KOETSHUIZEN. De beide witgeschilderde 18de eeuwse gebouwen op het voorplein hebben een rechthoekige grondslag, zijn opgetrokken in één bouwlaag (tegen de achterzijde van het linker koetshuis is onder een afzonderlijk middelhoog schilddak een aanbouw in twee bouwlagen opgetrokken), en gedekt door met gesmoorde pannen belegde schilddaken; op de uiteinden van de nok schoorstenen afgedekt door borden; op het dak drie dakkapellen met segmentvormige tympanen en voorzien van wangen; de middelste dakkapel kent luiken, de beide andere stolpvensters waarin een kleine roedenverdeling; het linker koetshuis heeft een samengesteld dak met een kleiner schilddak aan de achterzijde; de beide huizen hebben een symmetrische voorgevel met een dubbele grote glasdeur met bovenlicht, voorzien van gaas en glas, in het midden; om deze deuren een geprofileerde blokbepleistering; de met blok- en balkbepleistering uitgevoerde delen risaleren iets; aan beide uiteinden van de voorgevel een paneeldeur met bovenlicht in kleine roedenverdeling; de travee van deze deuren is geheel in horizontale blokbepleistering uitgevoerd; nabij de hoeken van de gevel smalle vensters met kleine verdeling; tussen de paneeldeuren en de grote deuren in het midden zijn kruisvensters met kleine roedenverdeling aangebracht; in de naar de weg gekeerde gevels zijn drie vensters met kleine roedenverdeling en halfhoge luiken, waarvan er één is dichtgezet; de beide andere zijgevels zijn voorzien van drie hoge dubbele koetsdeuren met boogvormig bovenlicht met daarin gaas en glas, en luiken; de gevel is voor de derde deur verhoogd met een muurgedeelte onder een rechte lijst; tussen de beide andere deuren een hooiluik; de achtergevel van de koetshuizen is niet witgeschilderd, maar in schoon werk uitgevoerd; in de achtergevel van het rechter koetshuis bevinden zich enige deuren en vensters met kleine roedenverdeling en luiken aan de vensters; in de achtergevel van het linker koetshuis hebben alle vensters een kleine roedenverdeling, de vensters op de b.g. zijn voorzien van opgeklampte luiken; de verbinding van de lage achtergevel met de verhoging van de zijgevel loopt langs een gebogen lijn. Naar het rechter koetshuis is een uit het hoofdgebouw afkomstig in stuc uitgevoerde voorstelling van een godin (Venus) overgebracht en naar het linker koetshuis van een god (Apollo); beide zijn van de hand van Ignatius van Logteren.