Registergegevens

Monumentgegevens

Monumentnummer
507103
Inschrijving register
Kadaster deel/nr
82654/57
Kadastrale aanduiding
Dokkum C 1059
Stationsweg 29, 9101 HX te Dokkum

Omschrijving

Inleiding

Het rijk geornamenteerde WOONHUIS is gebouwd in het eerste decennium van de twintigste eeuw onder Overgangsarchitectuur. Op stilistische gronden valt de woning toe te schrijven aan de anonieme architect van de Stationsweg 18, 20 te Dokkum. De indeling van het woonhuis van het rentenierswoningtype is nog schatplichtig aan het Neo-Classiscisme, maar het interieur is in detaillering sterk beïnvloed door de Chaletstijl en de Art Nouveau. Het beeldbepalende woonhuis, op de hoek van de Stationsweg en de Stationsstraat, ligt binnen het Gebied met Bijzondere Waarden dat in het kader van het Monumenten Inventarisatie Project is geïnventariseerd. Het woonhuis heeft een ruime voor- en zijtuin. De bouw van het woonhuis valt in de periode waarin de Noord Friesche Locale Spoorwegmaatschappij het eindstation bij Dokkum had, vlakbij het bedoelde woonhuis. Buiten de bescherming van rijkswege vallen de bijgebouwde garage en aangebouwde rijwielbergplaats (1965) wegens te geringe monumentale waarde en te jonge leeftijd.

Omschrijving

Het woonhuis heeft globaal een vierkante plattegrond en bestaat uit één bouwlaag onder een overstekend, afgeknot schilddak. De dakschilden worden onderbroken door opgetrokken gevelstoppen boven de erkers en op een hoek en drie kleine dakkapelllen onder ingesnoerde naaldspitsen. De dakschilden zijn belegd met leien (omgekeerd Angersmodel) in maasdekking. De gevels zijn opgetrokken in bruine bakstenen op een natuurstenen plint en verlevendigd met crème-witte verblendstenen en rode strengpersbakstenen tectonische decoraties, rood gevoegd, zoals banden langs onder- wissel- en bovendorpel en strekbogen. De gevels worden afgesloten door een rode strengpersbakstenen lijst, rood gevoegd, met een geprofileerde, gepleisterde band; hierop zijn de bewerkte klampen van de gootlijst aangebracht. De raamopeningen zijn H-vensters met groen getinte matglazen, meerruits bovenlichten. De vensters, met uitzondering van die in de erkers en van de zolderdieping, zijn onder een getoogde streklaag met sluitstenen met diamantkop, aanzetstenen en kunststenen trommelvelden, waarin eenvoudige Art Nouveau lijndecoraties in laagreliëf. Alle vensters hebben een geknipte loodslab en groen geglazuurde bakstenen lekdorpel. De zuidgevel heeft in het midden een inpandig portiek, dat geheel is betegeld, met een tweetreeds hardstenen stoep. De lambrizering heeft een rand tegels waarop een baarsachtige vis. De Neo-Renaissance porte brisee heeft smeedijzeren hekwerkjes met zweepslagmotief voor de glaspanelen. Het trommelveld boven de latei van het portiek is gewijzigd. Links naast het portiek een drielichtvenster. Rechts naast het portiek een driezijdige erker onder een gegolfd dak belegd met zinken leien. De H-vensters zijn recht gesloten. De gootklossen rusten op een houten gevellijstje. Boven de erker is een afgeknotte puntgevel met een sierspant. De raamopening met segmentvormige zijlichten wordt omlijst door een vrijwel cirkelvormige decoratieve omranding. In het dakschild boven de toegang een houten dakkapelletje onder een ingesnoerde, stijle naaldspits met een bladvormige bekroning. De afgesnoten hoek naar de linker zijgevel is verbijzonderd door de iets naar voren springende gevel over twee bouwlagen en wordt beëindigd door een wolfdak met een sierlijke windveer waarop een zinken bladerpiron. Het H-venster op de verdieping heeft een keperboogvormig bovenlicht. Aan de gevel hangt een houten bloembak. De linker zijgevel is grotendeels blind met uitzondering van een risalerende driezijdige erker onder een opgetrokken geveltop met een wolfdak en bekroond met een zinken bladerpiron. De H-vensters zijn recht gesloten en hebben meerruits bovenlichten met groen getint matglas. De gootklossen rusten op een houten gevellijstje. Op de erker een balkon met een laag ijzeren hekwerk. De dubbele balkondeuren met lagere zijlichten worden aan de bovenzijde afgesloten door een streklaag. De achtergevel aan de noordzijde is sober uitgevoerd; de tectonische decoraties zijn consequent doorgevoerd, maar de vlakke gevelwand wordt niet onderbroken met uitbouwen. De deur- en raamopeningen hebben een trommelveld met siermetselwerk in gele, rode en gesmoorde bakstenen. In het dakschild enkele recentere daklichten en een houten dakkapel; op de hoeken van het schilddak eenvoudige pironnen. In de gevel bevinden zich van rechts naar links: een H-venster, in het midden een achterdeur met smeedijzeren hekje met zweepslagmotief voor de glaspanelen, een toiletraampje en een kelderraam en rechts een gesloten paneeldeur met zij- en bovenlichten. De rechterzijgevel van het woonhuis is gedeeltelijk oversneden door een aangebouwde, contemporaine bijkeuken onder een plat dak met enkele I-vensters. De rechter zijgevel heeft een drielichtvenster, dat net zo is gedetailleerd als in de voorgevel, waaronder een een kelderraam. Op het rechter dakschild staan twee houten dakkapellen onder een ingesnoerde naaldspits.

