Registergegevens

Monumentgegevens

Monumentnummer
480837
Inschrijving register
Kadaster deel/nr
82847/87
Kadastrale aanduiding
Zwolle B 3679
Ceintuurbaan 1, 8023 XK te Zwolle

Omschrijving

INLEIDING

OPENLUCHT BAD- EN ZWEMINRICHTING, gebouwd in de jaren 1933-1934 in opdracht van de gemeente Zwolle naar ontwerp van constructeur-architect Jan Gerko Wiebenga (1886-1974), directeur van de gemeentelijke Technische Dienst van 1931 tot 1934. De uitvoering van het werk staat op naam van aannemer J. Spanhaak te Zwolle. Symmetrisch ingericht Openluchtbad dat, ondanks de wijzingen die in de loop der tijd hebben plaatsgevonden, nog steeds overtuigend de functionele, zakelijke en heldere uitgangspunten van het Nieuwe Bouwen en de opvattingen van J.G. Wiebenga over constructie en architectonische vormgeving weerspiegelt. Karakteristieken die duidelijk tot uitdrukking komen in de strakke en functionalistische indeling van het terrein, de horizontale en verticale elementen die het aanzien van de gebouwen bepalen, de ranke constructies en het gebruik van moderne materialen als beton, staal en glas. Het bad is het enige nog tamelijk ongeschonden Openluchtbad in de vormentaal van het Nieuwe Bouwen in Nederland, waarmee het binnen die categorie als zeldzaam kan worden aangemerkt. Samengevat kan worden gesteld dat het Zwolse Openluchtbad zowel architectuurhistorisch als cultuurhistorisch van grote betekenis is door opzet, architectonische uitwerking, technische realisatie en ligging, terwijl tevens sprake is van zeldzaamheidswaarde op nationaal niveau.

OMSCHRIJVING

Inrichting en belangrijkste karakteristieken. Het Openluchtbad is gesitueerd op een driehoekig terrein dat wordt omsloten door de drukke Ceintuurbaan, de Brederodestraat en de Da Costastraat. De aangrenzende kenmerkende woningbouw voor middenstanders uit de jaren dertig, die deel uitmaakt van de wijk Wipstrik, is enige tijd na de voltooiing van het zwembad gerealiseerd.

De opzet van het bad is symmetrisch als gevolg van de in de jaren dertig nog steeds voorgeschreven strikte scheiding der seksen. De hoofdingang ligt aan de Ceintuurbaan en bestaat uit tourniquets en een entreegebouw met loketten voor kaartverkoop en (voorheen) uitgifte van abonnementsbadgoed. Aan weerszijden van de entree liggen nog enkele rijen van de oorspronkelijk parallel aan de Ceintuurbaan maar thans haaks daarop gelegen kleedhokjes en bergkasten, alsook de haaks op de Ceintuurbaan geprojecteerde algemene kleedlokalen met kapstokken en banken. Aan Ceintuurbaanzijde wordt het terrein begrensd door de ingangshekken aan weerszijden van het entreegebouw die door een blinde muur zijn verbonden met de rechthoekige kleedlokalen.

Grenzend aan de voetbaden naar de ondiepe en diepe baden liggen twee kleuterbaden van elk 10 x 20 m. bij een maximum waterdiepte van 0.40 m. De perrons van de ondiepe en diepe baden zijn alleen via desinfecterende voetbaden en douches (en eertijds ook tourniquets) te bereiken. Dat gold ook voor de vroeger eveneens naar sekse gescheiden stranden (elk 40 x 23 m.) met helder wit duinzand, Scheveningse parasols en ligstoelen (de stranden zijn inmiddels vervangen door ligweiden).

