Uit 1770, 1867 en 1900-1910 daterend, in schoon metselwerk (met gepleisterde plint) opgetrokken HOEVECOMPLEX, bestaande uit woonhuis (A), bakhuis (B) en schuur (C), onder met blauwe Hollandse (A en B) en muldenpannen (C) gedekte zadeldaken, alle zonder verdieping, op rechthoekige plattegrond en onderling verbonden door muren met poorten; het geheel fraai gesitueerd op de hoek van de Rijksweg en de Kloosterstraat-Zuid.

A. Het woonhuis (1770) onder zadeldak (nok evenwijdig aan de Rijksweg) tussen puntgevels met vlechtingen heeft een uit 1905 daterende, in rode, groene en witte baksteen opgetrokken voorgevel (zuidgevel) met vijf getoogde vensters en een getoogde deuropening, waarin opgeklampte deur met lijstwerk en bovenlicht (evenals vensters rechte bovendorpel), en met een op consoles rustende, geprofileerde gootlijst boven een gemetseld fries; in de oostgevel een vijftal vensters met (4- en 6-ruits) (schuif)ramen; in de noordgevel vier 6-ruits schuifvensters en twee deuren met (gesneden) bovenlicht.

Inwendig heeft het huis nog de oorspronkelijke indeling en een volledig gave, zeer verfijnde beschildering uit 1910, hoofdzakelijk in vele pastelachtige bruinen, groenen en gelen. Aan de voorzijde van links naar rechts: zijkamer met geschilderde houten lambrisering, gietijzeren brandkast en spelderplafond; kamer met spelderplafond en schoorsteenmantel van grijs-dooraderd rood marmer en binnenbekleding met tegels; tot de achterzijde doorlopende gang met wit marmeren vloer, gemarmerde lambrisering, in verschillende tinten gehoute paneeldeuren en spelderplafond; kamer met stucplafond met vier medaillons, waarin landschappen, in de hoeken en stucornament in het midden.

Aan de achterzijde: spoelkeuken met in geel en blauw geschilderd houtwerk, vloer van in patroon gelegde tegels (twee kleuren), donkere plint, lambrisering van witte tegels en bovenrand-tegels met blauwe decoratie, en spelderplafond; keuken met schouw betegeld met schildpad- en witte tegels, in verschillende tinten gehout(e) vaste kasten, bedstede en overig houtwerk, vloer van in patroon gelegde tegels (vijf kleuren) en lambrisering van witte tegels met zwarte plint-tegels en bovenrand-tegels met blauwe decoratie; opkamer met spelderplafond boven vlakgedekte kelder. Op de verdieping slaapkamers met bedsteden en overloop met geschilderde lambrisering met Jugendstil decoratie.

B. Door een gemetselde poort met een getoogde deur met A verbonden het bakhuis annex arbeiderswoning (1867) onder zadeldak (nok evenwijdig aan de Kloosterstraat-Zuid); in noord- en oostgevel een luikopening; in zuidgevel 20-ruits venster met luiken en rond gietijzeren raam in geveltop; in westgevel jaartalsteen, deur met 8-ruits bovenlicht, twee venstertjes en rond gietijzeren luchtrooster; in noordgevel getoogd stookgat.

C. Grote schuur (1900) onder zadeldak (nok evenwijdig aan de Kloosterstraat-Zuid); getoogde staldeuren en getoogde 9-ruits stalramen; aansluitend op de oostgevel aan de zuid- en noordzijde inrijdeuren tussen gemetselde pijlers met gepleisterde afdekking bekroond met bol, aan de zuidzijde aansluitend op B en aan de noordzijde met enige meters muur tussen dito pijlers.