Registergegevens

Monumentgegevens

Monumentnummer
46874
Inschrijving register
Kadaster deel/nr
82966/112
Internationaal kenteken
Nee
Kadastrale aanduiding
Rotterdam AG 951
Rotterdam AG 1442 A11
Rotterdam AG 1442 A12
Rotterdam AG 1442 A13
Rotterdam AG 1442 A14
Rotterdam AG 1442 A10
Rotterdam AG 1442 A1
Rotterdam AG 1442 A6
Rotterdam AG 1442 A8
Rotterdam AG 1442 A7
Rotterdam AG 1442 A3
Rotterdam AG 1442 A4
Rotterdam AG 1442 A2
Rotterdam AG 1442 A9
Rotterdam AG 1442 A5
Parklaan 24 01, 3016 BB te Rotterdam
Parklaan 24 02, 3016 BB te Rotterdam
Parklaan 24 03, 3016 BB te Rotterdam
Parklaan 24 04, 3016 BB te Rotterdam
Parklaan 24 05, 3016 BB te Rotterdam
Parklaan 24 06, 3016 BB te Rotterdam
Parklaan 24 07, 3016 BB te Rotterdam
Parklaan 24 BG, 3016 BB te Rotterdam

Omschrijving

(Woning behorend tot het) volgens de principes van het Nieuwe Bouwen in 1933 door W. van Tijen, met medewerking van J.H. van den Broek en J. Uijterlinden, deels voor eigen rekening, ontworpen appartementengebouw met acht etagewoningen boven elkaar, genaamd Parklaanflat.

Het geheel is opgetrokken met behulp van een staalskelet met NP-profielkolommen en houten vloerbalken op een 9,50 x 18 meter metende rechthoekige grondslag, en telt acht bouwlagen, waarbij een voor gemeenschappelijk gebruik ingerichte kelder en beganegrond gedeeltelijk en met aan de NW-zijde een grote, niet geheel tot op de grond doorlopende rechthoekige erker en aan de ZW-zijde twee balcons terzijden per verdieping. Deze twee gevels zijn opgetrokken in donkergrijze verblendsteen op een granieten sokkel, afgewisseld door de zichtbaar gelaten betonnen bovendorpels der in witstalen kozijnen gevatte raam- en deurpartijen, en bij de ZW-gevel een lichtgekleurde verblendsteenstrook ter hoogte van de beganegrondverdieping. De boven de reeds bestaande bebouwing uitstekende NO-gevel is geheel blind, en opgetrokken in baksteen, afgewisseld door betonbanden; de begrenzing met de NW-gevel wordt op de hoek gemarkeerd door een strook van lichtgekleurde verblendsteen. De ZO-gevel is eveneens opgetrokken in baksteen, afgewisseld door betonbanden; de begrenzing met de ZW-gevel wordt hierbij op de hoek gemarkeerd door stroken van kleine zwarte tegels en van lichtgekleurde tegels op de beganegrondlaag. Te rechterzijde is, teruggerooid, een lage garage aangebouwd in baksteen, met donkergroene garagedeur. Op de hoogte van de eerste verdieping bevindt zich hierboven - met onderliggende open tussenruimte, en meer naar voren uitgebouwd - een plat afgedekt tussenlid, voorzien van een grijsgroene matglaspui met grijsgekleurd staalframe en twee dubbele vensters met witstalen verticale onderverdeling.

Op de achtste woonlaag is de oorspronkelijk voor het eigen gezin van de architect bestemde woning in omvang gehalveerd ten behoeve van een aan de NW-zijde ingericht dakterras, toegankelijk door middel van een stalen spiraaltrap en omheind door een matglazen borstwering en een hogeropgaand stalen buisframe.

De hoofdingang bevindt zich in een portiek met stoep rechts van het midden in de ZW-gevel; de geelbetegelde entree heeft het opschrift 'flatgebouw Parklaan' in witstalen letters vooraan boven de trap, en geeft via een hall toegang tot de aan de NO-zijde gesitueerde trappenhal met halfcirkelvormige stalen trap met vierdubbele stalen buisleuning, en terzijde een lift.

De woningen op de verdiepingen bezitten links van deze ingangspartij elk een halflang balcon, en rechts een dubbel balcon, voorzien van gewapend betonvloeren en matglazen borstweringen. Doorgaand over de volle gevelbreedte zijn aan ZW- en NW-zijde vensters - afgewisseld door balcondeuren - geplaatst met een op basis van een vaste maateenheid varierende grootte: aan de ZW-zijde grote bovenlichten en aan de NW-zijde lage brede uitzichtramen. Te weerszijden van de dubbelbalcons zijn aan de top twee stalen hijshaken aanwezig.

De erker aan de NW-zijde, geheel rechts, bevat glazen vliesgevels waarbij de puien van grijsgroene draadglasplaten zijn voorzien in een grijsgeverfd frame; de draaibare vensters aan de uiteinden zijn alle gevat in witstalen kozijnen. Geheel links de uiterst licht risalerende dwarsmuur van de NO-gevel. De beganegrondwoning bevat aan deze zijde een tuindeur met trap.

De ZO-gevel is uitwendig in de rechterhelft voorzien van een stalen spiralen brandtrap, met bijbehorende vluchtdeuren en bovenlichten en rechts daarvan een grote vensterpartij en links per verdieping een klein, bijna vierkant, venster.

(Woning deeluitmakend van een) appartementengebouw met middenstands-etagewoningen met eerste toepassing in de woningbouw van glazen vliesgevels en tevens een vroeg voorbeeld van het gebruik van een staalskelet en geprefabriceerde betonvloeren - alleen voor de balcons - als zodanig van algemeen belang wegens architectuurhistorische en typologisch-exemplarische waarde alsmede uit oogpunt van de ontwikkeling van de volkshuisvesting en stedebouw.

Overige gegevens

Oorspronkelijke functies

Hoofdfunctie Hoofdcategorie Subcategorie Functie Verbijzondering Toelichting
Ja Woningen en woningbouwcomplexen Woonhuis(K)