Inleiding

Het dubbele WOONHUIS is ca. 1905 gebouwd in een aan de art nouveau verwante bouwstijl. het pand heeft een opvallende voorgevel die door een geslaagde combinatie van grotendeels gepleisterde gevelvelden met een specifieke vroeg- twintigste eeuwse vormgeving contrasteert met de overige panden aan de in 1808 aangelegde Torenlaan. Omschrijving

Het pand is opgetrokken vanuit een in hoofdlijnen rechthoekige plattegrond en heeft een souterrain en een verdieping onder met bouletpannen en gegolfde Friese pannen (achterste dakschild) gedekt afgeknot schilddak. De asymmetrische, grotendeels gepleisterde, cremekleurige voorgevel is voorzien van accenten in rode verblendsteen en groene geglazuurde baksteen. De onderbouw is voorzien van schijnvoegen en een grijze plint met rechtgesloten souterrainvensters. De bouwlaag hierboven bezit geheel links een boven een hardstenen stoep geplaatste rondboog portiekopening met in het portiek twee originele, bewerkte deuren onder rechtgesloten bovenlicht. De portiekwanden zijn voor een deel bekleed met tegels die zijn voorzien van de zelfde, met behulp van sjablonen aangebrachte decors als in de portieken van het pand Brink 36;37. Het rondboogvenster rechts van de entree staat in een spaarveld met rondboogomlijsting van geglazuurde baksteen, die tesamen met de portiekopening een grote rondboog-bifora vormt. De twee vensters rechts in de gevel zijn identiek en hebben een getoogd drieruits bovenlicht met neggen en penant van geglazuurde baksteen. Op de verdieping staat boven de rondbogen een houten erker met een decoratieve knoopconsole als aanzet van de gewelfde onderbouw, een lage borstwering met versierde panelen en bovenrand en rechtgesloten meerruits- bovenlichten. De linker gevelpartij heeft een voor een dwars zadeldak geplaatste afgeknotte puntgevel met deklijst. De gevel heeft een omlijsting van uitgemetselde verblendsteen en geglazuurde baksteen, die in de geveltop een driepas vormen. Hierbinnen staat een rechtgesloten venster onder een rondboog met mozaïek in de boogtrommel. De aanzet van de geveltop wordt gevormd door kraagstenen met zweepslagdecoraties. Rechts van de erker staat een breed getoogd venster. Dit rechter geveldeel wordt beëindigd door een geprofileerde gootlijst op klampen. In het dakschild hierboven bevindt zich een houten dakkapelletje met vleugelstukken en uitkragend wolfdakje met driepasvormige windveer. De rechter zijgevel is opgetrokken uit schone baksteen en is voorzien van vensters onder strekken. In het dakschild aan deze kant staan twee smalle schoorsteenschachten. Tegen de achtergevel is een uit de bouwtijd daterende houten serre geplaatst met segmentboogvormige bovenlichten en plat met profiellijst op klampen waarop een porte brisée uitkomt. De minder hoog opgaande uitbouw heeft een met gegolfde Friese pannen gedekt zadel-/schilddak met opgemetselde schoorsteenschacht. Tegen de achterzijde hiervan staat een smalle en ondiepe, uitgebouwde toevoeging met taats draaiend gietijzeren roosvenster als in de geveltop. De linker zijgevel grenst (met enige tussenruimte) aan de rechter zijgevel van het pand Brink 1. Waardering

Het pand is een mooi en gaaf voorbeeld van vroeg twintigste eeuwse woonhuisarchitectuur en is derhalve van architectuurhistorisch waarde. Het heeft tevens grote ensemblewaarde als beeldbepalend en karakteristiek onderdeel van de waardevolle laat negentiende eeuwse en vroeg twintigste eeuwse bebouwing aan de Torenlaan, die deel uitmaakt van het beschermde stadsgezicht.