BOUWHUIS.

In rode baksteen opgetrokken bakstenen bouwhuis, bestaande uit twee haaks ten opzichte van elkaar aansluitende vleugels met centraal in de oostvleugel de op de as van de aanleg gelegen toegangspoort naar het kasteelterrein. De poort wordt geaccentueerd door een verhoogd schilddak met knobbelspits. Het schilddak, waarvan de schilden aan de onderzijden uitzwenken, is aan de vier zijden van een 6-ruitsdakkapel met schilddak met overstek en met aan de onderzijde uitzwenkende schilden voorzien. Aan de oost- en westzijde van de poort is een omlijsting van blokpijlers aangebracht. De poort wordt aan de oostzijde door een door hardstenen rolwerk, pijnappels en voluten omgeven wapen van De La Margelle en Bocholtz bekroond. Boven het wapen een gedenksteen met de datum van de (her)bouw van het bouwhuis:IYCENDO. DESTRVCTVM. ANO 1649. AVXILO. DEI EISQUE. MATRIS. MELIVS REPARATVM. ANO. IVBILEO. 1650 QVI. SPERAT. IN. DNO. NON. MINORABITVR.

Aan de onderzijde van het wapen een gedenksteen met de tekst: ARNOLD FREY. HEER VON LAMARCELLE UND. EYSDEN. HEER DER HOOF BANQUE GRAVEN VOVRON. WEERST ETC: STADHELDER ENDE HOOCH DROSSARD VAN SINE KOENINCKE KATHOLICQUE. MAIESTE. LEENEN. ENDE LANDEN. DES. HERTOCHDOMS. LIMBOURG ENDE. GRAEFFSCHAP DAELHEM.

Aan de westzijde boven de hardstenen geblokte poort een gedenksteen, die identiek is aan de gedenksteen boven de poort aan de oostzijde van het bouwhuis. De oostvleugel en een deel van de zuidvleugel zijn in de jaren 1883-1885 ingrijpend gerestaureerd. Toen werd een aantal deuren en vensters ondermeer van siersmeedijzeren beslag voorzien. Het noordelijke gedeelte van de oostvleugel is door een met grijze leien gedekt mansardedak overkapt. Het westelijke gedeelte van deze vleugel en de zuidvleugel zijn door een zadeldak gedekt. Hiervan heeft alleen het westelijke gedeelte nog de oorspronkelijke grijze leidekking. De grijze leien van het dak van de zuidvleugel werden enkele decennia geleden vervangen door grijze pannen.

De vensters, deuren, kijk- en ontluchtingsopeningen van beide vleugels zijn van hardstenen omlijstingen voorzien.

Oostgevel oostvleugel: rechts van de poort op de beganegrond ongeveer in het midden van dit gevelgedeelte een 4-ruitsvenster met diefijzers en op de eerste verdieping drie ronde vensters met 4-ruitsindeling. Links van de poort een groep van drie geblokte enkel-ruitsvensters met er onder zes ronde en erboven drie vierkante kijk- en schietgaten. Aan de linkerzijde een geblokt kruiskozijn met smeedijzeren sierrooster met rozetten, pijlpunten en gedraaide stijlen.

Westgevel oostvleugel: links van de poort van links naar rechts op de beganegrond vijf geblokte rondboogpoorten met dubbele deur, een enkele deur met halfrond door straalsgewijs en halfrond geplaatste roeden in 14 ruiten geleed bovenlicht en een 6-ruitsvenster. Tussen de derde en vierde rondboogpoort een door met grijze leien gedekt lessenaarsdak overkapte koperen pomp met ovaal stenen bekken met erboven een koperen leeuwenkop met kraan en aan weerszijden een smeedijzeren pomphengsel. Op de eerste verdieping van dit linker gedeelte zeven 6-ruitsvensters. Westgevel rechts van de poort van links naar rechts op de beganegrond een kloosterkozijn met 8-ruitsindeling, een geblokte rondboogpoort, een kloosterkozijn met 8-ruitsindeling en een rechte poort met erboven een rechthoekig tochtgat. Op de eerste verdieping boven de rondboogpoort een boven de goot doorgetrokken muurvlak waarin een rondboogluik. Het luik wordt overkapt door een half schilddak, dat haaks op het dak is geplaatst. Rechts van het luik twee 6-ruitsvensters. Op de tweede verdieping drie dakkapellen met 6-ruitsvensters onder een overstekend schilddak met aan de onderzijden uitzwenkende dakvlakken.

