Registergegevens

Monumentgegevens

Monumentnummer
507104
Inschrijving register
Kadaster deel/nr
82654/73
Kadastrale aanduiding
Dokkum B 659
Strobosserweg 11, 9101 VT te Dokkum

Omschrijving

Inleiding

Het WOONHUIS in Overgangsarchitectuur is ontworpen in 1905/06, vermoedelijk door A. Velding uit Buitenpost. De toeschrijving is gebaseerd op vergelijking met de woonhuizen aan de Voorstraat 58 en 60 te Buitenpost. Tevens blijkt een van de ontwerptekeningen op 17 januari 1906 vanuit Buitenpost te zijn verzonden naar de aannemers Gebroeders Van der Mei uit Dokkum. Het woonhuis buiten de stadgracht werd voor eigen bewoning gelijktijdig met de naastligger Strobosserweg 12 gebouwd in opdracht van de weduwe juffrouw Oberman. In de opzet vertoont het woonhuis de Classicistische indeling van kamers aan weerszijden van een gang, maar in de detaillering zijn decoratieve elementen van de Chalet-stijl verwerkt. Het perceel is van de openbare weg gescheiden door een kavelsloot, die bijna geheel rondom het perceel loopt, echter niet aan de oostzijde waar deze vermoedelijk in 1955 is gedempt ten behoeve van de bouw van de garage. Op de grens van de kavel een HEK en over het water een BRUG. De beeldbepalende, houten BALUSTRADES van de verbrede toegangsbrug zijn naar het oude model gerestaureerd en zijn voor het object van visueel belang. In het gazon van de voortuin staat een solitaire beuk. De woning is inpandig verbouwd, laatstelijk in 1977 naar ontwerp van B.S. Adema (serre en installatiewerk), zonder dat de structuur van het pand ernstig werd verstoord. Voor de bescherming van rijkswege zijn van ondergeschikt belang de bijkeuken en de serre. Buiten de bescherming van rijkswege valt de in stijl bijgebouwde garage wegens de geringe ouderdom.

Omschrijving

Het hoofdvolume van het woonhuis heeft globaal een vierkante plattegrond met aan de zuidzijde (niet beschermde) aanbouwen als een bijkeuken en een serre, beide onder plat dak. Het woonhuis bestaat uit één bouwlaag onder een samengesteld dak, belegd met leien in Maasdekking. De dakschilden aan de voor- en zijgevels worden onderbroken door vier risalerende geveltoppen met wolfeind, terwijl de achtergevel over twee bouwlagen is opgetrokken. De wolfeinden worden bekroond met een zinken vaas als makelaar. Het opgaand muurwerk bestaat uit bruine bakstenen verlevendigd met creme-witte, verblendstenen tectonische decoraties, zoals banden, streklagen en imitatie-neggeblokken. Het dakoverstek van de langsgevels rust op gepaarde en versierde gootklampen, terwijl de overstekende geveltoppen zijn verlevendigd met eenvoudig gedecoreerde windveren en sierspanten die rusten op gepaarde, versierde korbelen. Bijna alle vensters zijn onder een stompe spitsboog met een strek- of rollaag en een kunststenen trommelveld met een florale versiering in laagreliëf. Aan de onderzijde hebben alle vensters een bruin geglazuurde bakstenen lekdorpel. De noordzijde heeft een driemaal verspringende gevel: rechts een risalerende erker van twee raamtraveeën breed; in de geveltop een T-venster met tienruits bovenlicht. Onder het raam is een bloembak bevestigd op consoles en met een sierlijke, lage balustrade. In het terugliggende gevelvlak en onder het dakoverstek is een porte brisee met een drietreeds, hardstenen stoep. De deurpanelen hebben eenvoudig snijwerk; voor de glaspenalen is eenvoudig siersmeedwerk. Aan het de gootlijst van het overstek hangen aangepunte leien als een bies. Op het dakschild boven de deur een houten kajuit met een piron op het wolfeind; H-venster en een samengesteld bovenlicht. Het houtwerk heeft eenvoudig snijwerk. Het linkerdeel van de gevel risaleert en heeft een afgesnoten hoek aan de deurzijde waarin een smal H-venster. Aan de voorzijde is een venster met een stompe spitsboog en een gebogen wisseldorpel. In de geveltop een T-venster met vierruits bovenlicht. De oostelijke zijgevel heeft een risaliet met wolfeind, iets breder, maar verder nagenoeg identiek aan het linker gedeelte van de noordgevel. In de langsgevel een H-venster onder een stompe spitsboog rollaag en een toiletraam met diefijzer. In de zijgevel van de aangebouwde bijkeuken twee vensters aan weerszijden van de zij-ingang. De zuidgevel is opgetrokken tot in de kap en heeft twee wolfeinden aan de oost- en westzijde. De zuidgevel wordt gedeeltelijk oversneden door de serre. In de tweede bouwlaag twee T-vensters onder een rollaag. De westgevel is evenals de voorgevel in drieën verdeeld. Rechts een erker met een H-venster onder een stompe spitsboog en een trommelveld. Aan de gootlijst hangt een 'bies' van aangepunte leien. In het dakschild erboven een houten kajuit met een piron op het wolfeind; H-venster en een samengesteld bovenlicht. Het houtwerk heeft eenvoudig snijwerk. In het terugliggende gevelvlak een blind venster ter hoogte van de scheiding tussen voor- en achterkamer. Op het dakschild een dubbele schoorsteen. Links van het blinde venster een smal en ondiep risaliet met H-venster en in de geveltop een klein H-venster met een achtruits bovenlicht.

