Registergegevens

Monumentgegevens

Monumentnummer
46929
Inschrijving register
Kadaster deel/nr
82914/103
Internationaal kenteken
Nee
Kadastrale aanduiding
Ubbergen C 261
Rijksstraatweg 178 a, 6573 DG te Beek
Rijksstraatweg 174, 6573 DG te Beek
Rijksstraatweg 178, 6573 DG te Beek

Omschrijving

Landgoed "De Wylerberg": landhuis met tuin, oprijlaan, voorplein met keermuur, terrassen, boomgaard, rotstuin, grafsteen en omgeven door een bosrand. In 1921-1924 naar ontwerp van de Duitse, tot de architecten-correspondentiekring "Die gläserne Kette" behorende architect Otto Bartning in Duitse expressionistische architectuur. Deze architectuurvorm van kort na de Eerste Wereldoorlog bestaat in hoofdzaak alleen op tekening en heeft slechts onder de naam van antroposofische of organische architectuur bij de volgelingen van Rudolf Steiner tot op de dag van vandaag enige navolging gevonden. De gedeeltelijk onderkelderde, witgepleisterde villa is als buitenverblijf voor de familie Schuster gebouwd op de flank van de Duivelsberg of Wylerberg en behoorde tot 1945 tot Duits grondgebied. Het landhuis ligt op min of meer stervormige plattegrond met uitspringende partijen op de hoeken en een uitspringende noordgevel, met vlakgedekte uitbouw (keukens en garage) zonder verdieping aan de ZW-zijde. Het dak is met leien gedekt en omvat een met onregelmatige drie-, vier- en zeshoekige vlakken samengesteld, uitwaaierend en bij de verhoogde hoeken der uitspringende hoekpartijen (een hoek per uitbouw) oplopend tentdak. Deze wordt bekroond door een gemetselde vijfhoekige schoorsteen en met een trapsgewijs naar de gevel inspringende, houten daklijst.

Het gebouw heeft een rechthoekige uitbouw op de ZW- en ZO-hoek, een trapeziumvormige uitbouw op de NO- en NW-hoek en een driehoekig uitgebouwde noordgevel, alle over de gehele hoogte van het gebouw. De deels symmetrisch, deels asymmetrisch in de gevels geplaatste rechthoekige, vierkante en trapeziumvormige vensters hebben ten dele een twee- of vierruits indeling en zijn diep in de gevel geplaatst. Bij de drie uitbouwen aan de noordzijde, waarvan de zware muren naar boven toe dunner worden, zijn de vensters ten dele onder een hoek (hoeken tussen vensters > hoeken tussen gevels) in de gevels geplaatst. Bij de aan weerszijden door een driehoekige steunbeer geflankeerde, driehoekige uitgebouwde noordgevel zijn op de begane grond en de verdieping tevens de muurdammen tussen de vensters enigszins gedraaid (hoek tussen muurdammen > hoek tussen gevels), aan de buitenzijde binnen het gevelvlak en aan de binnenzijde vanaf de punt trapsgewijs uitspringend.

Bij de hoofdingang in de westgevel is de vijfhoekige, beglaasde dubbele deur met buitenluiken geplaatst in een vijfhoekig, naar binnen toe wat kleiner wordend portiek. In de uitbouw van de ZO-hoek van het gebouw zijn de inpandige loggia's op de begane grond en de verdieping bij de verbouwing in 1967 met vensters dichtgezet.

Inwendig is het gebouw op de begane grond en de verdieping, op enkele ruimten met een rechthoekige plattegrond na, onderverdeeld in vertrekken met een polygonale, hoofdzakelijk vijf- en zeshoekige plattegrond. In het interieur zijn speciaal van belang de ten dele nog oorspronkelijke detaillering, enkele tegelkachels, een plafondschildering en de grote zaal, welke aan de noordzijde op de begane grond de gehele breedte beslaat. In de zaal bevinden zich mozaïeken van Ewald Dülberg. Het plattegrond bestaat uit een onregelmatige zevenhoek in het midden met aan weerszijden een onregelmatige vijfhoek en die een uit onregelmatige driehoeken samengesteld plafond heeft.

Tegelijk met de villa ontwierp Bartning ook de tuin. De interne indeling van het huis, de vorm van de gevels met aanliggende plateaus of terrassen en het heuvellandschap (de hellingen) dicteerden in belangrijke mate de vormgeving van de tuin. Ook werd gebruik gemaakt van bestaande beplanting. Vanaf de dienstwoning is op een plateau de met grind verharde oprit en het ruitvormige voorplein aangelegd. Ten noorden van het huis ligt een boomgaard in een ovaal. In de beschutting van het huis en de helling zijn op verschillende niveaus terrassen met keermuren aangelegd. Rond het huis ligt het buitenterras, terwijl een halve meter lager gelegen het trapeziumvormige terras als rotstuin diende. Vanuit het buitenterras loopt een langgerekt terras richting het bos. In het bos ligt de grafsteen voor de familie Schuster. De verschillende terrassen zijn met trappen te bereiken. Een trap gaat de heuvel op richting het zonne- of theeterras. De gehele tuin wordt omgeven door een bosrand met onder andere tamme kastanje en eik. In de tuin staan ook enkele beeldbepalende solitaire bomen.

Onderhavig gebouw en omliggende tuin zijn met name vanwege het exterieur en de plattegronden, vanwege het ensemble tussen huis en tuin, vanwege de ligging en vanwege het interieur een fraai, zeer representatief, vrijwel gaaf en zeldzaam voorbeeld van de expressionistische architectuur van kort na de Eerste Wereldoorlog en als zodanig van algemeen belang wegens de architectuur- en cultuurhistorische waarde.

Overige gegevens

Oorspronkelijke functies

Hoofdfunctie Hoofdcategorie Subcategorie Functie Verbijzondering Toelichting
Nee Kastelen, landhuizen en parken Tuin, park en plantsoen Tuin
Ja Kastelen, landhuizen en parken Kasteel, buitenplaats Landhuis