Registergegevens

Monumentgegevens

Monumentnummer
492244
Inschrijving register
Kadaster deel/nr
82956/14
Kadastrale aanduiding
Maasland I 2058
Maasland I 2059
Westgaag 100, 3155 DJ te Maasland
Westgaag 100 a, 3155 DJ te Maasland

Omschrijving

Inleiding

Op het zuidoosten georienteerde KRUKHUISBOERDERIJ, gelegen op een smalle geulrug, aan de Westgaag in de Oude Campspolder. Het dwarsgeplaatste voorhuis met uitgebouwde opkamer en achterliggend woonvertrek dateert in oorsprong uit de 17e (kapconstructie) en 18e eeuw (metselwerk). Het aangrenzende langgerekte bedrijfsgedeelte met dorsvloer, paarden- en koestal is 1928 herbouwd, het achterste gedeelte van de koestal stamt uit de 19e eeuw. Enkele aanbouwen in het noorden (wagenschuur en varkenshok) en zuiden (restanten varkenshok). Op het erf bevindt zich aan de zijde van de Westgaag een kleine boomgaard, terzijde van het huis voor het keukengedeelte staan leibomen, langs de Westgaag wordt het erf afgesloten door een haag.

N.B. De oorspronkelijke vijfhoekige rieten hooiberg is vervangen door een hooiberg met vier betonnen roeden, die buiten de bescherming valt.

Omschrijving

Boerderij op L-vormige plattegrond, bestaande uit een dwarsgeplaatst voorhuis van een bouwlaag met een onderkelderde opkamer onder een rietgedekt zadeldak met wolfseinde aan de zuidzijde en lage schoorsteen aan de noordzijde, aan de achterzijde een woonvertrek met rietgedekt zadeldak. In het verlengde hiervan ligt de bedrijfsruimte met enigszins verlaagde zijgevels, bestaande uit dorsvloer, paarden- en koestal, in waalsteen uitgevoerd en gedekt door een zadeldak met rode rechtsdekkende Hollandse pannen. Het achterste gedeelte van de koestal is deels in waalsteen en deels in ijsselsteen opgetrokken en is aan de zuidzijde gedekt met rode pannen, aan de noordzijde met grijze pannen. Alle daknokken bevinden zich op nagenoeg dezelfde hoogte. Aan het uiteinde van de koestal in het noorden een aanbouw met varkenshok en wagenschuur onder een met golfplaten gedekt lessenaarsdak.

Het in ijsselsteen uitgevoerde voorhuis heeft een witgepleisterde voorgevel en is rondom voorzien van een zwart gepleisterde plint. De overige gevels zijn uitgevoerd in schoon metselwerk waarbij boven de zwarte plint een witgepleisterde band, bij de kelder de vorm van de vensters volgend.

In de voorgevel van het voorhuis zijn in het muurwerk twee korfbogen zichtbaar, waarschijnlijk van de 17e eeuwse ingangspartij. Even onder de linker korfboog bevindt zich de voordeur, rond 1930 vernieuwd. Naast de korfbogen zijn in het muurwerk twee recente negenruits schuifvensters aangebracht. De noordgevel is een topgevel met vlechtingen en muurankers. Op de begane grond een klein vierruits venster en aan de rechterzijde op de verdieping een 18e eeuws kozijn met schuifraam in 18e eeuws metselwerk en in rode baksteen uitgevoerde hanekammen.

Ter plaatse van de moerbinten zijn in de noordgevel van het achterliggend woonvertrek grote gesmede kruisankers aangebracht, waartussen een venster met rollaag. Ter linkerzijde bevindt zich nog een rollaag. In de zuidgevel van dit vertrek is in de hoek een klein nieuw venster aangebracht, het grote 18e eeuwse venster is opgenomen in 18e eeuws metselwerk. Tussen beide vensters een bouwnaad. De gevels zijn afgedekt met een halfsteens rollaag.

De onderkelderde opkamer heeft in de voor- en achtergevel staafankers en een negenruits venster. Zuidgevel, waarin een hooggeplaatst recent venster, in schoon metselwerk met staafankers en twee grote recente kruisvormige ankers. Kelder met in de voor- en achtergevel raamkozijnen met luiken. Het metselwerk van de opkamer is 18e eeuws.