Parallel aan het voormalige strand liggen twee ondiepe oefenbaden van elk 12 x 40 meter met een diepte van 0.75 tot 1.30 m. die via trappen met leuningen toegankelijk zijn. Het diepe Olympische (wedstrijd)bad met lage uitkijkpost met vlaggemast weer parallel daaraan meet 100 x 20 m; de diepte varieert van 1.50 tot 2.20 m. en 3.20 m. ter hoogte van de springplanken. Door middel van wegneembare wand met loopvlak (thans permanent) kon het bad indertijd worden ingekort tot een 50 m. bad. Aan elk der kopeinden van het diepe bad bevonden zich oorspronkelijk twee springplanken van 1 m., twee springtorens van 3 m. en een van 5 m. springhoogte, alle met stalen trap, leuningen, balustrades en vlaggemast. Hiervan zijn aan een der kopeinden nog een hoge en twee lagere springtorens en een springplank bewaard. Achter het bad ligt de inmiddels ingekorte tribune met (jongere) uitkijkpost voor de badmeester (oorspronkelijk 400 plaatsen van elk 0.60 m. breed). In de linker- en rechterhoek van het terrein liggen toiletblokken voor badenden en niet-badenden. Het pompgebouwtje van de voorwerwarmings- en ontijzeringsvijver achter de tribune is (na functieverlies) tot toiletblok verbouwd. Het terrein, met belangrijke groenopstanden (waaronder enkele belangrijke soorten) is met stenen muren en stalen hekwerken afgezet.

Constructie- en materiaaltechnische bijzonderhedenBij de constructie van de baden is gebruikt gemaakt van (blauw afgepleisterd) gewapend beton, waarbij in de bodem een systeem van drukventielen is toegepast, dat scheurvorming als gevolg van de varierende bodemdruk moest tegengaan. Ook bij de springtorens en springplanken zijn gewapend betonconstructies toegepast - zij het dat Wiebenga's ranke opzet tijdens de bouw op last van het Zwolse gemeentebestuur om veiligheidsredenen (overigens onnodig) moest worden verstevigd. De oorspronkelijke kleedhokjes, kleerkasten en douchecabines zijn samengesteld uit 5 cm. dikke betonplaten en hebben dunne stalen deuren. De overige gebouwtjes zijn uitgevoerd in schoon metselwerk en hebben betonnen vloeren, licht hellende houten daken en stalen ramen en deuren. In een aantal gevallen, zoals bij de groepsruimtes en toiletgebouwtjes, zijn houten deuren toegepast. Alle hekwerken, tourniquets en handrailingen zijn samengesteld uit gasbuis met bijbehorende koppelstukken. Het ijzerwerk was naar alle waarschijnlijkheid met aluminiumkleurige verf behandeld.

Aparte aandacht verdient het tweeledige verdiepingloze entreegebouw dat is opgetrokken uit gele baksteen en wordt gedekt door slanke, flauwhellende overstekende en ten opzichte van elkaar even verspringende daken. Het voorste gedeelte heeft een puntvormige opbouw met omlopende hoge vensters in stalen kozijnen; achter het kassagedeelte springt het muurwerk in. De oorspronkelijke sobere inrichting van Wiebenga's hand bestaande uit houten kastjes en laden is nog aanwezig, inclusief de vermoedelijk ook door Wiebenga ontworpen bijbehorende stoelen. Het gedeelte dat grenst aan de onderdoorgang (met spoelbakken) heeft eenzelfde vormgeving, maar is gebaseerd op een rechthoekige plattegrond en heeft aan een zijde een omlopend venster.

Wijzigingen ten opzichte van de oorspronkelijke aanleg.

De belangrijkste wijzigingen ten opzichte van de situatie in 1934 betreffen:* vervanging van de meeste van de oorspronkelijk parallel aan de Ceintuurbaan gelegen kleedhokjes en kleerkasten (aan weerszijden van het entreegebouw alsook grenzend aan de kleedgebouwen zijn enkele rijen kleedhokjes bewaard)* vervanging van douches en toiletten parallel aan de kleedhokjes door een open dienstgebouw (jaren zestig) voor het weghangen van kleding;* vervanging van de voorverwarmings- en ontijzeringsvijver achter op het terrein door een speelweide (deze valt buiten de bescherming, maar is voor de huidige inrichting en het gebruik van het terrein wel van belang) en verbouwing van het pompgebouwtje tot toiletblok;* vervanging van het pompgebouw voor de baden door een groter exemplaar in de rechterhoek van het terrein (het huidige gebouw valt buiten de bescherming);* afbraak van drie van de vier springplanken en drie van de zes springtorens van het wedstrijdbad ten gunste van meer startblokken;* inkorting van de tribune.

