Inleiding

Een in 1902-1903 tot stand gekomen geheel vrijgelegen villa. Gebouwd in opdracht van mr. J.E. Vita Israël, mogelijk naar ontwerp van A. Salm in een eclectische stijl, met invloeden uit de neo-renaissance.

Omschrijving

De op een rechthoekig grondplan ontworpen villa uit donkerrode baksteen en grijze natuursteen kent vier bouwlagen: het souterrain, de bel-étage, de verdieping en de kapverdieping. Het dak is samengesteld uit een afgeknot schilddak, een ingestoken zadeldak, een zadeldak aan de achtergevel en een enkel lagergelegen schuinoplopend dakschild. Gedekt met roodgeglazuurde Muldenpannen. Op het schilddak een enkele kapel met venster en draairamen en koperen tentdak met piron. Schoorstenen met uitkragende natuurstenen profiellijst. Verder vorstkammen en eenvoudige gootlijst.

Het linkerdeel van de zuidgevel risaleert ten opzichte van het rechterdeel. Deze zuidgevel toont een in blauwgrijze baksteen gemetselde plint of trasraam waarboven een hardstenen laag. Vensters met draairamen en siersmeed-traliewerk. Verder een enkele witte speklaag en hoekstenen. Aan de rechterzijde een toegangspartij bestaande uit een toegangsdeur, bordes en korte trap. Trap en leuning hebben een gemetselde, opengewerkte borstwering en natuurstenen leuning en beeindiging van de post. Deur met Art Nouveau traliewerk en houten tracering. Boven de deur een halfrond bovenlicht met Art Nouveau houten tracering. Boven de toegangsdeur met bovenlicht is nog een later aangebrachte halfronde luifel met koperen bekleding en houten geprofileerde lijst. Op de bel-étage twee grote vensterpartijen. Het linkervenster heeft een breed middenraam en twee smalle ramen. De bovenlichten hebben een meerruits roedeverdeling. Het rechtervenster heeft een schuifraam en aan drie zijden een omlopende roedeverdeling met kleine vierkante ruiten. Verder witte hoekstenen. Op de verdieping aan de linkerzijde een loggia in de vorm van een getoogde nis. Bovenzijde met gebogen strek en natuurstenen sluit- en hoekstenen. Breed driedelig venster met licht getoogd middenvenster en bovenlichten met roedeverdeling. Aan de rechterzijde een klein venster met schuifraam. Overhoeks met de zijgevel de segmentvormige ronde onderbouw van een zich boven de gootlijst uitstrekkende toren. Aan de onderzijde een klein driehoekig balcon met gemetselde opengewerkte borstwering met natuurstenen leuning. Gebogen toegangsdeur met houten roedeverdeling en bovenlicht met vierruits-venster. Ronde torenopbouw met oeil de boeuf met kruisvormige roedeverdeling. Omlopend spitsboogfries en geprofileerde gootlijst. Met koper beklede torenspits met windvaan. Eveneens spitsboogfries bij daklijst. Linkerdeel van de gevel heeft op het niveau van de kap- of zolderverdieping een trapgevel met natuurstenen dekplaten en fronton en een ijzeren hijsbalk.

De oostgevel toont op het niveau van het souterrain en bel-étage eenvoudige vensters met witte hoekstenen. Een enkele doorlopende speklaag tussen deze bouwlagen. Geheel links een kleine trapgevel met getoogd lancetvenster en natuurstenen dekplaten en fronton. Het linkerdeel van de verdieping van de oostgevel is 'teruggezet'. Breed balcon met gemetselde opengewerkte borstwering. Doorgaans kleine vensters met roedeverdeling. Spitsboogfries onder de gootlijst. Aan de rechterzijde van het teruggerooide deel een kleine trapgevel met eenvoudig venster. Het rechterdeel van de oostgevel bestaat uit een hoge trapgevel met blindvensters en natuurstenen dekplaten en fronton. De noord- of achtergevel wordt overheerst door een rechthoekige serre op de bel-étage. Serre wordt besloten door een lessenaarsdak. Verder twee trapgevels van ongelijke hoogte. De serre heeft een samengestelde venster- en deurpartij met meerruits bovenlichten en aan de voorzijde een serliana-vormig kalf. Serre heeft een houten plint. Naast de serre een breed bordes met houten hekwerk tussen de posten. Een rechte houten trap met dertien treden geeft aan de linkerzijde toe gang tot het bordes. Trap heeft een houten borstwering met leuning en twee houten benedenposten met cannelures, gebiljoende stukken, profielbanden en eikelvormige knop. Onder de serre en het bordes bevindt zich de oorspronkelijk open, maar nu gedichte warande.

NB In 1937 is boven de voordeur in opdracht van H. Jansen van Wijlick naar ontwerp van architect F. Jurrema een luifel aangebracht.

Waardering

Villa van algemeen belang vanwege de architectuur- en cultuurhistorische waarde. Van belang wegens stedebouwkundige ensemblewaarde als onderdeel van de villabebouwing rondom het Museumplein. Verder van toegevoegd belang als onderdeel van het villablok, ingesloten door de Honthorststraat, de Paulus Potterstraat, de Jan Luijkenstraat en de Hobbemastraat. De hoofdvorm en de detaillering zijn redelijk goed bewaard gebleven.