Registergegevens

Monumentgegevens

Monumentnummer
507135
Inschrijving register
Kadaster deel/nr
82657/87
Kadastrale aanduiding
Harlingen A 8086
Zuiderhaven 77, 8861 CM te Harlingen

Omschrijving

Inleiding

De PASTORIE van de Katholieke Sint Michaëlskerk aan de Zuiderhaven is een blokvormig pand met rechthoekige plattegrond. De pastorie is, net als de kerk, in neogotische stijl gebouwd in het jaar 1881 naar het ontwerp van architect Alfred Tepe te Utrecht. Aannemers waren de broers N.H. en A. Peters. De nieuwe kerk met pastorie kwam in de plaats voor een oudere, die in 1768 was gebouwd. Tussen 1880 en 1881 hebben de gelovigen gebruik gemaakt van een houten noodkerk met pastorie, die in 1880 werd gebouwd. In 1927 is van het kerkelijke gebouw zowel het exterieur als het interieur gedeeltelijk verbouwd, zonder echter schadelijke consequenties voor het oorspronkelijke ontwerp. De verbouwing is uitgevoerd volgens het ontwerp van architect A. Witteveen te Leeuwarden. De verbouwing omvatte m.b.t. het exterieur: - een nieuwe voorgevel - voor de bestaande langs - waarbij het buitenaanzicht echter ongewijzigd bleef; - de bouw van een erker in de zuidwestelijke hoek. Met betrekking tot het interieur omvatte de verbouwing: - een tochtportaal; - twee tochtdeuren in de gang; - een gang vanaf het tochtportaal naar de kerk.

Door een bombardement tijdens de Tweede Wereld oorlog was de sacristie zodanig aangetast dat die afgebroken moest worden. Na de oorlog is er een nieuwe gebouwd, die vanaf de tuin is te betreden. Voor beide gebouwen staat een gietijzeren HEKWERK, gedecoreerd met lanspunten, rozetten en knoppen. Aan de achterkant ligt een langwerpige tuin die omringd wordt door een hoge muur van bruine bakstenen met ezelsrug. In de muur zijn twee houten deuren aangebracht. De inrichting van de tuin is niet oorspronkelijk.

De bescherming richt zich op de pastorie en het hekwerk.

Omschrijving

De pastorie heeft een rechthoekige plattegrond met een vijfhoekige uitbouw aan de westzijde. De fundering bestaat uit heipalen en gemetselde bogen. Aan de westzijde heeft de pastorie sinds 1927 via een doorgang een rechtstreekse verbinding met de kerk (apart monumentnummer 20786). Het pand is twee bouwlagen hoog. In de top onder het dak bevinden zich nog twee bouwlagen. Het zadeldak wordt door diagonaal gelegde leistenen bedekt (Rijndekking). Op de nok bevinden zich twee schoorstenen met vier rookgaten en dekplaat. De pastorie is in bruine bakstenen opgetrokken. Drie bakstenen tandlijsten benadrukken de overgang naar de verschillende bouwlagen: een zaagtandlijst scheidt het basement van de eerste bouwlaag; tussen de overige bouwlagen zijn bloklijsten aangebracht; een muizetandlijst verbindt de trommelvelden van de vensters op de verschillende verdiepingen. De voorgevel heeft op iedere trede van de trapgevel aan de voorzijde vierkante pironnen, 13 in totaal. Deze zijn voorzien van een tentvormig dakje met gietijzeren bekroning. De bovenste piron is groter dan de rest en loopt een stukje door naar beneden tot net boven de twee hoogste vensters. In de eerste en tweede bouwlaag zitten drie zesruitsvensters met in het bovenlicht glas-in-lood, bakstenen trommelvelden en halfronde bogen. Alle trommelvelden zijn van baksteen. In de top zijn in de derde bouwlaag, symmetrisch opgesteld, twee kleine tweeruitsvensters geplaatst met in het midden een zesruitsvenster met glas-in-lood in het bovenlicht. In de eerste bouwlaag in de top zitten twee kleine tweeruitsvensters. De zesruitsvensters zijn alle voorzien van halfronde bogen met gemetseld trommelveld, de tweeruitsvensters van een spitsboogje met gemetseld trommelveld. Tien gietijzeren muurankers (vier in de eerste en tweede bouwlaag en twee in de top) sieren de trapgevel. In de westelijke zijgevel is in 1927 een vijfhoekige erker geplaatst met een plat dak en een rij aaneengesloten H-vensters met glas-in-lood in het bovenlicht. De erker wordt afgesloten door een sierlijst, die bestaat uit de vanaf de voorgevel doorlopende tandlijst met daarboven een natuurstenen lijst. De tandlijst loopt verder door de hele zijgevel. Naast de erker is de ingangspartij. Deze omvat een brede houten voordeur met horizontale, ijzeren staven met een lansmotief in het midden; in het gebogen bovenlicht zit glas-in-lood. Naast de voordeur twee smalle vensters met glas-in-lood. In de tweede bouwlaag van de westelijke zijgevel, boven de cordonlijst, zijn drie zesruitsvensters geplaatst met glas-in-lood in het bovenlicht. Zes muurankers sieren de zijgevel. De oostelijke zijgevel kijkt uit op een vrij smalle steeg. Hier bevinden zich boven de zaagtandlijst in de eerste bouwlaag vier zesruitsvensters, waarvan de eerste met glas-in-lood en strek en de overige met halfrond trommelveld en boog. Het glas-in-lood is hier en daar vervangen. Hiernaast bevindt zich nog een vierruitsvenster. In de tweede bouwlaag bevinden zich, boven het venster met strek, twee tweelichtvensters met halfronde boogtrommels en glas-in-lood. Rechts ervan is een nieuw venster ingebracht. Rechts van dit venster zitten twee vierruitsvensters met glas-in-lood en halfronde trommelvelden met boog. In het zaalgedeelte bevindt zich een zij-ingang. Deze smalle deur is voorzien van golvend houten snijwerk; het bovenlicht bestaat uit een hoog vierruitsvenster met glas-in-lood. De achtergevel is ook een trapgevel, maar hier zonder pironnen. De achtergevel van het zaalgedeelte heeft twee zesruitsvensters met glas-in-lood en halfronde bakstenen trommelvelden met boog.