Het interieur van de het woonhuis is structureel gaaf en bevat veel oorspronkelijke en waardevolle interieuronderdelen. Van belang zijn onder meer de gang met marmeren vloertegels en lambrizering met Art Déco-tegels en het stucplafond in de hal. In de zijkamer een stucplafond met florale decoraties en omlijste vensterbanken. In de kamers en suite zijn de stucplafonds met eikeblad en -bloesem aanwezig.

Waardering

Het woonhuis, onder Overgangsarchitectuur gebouwd in het eerste decennium van de twintigste eeuw, is van algemene cultuurhistorische en architectuurhistorische waarde:

- als bijzonder uitdrukking van een stijlontwikkeling, te weten de invloed van de Art Nouveau in de regio,

- als bijzondere representant van deze Overgangsarchitectuur in de gemeente Dongeradeel,

- vanwege de hoogwaardige esthetische kwaliteit van het ontwerp,

- wegens de zeer hoge mate van belang door de gaafheid van materiaalgebruik en ornamentiek,

- vanwege de redelijke mate van belang wegens de situering verbonden met de ruimtelijke ontwikkeling van Dokkum buiten de vesting gedurende het eerste decennium van de twintigste eeuw, dat samenviel met de ontsluiting door de lokaalspoorweg,

- als beeldbepalend hoekpand binnen de, als gebied met bijzondere waarden aangemerkte, Stationsbuurt,

- vanwege de hoge mate van gaafheid van zowel het exterieur als het interieur.

Overige gegevens

Oorspronkelijke functies

Hoofdfunctie Hoofdcategorie Subcategorie Functie Verbijzondering Toelichting
Ja Woningen en woningbouwcomplexen Woonhuis(K) Woonhuis

Bouwactiviteiten

Werkzaamheid Van Tot Nauwkeurigheid Toelichting
vervaardiging
1900
1910
globaal

Bouwtypen

Hoofdcategorie Subcategorie Bouwtypen Toelichting
Woningen en woningbouwcomplexen Woonhuis(K) Rentenierswoning

Bouwstijlen

Bouwstijl Zuiverheid Toelichting Rijksmonumentnummer
Overgangsarchitectuur
invloeden