HOOFDGEBOUW (Huis Vollenhoven). Het huis Vollenhoven bestaat uit een hoofdgebouw op rechthoekige grondslag op natuurstenen plint en is overkapt met vier, onder grijze leien gedekte, in de lengte van het huis geplaatste schilddaken, waartussen zakgoten, die aan de linkerzijde van het huis bij elkaar getrokken worden tot één dwars geplaatst schilddak. Rechts een wat terugwijkende, lagere uitbouw op natuurstenen plint en een lagere aanbouw van jongere datum op bakstenen plint, beide op rechthoekige grondslag. De uitbouw is overkapt met drie, onder grijze Hollandse dakpannen gedekte, halve schilddaken; de aanbouw met een, onder grijze pannen gedekt, schilddak. Op de nokhoeken van de buitenste schilddaken van het hoofdgebouw staan vier schoorstenen op vierkante grondslag onder een platte kap. Rondom het hele hoofdgebouw loopt een geprofileerde dakgoot en een kroonlijst. Zowel hoofd- als uitbouw zijn wit gepleisterd.

Het huidige huis Vollenhoven werd waarschijnlijk omstreeks 1800-1810 door de eigenaar Pieter de Smeth gebouwd op de fundamenten van het voorgaande huis (waar geen afbeeldingen van bekend zijn), maar kan ook een ingrijpende verbouwing van dit huis zijn. Het is echter ook mogelijk dat het voorgaande huis omstreeks 1777 ontworpen werd door de Franse architect M. de Malhortie. Dan betreft het een huis waarvan wel enkele plattegronden en aanzichten van bewaard gebleven zijn.

De voorgevel van het hoofdgebouw bestaat uit negen traveeën waarvan de middelste drie een middenrisaliet vormen. De risaliet heeft beganegronds een centraal gelegen, naar voren komende ingangspartij bestaande uit een dubbele beglaasde toegangsdeur met halfrond bovenlicht met hartvormige roedenverdeling, waarvoor een tochtportaal, aan beide zijden geflankeerd door een ionische pilaster met daarvoor een ionische zuil. Aan weerszijden een venster, op dezelfde wijze opgebouwd als de toegangsdeur. Aan beide zijden wordt de ingangspartij geflankeerd door een ionische pilaster en afgedekt door een gecanneleerde kroonlijst waarin rozetten. Op de verdieping een 6-ruits fenêtres-à-terre met aan weerszijden een 6-ruitsvenster voorzien van persiennes, waarvoor een Frans balcon met een smeedijzeren hekwerk. Het geheel wordt afgedekt door vooruitspringende kroonlijsten op voluutvormige kraagstenen. In de zolderverdieping drie 2-ruitsvensters. De risaliet wordt bekroond door een met een kroonlijst omgeven tympaan waarin een beeldhouwwerk voorstellende twee putti die een cartouche flankeren waarop de naam Vollenhoven. De traveeën aan weerszijden van de middenrisaliet zijn op dezelfde wijze opgebouwd, echter is er sprake van een opvallend verschil in breedte tussen beide beuken; de linkerbeuk is smaller dan de rechter, wat wellicht een indicatie is dat het huidige huis toch na een verbouwing van een ander huis in de periode 1800-1810 tot stand is gekomen. Beide beuken hebben beganegronds drie 8-ruitsvensters met persiennes, op de verdieping drie 6-ruitsvensters met persiennes en op de zolderverdieping drie gedeelde vensters.

De linkerzijgevel (zuidoost) bestaat uit vier traveeën; beganegronds een uitbouw met halfrond middendeel, waarvan de voor de linker- en rechtertravee geplaatste onderdelen tijdens verbouwingen in de jaren '20 door M. Van Marwijck Kooy aangebracht zijn. Op de verdieping vormt de uitbouw een balcon waarlangs een smeedijzeren hekwerk loopt. Het balcondeel boven de halfronde uitbouw wordt overdekt door een halfrond smeedijzeren tentdak, gedragen door zes gietijzeren palen. Het tentdak is in afwisselend oranje-gele en witte banen beschilderd en is voorzien van een geschulpte ijzeren rand. Beganegronds heeft de halfronde uitbouw een dubbele deur met aan weerszijden een ionische zuil, een 16-ruitsvenster en wederom een ionische zuil. In de de uitbouw links een 12-ruits dubbele deur met 6-ruits bovenlicht met aan weerszijden een 3-ruits laddervenster, rechts een 6-ruitsvenster waarvoor een veranda met een geschulpte houten omlijsting. Op de verdieping centraal een deur en 6-ruitsvenster; in de linker- en rechtertravee een 6-ruitsvenster met per siennes. Op de zolderverdieping in elke travee een gedeeld venster. De achterzijde van het hoofdgebouw (zuidwest) bestaat uit negen traveeën waarvan de middelste drie een risaliet vormen die bekroond wordt door een met een kroonlijst omgeven tympaan. Beganegronds, voor de middelste vijf traveeën, is een door tien ionische zuilen gedragen collonade aangebracht, waarvan het voor de risaliet gelegen deel halfrond is. Deze uitbouw vervangt sinds de jaren '20 de oorspronkelijke serre, die uit een rechthoekige uitbouw bestond. Onder de collonade een terras; een met de vorm van de uitbouw meelopend hardstenen bordes boven twee treden. Op de verdieping vormt de collonade een balcon waarlangs een smeedijzeren hekwerk. De indeling van de beganegrond van het hoofdgebouw is onregelmatig. De verdieping heeft acht 6-ruitsvensters met persiennes, centraal in de risaliet een gedeelde 4-ruitsdeur met 2-ruits bovenlicht. Op de zolderverdieping worden de traveeën door een gedeeld venster afgesloten. Tegen de rechterzijgevel (noord) de uit twee bouwdelen bestaande uitbouw. Het eerste bouwdeel, gelegen aan de straatzijde van het huis, heeft in de voorgevel een 6-ruitsvenster met persiennes. In de zijgevel een 6-ruitsvenster met persiennes en een, tussen de twee bouwdelen ingeklemd ingangspartij, bestaande uit een tochtportaal waarin een dubbele deur met zijvensters. In de gevel daarboven een halfrond bovenlicht met roedenverdeling en een 12-ruitsvenster. Het daarachter gelegen, bredere bouwdeel heeft in de voorgevel een 6-ruitsvenster, in de zijgevel een 6-ruitsvenster met persiennes en een klein venster. In de achtergevel beganegronds een dubbele beglaasde toegangsdeur met 2-ruits bovenlicht, aan beide zijden geflankeerd door een 6-ruitsvenster. Op de verdieping een gedeelde 6-ruitsdeur met stores waarvoor een balkon. Op het dak een dakkapel voorzien van eenvoudige houten wangen.

De aan het begin van de 20ste eeuw de aan de uitbouw gebouwde, lagere aanbouw met horizontale betimmering, doet dienst als garage en schuur. De voorgevel is voorzien van een attiek die het schilddak aan het zicht onttrekt.

Interieur- In de jaren kort na 1922 (koop Van Marwijk Kooy) is er centrale verwarming in het hele huis aangelegd, werden alle schuiframen vervangen door nieuwe ijzeren vensters en werd tevens de hal van de huidige paneellambrizering voorzien: van het geschilderde blauwe 'marmer' is thans niets meer zichtbaar.

De eetkamer is eveneens voorzien van een paneelbetimmering (donker groen geschilderd) uit deze periode, waarin drie vroeg 18de- eeuwse witjes zijn opgenomen.