Het INTERIEUR is sinds 1927 (zie inleiding) niet structureel gewijzigd, maar heeft wat kleine aanpassingen ondergaan in de keuken, de bijkeuken en aan de verlaagde plafonds. In de entree en in de hal bevinden zich de gang met deur naar de kerk en het tochtportaal; in de gang het trapportaal en twee tochtdeuren. De oorspronkelijke houten trap naar de eerste verdieping is van Art Noveau-snijwerk voorzien. In de pastoorskamer is een ingebouwde houten kast aanwezig die tegelijk met de erker is gebouwd. Hier is de oorspronkelijke schoorsteenmantel van rood marmer nog aanwezig. In de huiskamer, nu studeerkamer, is een schouw van zwart marmer. De indeling van de verdieping is grotendeels nog origineel, de kamers zijn gemoderniseerd. De zolder is onaangetast gebleven en heeft een gordingenkap. In het midden de twee schoorsteenkanalen. Eén ervan is (van oorsprong) van een rookgat voorzien.

Waardering

De pastorie en het hekwerk aan de Zuiderhaven 77 te Harlingen, behorend bij de onder monumentnummer 20786 beschermde St. Michaëlskerk, is van cultuurhistorisch en architectuurhistorisch belang:

- als bijzondere uitdrukking van een geestelijke ontwikkeling;

- voor de geschiedenis van de architectuur;

- vanwege de plaats die het ontwerp inneemt binnen het oeuvre van de architect;

- vanwege de hoogwaardige architectonische kwaliteit van het ontwerp;

- vanwege het bijzondere materiaalgebruik en de ornamentiek;

- vanwege de architectonische gaafheid van het exterieur;

- vanwege de -in redelijke mate aanwezige- architectonische gaafheid van het interieur;

- vanwege de hoogwaardige architectonische kwaliteit van de samenstellende onderdelen;

- vanwege de situering, verbonden met de geschiedenis en de ontwikkeling van de stad;

- vanwege de situering (als markeringspunt voor de directe omgeving);

- voor het aanzien van de streek en de stad;

- in relatie tot de visuele gaafheid van de stedelijke omgeving.

Overige gegevens

Oorspronkelijke functies

Hoofdfunctie Hoofdcategorie Subcategorie Functie Verbijzondering Toelichting
Ja Religieuze gebouwen Kerkelijke dienstwoning Pastorie(F)

Bouwactiviteiten

Werkzaamheid Van Tot Nauwkeurigheid Toelichting
vervaardiging
1881
1881
exact

Bouwstijlen

Bouwstijl Zuiverheid Toelichting Rijksmonumentnummer
Neo-Gotiek
invloeden