BORSTWERING, BRUG, BALUSTRADE EN KEERMUUR ROND SLOTGRACHT.

Rode bakstenen borstwering in twee delen aan de zuid- en oostzijde van het kasteel, die tevens de tuin- en parkgedeelten aan deze zijden naar de slotgracht keren. Aan de grachtzijde wordt de borstwering door een mergelstenen kordonlijst geleed. De hieronder gelegen keermuur is opgetrokken in rode baksteen met mergelstenen blokken op een rustica-fundament. Ter hoogte van de noordelijke helft van de oostzijde zet de muur zich als keermuur voort. Aan de noordzijde verlaagd de muur zich even boven het waterpeil en gaat als zodanig haaks aan de westzijde om. De borstwering, die met licht getoogde hardstenen handlijsten is afgedekt, buigt aan haar west- en noordeinde in een kwartcirkelboog naar de grond en is hier van een schouderstuk met blokvormige hardstenen sokkel, waarop hardstenen vaasvormig ornamentstuk, voorzien. Ter hoogte van de poort aan de veldzijde van de oostvleugel buigen beide delen van de borstwering naar binnen en functioneren hier als balustrade van een rode bakstenen dubbele boogbrug. Halverwege beide bogen zwenkt de balustrade haaks als hardstenen sokkel naar binnen; op de sokkel een hardstenen bolvormig ornamentstuk. Het smallere gedeelte van de brug wordt door een eenvoudige smeedijzeren balustrade geflankeerd.

Tegen de ZO-hoek van de slotgracht, aan de oostzijde in de borstwering een halfronde doorgang, die ongeveer de omvang heeft van de boog van de dubbele boogbrug en die eindigt in een wand van rustica, waar via een pijp vanuit de erachter gelegen hydraulische pomp water in de gracht wordt geloosd. Op foto's van voor de restauratie uit 1881-1886 is te zien, dat het water oorspronkelijk verder doorliep en dat de halfronde doorgang een restant is van een enkele boogbrug. In de ZW-hoek van de slotgracht een trap met hardstenen treden en een ernaast gelegen hardstenen duiker naar de Maas. In de NO-hoek van de slotgracht in de keermuur een halfronde gebogen nis met sluitsteen.

Alszodanig dateren de borstwering, keermuur en dubbele boogbrug uit de 17e eeuw. De kwartcirkelvormige afschuining aan het west- en noordeinde van de borstwering en de hier aanwezige schouderstukken, alsmede de vaas- en bolvormige ornamentstukken dateren waarschijnlijk uit de jaren 1881- 1886, toen het kasteel werd gerestaureerd. De smeedijzeren balustrade werd eerder aangebracht, want deze is als zodanig op een foto van voor de restauratie zichtbaar.