Registergegevens

Monumentgegevens

Monumentnummer
499306
Inschrijving register
Kadaster deel/nr
82725/18
Kadastrale aanduiding
Oudega A 2392
Buorren 7, 9216 WB te Oudega

Omschrijving

Inleiding

De PASTORIE - thans woonhuis - in Oudega is in 1910 in Jugendstiltrant verbouwd naar ontwerp van B. Kloosterman, gemeentearchitect van Marum. De aanleg van het object dateert uit 1743, de verschijningsvorm en detaillering zijn geheel 20e-eeuws. De voluten en halfronde bekroning van de trapgevel zijn afkomstig van de verdwenen klokgevel uit 1743. Aanleiding voor verbouw van de pastorie in 1910 was de realisatie van het verenigingsgebouw achter de pastorie - ook in 1910 - door dezelfde architect. Het huis is in de jaren '30 verbouwd, waarbij de rechter zijgevel is gemoderniseerd en tevens de rechter voorkamer is heringericht.

De pastorie ligt royaal teruggerooid op een groot tuinperceel, zowel voor als achter het huis. In de voortuin voert een grindpad naar de entree. In de tuin liggen enkele zandstenen sarcofagen en delen daarvan, die oorspronkelijk van het kerkhof van de hervormde kerk afkomstig zijn. De tuinaanleg en sarcofagen zijn niet beschermd.

Aan de straatzijde van de Eastersânning is een garage gebouwd: deze maakt geen deel uit van de bescherming. De achtergevel van de pastorie is door verbouwingen en toevoegingen in de 20ste eeuw gewijzigd.

Omschrijving

De pastorie bestaat uit één bouwlaag op globaal vierkante plattegrond. De dakschilden van het afgeplatte schilddak zijn belegd met gegolfde, zwart geglazuurde Friese pannen. De dakgoot wordt gedragen door houten sierlijke klampen op een gepleisterde gevellijst met eenvoudig zweepslagmotiefje. In het dakschild aan weerszijden van de trapgevel een dakkapel onder overstekend zinken tentdakje met piron. In het oostelijk dakschild een houten kajuit van recentere datum: vierlichts met horizontale roedeverdeling. Op het westelijk dakschild een gepleisterde kajuit. Op de hoeken van de nok en hoekkepers drie gepleisterde schoorstenen met schoorsteenborden. De gevels zijn witgepleisterd op een tot aan de onderdorpels opgetrokken, grijs gepleisterde, schragende plint met groef.

Ter hoogte van de wissel- en bovendorpel een bruinrode strengpersbakstenen rollaag: gedeeltelijk als band, gedeeltelijk als imitatie neggeblokken toegepast in de zijgevels.

Aan de voorgevel een middenrisaliet met trapgevel, gedecoreerd met voluten op de onderste trap, bekroond door een halfrond fronton waarin het jaartal: 1743. Daaronder in hoogreliëf de gebogen regel: AN 1910 NO. De segmentbogige entreepartij en het dito drielichtsvenster erboven onder rode bakstenen segmentbogen, aan de uiteinden iets samengeknepen, met decoratieve imitatie-aanzetstenen. De jugendstildeur met smeedijzeren kruisversiering in het ruitvormige deurlicht heeft gekleurde glas-in-lood zijlichten; de meerruits bovenlichten hebben matglas. Boven de deur een ronde metalen lantaarn. Het drielichtsvenster in het middenrisaliet komt formeel overeen met de toegangspartij. In de voorgevel aan weerszijden van het middenrisaliet twee H-vensters met achtruits bovenlichten onder gepleisterde en gedecoreerde latei. In de oostgevel twee T-vensters onder gepleisterde en gedecoreerde latei, een natuurstenen afzaat, een groot segmentvormig drielichtsvenster vergelijkbaar met het raam in de geveltop van het middenrisaliet, onder segmentboog van rode strengpersbakstenen, aan de uiteinden iets samengeknepen met decoratieve imitatie-aanzetstenen en een hoger keukenvenster.

De westgevel is in de dertiger jaren gedeeltelijk gewijzigd. Gehandhaafd zijn twee H-venster met achtruits bovenlichten onder gepleisterde en gedecoreerde latei. Verder een erker met meerruits stalen kozijnen en een stalen achtruitsvenster.

Het interieur heeft de indeling van de verbouwing uit 1910 grotendeels behouden met onder meer een betegelde halvloer, geslepen glas in de tochtdeur naar de gang, stucplafond met decoratie, deuromlijstingen, schuifdeur en een natuurstenen schoorsteenmantel met gipsdecoraties op de boezem. De rechter voorkamer is in de dertiger jaren gewijzigd en bevat enkele aan art-déco verwante detailleringen zoals de kamerdeur, schouw en kastwand.

Waardering

De in aanleg 18e-eeuwse pastorie in Oudega, in 1910 geheel in Jugendstiltrant verbouwd en ca. 1930 enigszins gewijzigd, is van algemeen cultuurhistorische en architectonische betekenis vanwege:

- de bijzondere historische waarde zijnde in aanleg één van de oudste gebouwen in Oudega,

- de hoge mate van architectonische gaafheid van het exterieur, verbouwd in 1910,

- de bijzondere detaillering en ornamentiek,

- de bijzondere betekenis van het object voor het aanzien van het dorp,

- de historisch-ruimtelijke, structurele en visuele gaafheid van de bebouwing in relatie tot de situering in de dorpskom nabij de kerk.

Overige gegevens

Oorspronkelijke functies

Hoofdfunctie Hoofdcategorie Subcategorie Functie Verbijzondering Toelichting
Ja Religieuze gebouwen Kerkelijke dienstwoning Pastorie(F)

Bouwactiviteiten

Werkzaamheid Van Tot Nauwkeurigheid Toelichting
vervaardiging
1910
1930
globaal
vervaardiging
1743
1743
exact
MRS-aanv.
verbouwing
1910
1910
exact
MRS-aanv.

Bouwtypen

Hoofdcategorie Subcategorie Bouwtypen Toelichting
Woningen en woningbouwcomplexen Woonhuis(K) Rentenierswoning MRS-aanv. vm. pastorie

Bouwstijlen

Bouwstijl Zuiverheid Toelichting Rijksmonumentnummer
Art Nouveau
stijlzuiver
Art Nouveau
invloeden