Bovengenoemde wijzigingen doen echter geen wezenlijke afbreuk aan oorspronkelijke opzet en de monumentale kwaliteiten van het Openluchtbad als geheel. Immers aan het complex kan de oorspronkelijk strikte symmetrie nog steeds goed worden afgelezen, terwijl ook de inrichting van het door waardevol groen overschaduwde terrein, de entreepartij en de baden nagenoeg onaangetast zijn gebleven. Het geheel getuigt nog steeds van J.G. Wiebenga's grote kundigheid op het gebied van betonconstructies en ademt nog steeds ondubbelzinning diens persoonlijke interpretatie van uitgangsspunten en vormentaal van het Nieuwe Bouwen.

Tot het Openluchtbad behorende beschermde onderdelenHet Openluchtbad omvat (nog) de volgende oorspronkelijke onderdelen, die alle zijn gelegen op het tot de badinrichting behorende terrein:

- entree met kaartverkoopgebouw en interieuronderdelen annex voormalig abonnementsbadgoedgebouw met spoelbakken, banken en klok;

- kleedhokjes (waarvan nog enkele rijen bewaard);

- twee kleedlokalen (met oorspronkelijk droogruimten voor badgoed);

- twee toiletblokken;

- via trapjes bereikbare voetbaden met douches naar de bassins;

- twee kleuterbaden (10 x 20 meter);

- twee ondiepe oefenbaden (12 x 40 meter), gescheiden door 10 cm dikke betonwanden met loopvlakken;

- diep wedstrijdbad (100 x 20 meter), oorpronkelijk onder te verdelen in twee kleinere bassins (voor mannen respectievelijk vrouwen) door een wegneembaar (thans permanent) scherm;

- een van de oorspronkelijk vier betonnen duikplanken en drie van de oorspronkelijk zes springtorens;

- uitkijkpost met vlaggemast voor de badmeester op de scheiding van het wedstrijdbad en de ondiepe oefenbassins;

- tribune van geprefabriceerde betonblokken van elk 60 cm. breed (oorspronkelijk voor 400 toeschouwers doch inmiddels ingekort), met jongere uitkijkpost

- wc's en urinoirs voor badenden en niet-badenden (twee blokjes links- en rechtsachter op het terrein;

- het voormalige tot toiletblok omgebouwde pompgebouwtje van de voorverwarmingsvijver;

- lig- en speelweiden (gelegen tussen en terzijde van de baden);

- muur- en hekwerken;

- twee ingangen voor toeschouwers aan respectievelijk de Brederodestraat en de Da Costastraat;

- twee rijen enkele en twee rijen dubbele stalen fietsklemmen op het terrein voor het entreegebouw aan de Ceintuurbaan.

WAARDERING

De Openlucht Bad- en Zweminrichting uit 1933-1934 naar ontwerp van Jan Gerko Wiebenga is om verschillende redenen van algemeen architectuur- en cultuurhistorisch belang:* ten eerste als een overtuigende vertegenwoordiger van het Nieuwe Bouwen: de opzet is helder en functioneel en constructie, materiaalgebruik en afwerking zijn voor de tijd van ontstaan vooruitstrevend en modern;* ten tweede alsmeest gaaf bewaarde vertegenwoordiger in de categorie openluchtzwembaden die zijn gerealiseerd volgens de uitgangspunten van het Nieuwe Bouwen; * ten derde als kenmerkend ontwerp binnen het oeuvre van J.G. Wiebenga: in dit werk komen Wiebenga's inmiddels algemeen erkende sterke kanten tot uitdrukking; zijn zeer persoonlijke visie op constructie en materiaalgebruik en de vaak ijle esthetische en bouwkundige vertaling daarvan, hebben in Zwolle eigenlijk alleen in dit werk overtuigend gestalte kunnen krijgen;* ten vierde als een van de weinige relatief gaaf gebleven ontwerpen van J.G. Wiebenga in en buiten Zwolle; * ten vijfde als nog steeds duidelijke exponent van de eertijds strikte opvattingen omtrent het naar sekse gescheiden (zonne)baden in het openbaar, waardoor sprake is van een aanzienlijke cultuurhistorische waarde (immers de strikt symmetrische indeling in het bad is tot op heden gehandhaafd);* ten zesde als stedebouwkundige afsluiting van en belangrijk groenelement voor de wijk Wipstrik.

Overige gegevens

Oorspronkelijke functies

Hoofdfunctie Hoofdcategorie Subcategorie Functie Verbijzondering Toelichting
Ja Sport, recreatie, vereniging en horeca Sport en recreatie Zwembad