Het driebeukig bedrijfsgedeelte is opgezet volgens het voergangtype met een dwarsdeel. Aan de noord- en zuidzijde houten bakgoten op geprofileerde klossen en halfronde gietijzeren stalramen met onderverdeling. In het noorden brede inrijdeuren die toegang geven tot de dorsvloer. Aan weerszijden van de paardenstal een ingang, waarboven aan de noordzijde een dakkapel met hijsluiken. De achtergevel, daterend uit de tweede helft van de 19e eeuw, is gedeeltelijk uit ijsselsteen opgetrokken. Op de hoeken deurkozijnen, in het midden een stalraam. De topgevel, waarin een rond venster met een zespas, is rond 1930 vernieuwd en in waalsteen in halfsteensverband opgetrokken. Varkenshok en wagenschuur zijn in ijsselsteen opgetrokken en voorzien van ingangsdeuren en halfronde luiken.

Het inwendige van de boerderij bestaat uit een voorhuis met onderkelderde opkamer en een achterkamer en een bedrijfsgedeelte met dorsvloer en stallen.

Het voorhuis, met enkelvoudige steenrood geschilderde balklaag, is in de 18e eeuw van een nieuwe schouwpartij voorzien. Tegen de noordelijke zijgevel bevindt zich een bakoven. Rode plint met mogelijk 17e eeuwse Delfts blauwe plinttegels met figuurtjes. Tegenover de voordeur een trap naar de zolder, voorheen in gebruik als slaapvertrek. In de hoek ter rechterzijde van het kelderluik een bedstede, waarvan de steenrood geschilderde omtimmering bewaard is gebleven. De kap van het voorhuis is gedeeltelijk vernieuwd, twee spanten zijn 19e eeuws. Tegen de topgevel is het rookkanaal nog aanwezig.

De opkamer, met een turquoise geschilderd interieur, wordt door houten wanden onderverdeeld in een portaal, een kleine kamer en een grote kamer, waarin tegen de zijwand twee 18e eeuwse bedsteden, met kinderkrib, en daartussen een kast. Vijf moerbinten, inclusief strijkbalken, met tussen de vensters tegen de achtergevel twee originele sleutelstukken met renaissance-profiel, oorspronkelijk deel uitmakend van de korbeelconstructie. De constructie van de opkamer met verdiepingsbalklaag en spanten is laat 16e of vroeg 17e eeuws. Op de zolderverdieping drie eikehouten spanten bestaande uit jukken met gekromde spantpoten, die de flieringen dragen waarover de sporen zijn gelegd. De vanuit het voorhuis bereikbare kelder is toegankelijk via een kelderluik met brede trederichels en een gemetselde bakstenen trap. Rode plint, op de vloer rode plavuizen. Zoldering met enkelvoudige balklaag.

Op de scheiding met het bedrijfsgedeelte bevindt zich op de kapverdieping tegen de brandmuur een oudere schoorsteen met rookkast.

De stal heeft drie beuken van gelijke grootte en een enkelvoudige balklaag. De stalinrichting en baksteenvloeren zijn nog grotendeels origineel. Het achterste van de koestal heeft een spantconstructie uit de tweede helft van de 19e eeuw.

Waardering

Boerderij van het krukhuistype met interieuronderdelen en bijbehorende bouwhistorische details in in- en exterieur uit verschillende bouwperioden van algemeen belang vanwege zijn cultuurhistorische, architectuurhistorische, bouwhistorische en landschappelijke waarde. De beeldbepalende boerderij maakt deel uit van de nog resterende historische grotendeels uit de zestiende, zeventiende en achttiende eeuw stammende lintbebouwing van boerderijplaatsen aan de Gaag.

Overige gegevens

Oorspronkelijke functies

Hoofdfunctie Hoofdcategorie Subcategorie Functie Verbijzondering Toelichting
Ja Boerderijen, molens en bedrijven Boerderij (M) Boerderij(M1)