De STRUCTUUR van het pand is geheel herkenbaar ondanks de wijzigingen. Tot de waardevolle INTERIEUR-onderdelen behoren ondermeer de marmeren vloer in de gang, de gemarmerde lambrizering en de met Art Nouveau-motieven beschilderde deuren. De ebbehouten deurkrukken zijn origineel. Aan het einde van de gang is een dubbele boog met de trap naar de verdieping. De kamers en suite hebben in de voorkamer vensterbanken en een raamomlijsting, een stucplafond waarin vruchtmotieven zijn verwerkt; een zwartmarmeren hoekhaard met slanke zuilen op de hoeken van de boezem. In de achterkamer eenzelfde zwartmarmeren schoorsteen met diepreliëf en slanke hoekzuilen op de boezem. Het stucplafond is versierd met vruchtmotieven.

De toegangsbrug heeft een balustrade bestaande uit houten hekstijlen met ingesnoerde punten en afgebiljoende hoeken; tussen de stijlen twee gebogen X-vormen. Op de erfscheiding met Stroobosserweg 12 een hek met identieke houten stijlen, waartussen ijzeren hekjes.

Waardering

Het woonhuis in Overgangsstijl ontworpen en gebouwd in 1905/1906, met hek en brugbalustrade, zijn van algemeen cultuurhistorisch en architectuurhistorisch belang:

- als karakteristiek voorbeeld van de toepassing van rustieke decoratie-elementen in de klassieke plattelandsarchitectuur,

- vanwege de visuele gaafheid van de balustrade op de toegangsbrug,

- vanwege de oorspronkelijkheid van het hekwerk op de erfscheiding met de naastligger,

- vanwege de redelijke mate van belang binnen het oeuvre van de architect aan wie het woonhuis wordt toegeschreven,

- vanwege de uitbundige detaillering en de ornamentiek,

- vanwege de hoge mate van architectonische gaafheid van het exterieur,

- vanwege de redelijke mate van de gaafheid van interieuronderdelen

Overige gegevens

Oorspronkelijke functies

Hoofdfunctie Hoofdcategorie Subcategorie Functie Verbijzondering Toelichting
Ja Woningen en woningbouwcomplexen Woonhuis(K) Woonhuis

Bouwactiviteiten

Werkzaamheid Van Tot Nauwkeurigheid Toelichting
vervaardiging
1905
1906
globaal

Bouwtypen

Hoofdcategorie Subcategorie Bouwtypen Toelichting
Woningen en woningbouwcomplexen Woonhuis(K) Middenstandswoning

Bouwstijlen

Bouwstijl Zuiverheid Toelichting Rijksmonumentnummer
Overgangsarchitectuur
invloeden