In de naar het noordwesten gerichte hoek, waar de oostvleugel op de zuidvleugel aansluit, beganegronds een rechthoekige overkapping door een kwart-schilddak, waarvan de onderste schilden gewelfd zijn. De overkapping wordt aan de west- en noordgevel van de vleugels door een houten steunboog met rozetversieringen geschraagd. Onder genoemde luifel bevindt zich in de zuidvleugel aan deze zijde een open poort, die naar het erf ten zuiden en de oprit ten zuiden van de zuidvleugel voert. Boven de poort aan de noordzijde van de zuidvleugel een gedenksteen met de tekst: ANNO DOMINI MDCCCLXXXIII. Rechts van deze poort aan deze zijde van de zuidvleugel beganegronds van links naar rechts een 4-ruitsvenster, een deur met halfrond bovenlicht, dat door straalsgewijs en halfrond geplaatste roeden in 13 ruiten is geleed, een 4-ruitsvenster, een deur met halfrond aan voornoemd bovenlicht identieke venstergeleding in 13 ruiten, een halfronde dubbele geblokte poort en een halfrond venster met 24-ruitsindeling, waarvan het bovenlicht thans is dicht getimmerd. Op de eerste verdieping boven de overkapte poort en 6-ruitsvenster. Rechts hiervan een iets lager geplaatst 12-ruitsvenster.

Aan de westzijde van de zuidvleugel een vermoedelijk 18e-eeuwse aanbouw onder met grijze pannen gedekt half schilddak. In de topgevel van de zuidvleugel drie ronde kijk- en ontluchtingsgaten.

Oostgevel beganegronds aan de rechterzijde een geblokt kruiskozijn met smeedijzeren sierrooster, met rozetten, pijlpunten en gedraaide stijlen. Links hiervan drie kleine enkel-ruitsvensters, waarvan de rechter twee hoog geplaatst zijn. Op de eerste verdieping twee kleine enkel-ruitsvensters. Aan de linkerzijde van de gevel tussen de beganegrond en eerste verdieping twee vierkante schiet- en/of kijkgaten. In de topgevel drie ronde kijk- en ontluchtingsopeningen.

Zuidzijde zuidvleugel: aan de linkerzijde een ronde dubbele poort en rechts hiervan een rechte deur; boven laatstgenoemde deur een rechthoekig kozijn. Aan de rechterzijde van deze vleugel enkele opstallen en een erf, waarvan de bouw en aanleg uit de jaren 1883-1885 dateren en die bereikbaar zijn via de aan de zuidzijde van de zuidvleugel gelegen oprit en via de aan de oostzijde van de zuidvleugel gelegen open poort. In de as van laatstgenoemde poort aan deze zuidelijke oprit een dubbele houten poort met bovenstuk, bestaande uit een met grijze pannen gedekt lessenaarsdak.

Ten oosten hiervan een loods, die van ondergeschikte betekenis is. Ten westen van deze dubbele poort een langwerpige rode bakstenen stal onder met grijze pannen gedekt lessenaarsdak, die tot aan de zuidgevel van de zuidvleugel reikt. Eveneens aangrenzend aan de zuidgevel van de zuidvleugel, direct ten oosten van de open poort, een rode bakstenen stal onder een half met grijze pannen gedekt schilddak. Genoemde loods en laatstgenoemde stal begrenzen de open doorgang naar een aan de ZO-zijde van de zuidvleugel gelegen rechthoekig ommuurd erf, dat tot de Graaf de Geloeslaan reikt. De bakstenen ommuring van het erf is met een door zwarte geglazuurde tegels afgedekte ezelsrug afgesloten.

Inwendig: op de verdieping van de zuidvleugel aan de westzijde is een waterreservoir opgesteld, dat in verbinding staat met de hydraulische pomp onder het voorplein en met de vijver en de fontein ten zuiden van het kasteel.