is de oorspronkelijke structuur van de aanleg gehandhaafd. De oprijlaan tussen de Dunoweg en het hoofdgebouw verdient aparte vermelding. Halverwege vertoont deze laan een tweetal haakse bochten, zonder dat daardoor aan de zichtas-uitwerking afbreuk wordt gedaan. Het park ligt vanaf de omringende grondpercelen, akkers en wegen gezien, visueel afgezonderd door boomgroei en door dichte beplanting. Vanaf de zuidzijde van het hoofdgebouw zijn namelijk de Dunoweg en de daarvoor liggende landbouwvelden zichtbaar, omdat in de begroeiing van de oprijlaan ter hoogte van deze twee bochten een doorzichtspunt is uitgespaard. Door de variatie van de beplanting (in soort, samenstelling en hoogte), is de buitenplaats van buitenaf nauwelijks visueel toegankelijk en wekt zij de indruk "in zichzelf te zijn gekeerd". In niet onbelangrijke mate biedt de beplanting beschutting tegen de wind. Het slingerpaden-patroon aan de noordwestelijke kant van het hoofdgebouw loopt voor een belangrijk deel parallel aan de vijverpartij en bevat als voornaamste motief een boomgaard. Behalve door deze vorm-parallellie worden deze onderdelen visueel door beplanting en het gazon ten westen van het hoofdgebouw met elkaar in verbinding gebracht. De slingerende waterpartij vormt een concentratiepunt in de aanleg, want behalve dat de vijver vanuit het hoofdgebouw zichtbaar is, vormt zij ook een centraal punt waarmee verschillende onderdelen van de aanleg in verbinding staan. Bovendien is de hertenkamp in het padenpatroon verweven en maakt ook het kwekerij-gedeelte aan de oostzijde van de oprijlaan deel uit van de kern van de aanleg. Dit laatst genoemde deel bevat de dienstwoning, de kas, de moestuin, het masveld en een boomgaard die alle in vloeiende lijnen zijn ontworpen en nabij het hoofdgebouw gesitueerd. Dit onderdeel van het landgoed wordt deels begrensd door een manshoge, gemetselde tuinmuur en deels door een houten schutting die evenwijdig aan de oprijlaan zijn opgetrokken. Deze tuinmuur bestaat uit secundair verwerkte rode baksteen. Via een ijzeren draaihek is de kwekerij bereikbaar. Direkt aan de linkerhand is een gemetselde kweekbak. Rechts staat een tweede kweekbak, ellipsvormig en aanzienlijk hoger en deel uitmakend van een besloten geheel dat wordt begrensd door de reeds genoemde tuinmuur en een derde, smalle gemetselde kweekbak aan de tegenover liggende lange zijde. Aan de zuidzijde hiervan staat een loods op rechthoekige plattegrond, evenwijdig aan de tuinmuur. Deze loods heeft een bakstenen voeting en houten, donker geteerde delen, een rood pannen zadeldak en witgerande windveren met golfmotief. De loods heeft een betonnen vloer en dient voor het opslaan van tuiniergereedschap en -toebehoren. Schuin ten zuidoosten van de loods en parallel aan de tuinmuur staat een glazen kas, waarin bloemen, druiven en tomaten worden gekweekt. De kas is rechthoekig van plattegrond en twaalf traveeën lang. De ijzeren spantconstructie heeft de vorm van een gedrukte spitsboog. De leggers zijn van ijzer en de glasramen worden in houten roeden gevat. Het geheel rust op een lage betonnen voeting met een langsgoot voor de afvoer van hemelwater. Verder staan op dit deel van de kwekerij nog een voliere en een kippenhok, die echter voor de bescherming van ondergeschikt belang zijn.

Dit monument maakt onderdeel uit van complexnummer 409332. Hier vindt u meer informatie over het complex en de bijbehorende monumenten.

Overige gegevens

Oorspronkelijke functies

Hoofdfunctie Hoofdcategorie Subcategorie Functie Verbijzondering Toelichting
Ja Kastelen, landhuizen en parken Tuin, park en plantsoen Historische aanleg