Inleiding

Aan drie zijden vrijstaand herenhuis uit 1875, gebouwd in opdracht van Johannes Jacobus Blanckenhagen in eclectische bouwstijl.

De tot parkeerplaats verharde tuin aan de achterzijde wordt omgeven door een bakstenen tuinmuur.

Omschrijving

Herenhuis op nagenoeg vierkante plattegrond, bestaande uit souterrain, drie bouwlagen en een mezzanino onder een met shingles gedekt afgeknot schilddak, vijf vensterassen breed.

De ondergevel is aan de voorkant met natuursteen bekleed - ter hoogte van de eerste bouwlaag gebosseerd -, en wordt afgesloten door een tot kroonlijst uitgewerkte waterlijst met tand- en eierlijsten. Daarboven is de gevel gepleisterd met ingekraste groeven. De vensters zijn per bouwlaag verschillend; op de eerste schuiframen, op de tweede T- vormige schuifvensters en op de derde stolpramen. Ze zijn licht getoogd, en op de tweede en derde bouwlaag voorzien van gepleisterde omlijstingen en ornamenten. De mezzanino bevat in het fries van de gootlijst dubbele vierkante vensters, omlijst door pilasters. De souterrainramen zijn voorzien van ijzeren roosters.

In de risalerende middenas is de ingang gesitueerd, bestaande uit dubbele paneeldeuren waarin twee ronde vensters, en een rondboog bovenlicht. De ingang is omgeven door een natuurstenen omlijsting met bladornamenten in de zwikken en rondom eier- en kraallijsten. Hierboven bevindt zich een balkon met gietijzeren balustrade van acanthusbladeren en jachtfiguren, rustend op gebeeldhouwde voluutconsoles met leeuwekoppen. De ornamentiek van de balustrade is ook toegepast onder de twee vensters aan weerszijden van het balkon. De balkondeuren worden omlijst door dubbele korintische pilasters en een licht getoogde kroonlijst. Het stolpraam daarboven is voorzien van een gepleisterde voluutomlijsting. De gevel wordt afgesloten door een gootlijst op klossen, een tandlijstje en rechthoekige panelen in het fries; de middenas wordt bekroond door een segmentvormig fronton, waarin een oculus.

De achter- en zijgevel zijn gepleisterd met ingekraste groeven en afgesloten door een identieke gootlijst als de voorgevel. De zijgevel bevat zes vensterassen, deels als blinde nissen uitgevoerd. De middenas is licht risalerend uitgebouwd. De waterlijst tussen eerste en tweede bouwlaag is voorzien van een Vitruvische krul.

Toegang tot het souterrain biedt een dubbele paneeldeur met gietijzeren roosters, gesitueerd onder een luifel. Het twee assen brede rechterdeel van de achtergevel is als risaliet uitgebouwd, met in het midden een smalle uitgebouwde schacht. Op de eerste bouwlaag is een serre over de volle breedte aangebouwd, rustend op gepleisterde pilaren. Daaronder is het souterrain.

Waardering

Herenhuis van architectuurhistorisch belang als waardevol voorbeeld van de rijke eclectische bouwstijl uit het derde kwart van de 19e eeuw en vanwege de gaaf bewaarde hoofdvorm, detaillering en het toegepaste materiaal.