Registergegevens

Monumentgegevens

Monumentnummer
507145
Inschrijving register
Kadaster deel/nr
82656/160
Kadastrale aanduiding
Blija A 1826
Voorstraat 26, 9171 LV te Blije

Omschrijving

Inleiding

Het vrijstaande WOONHUIS met aangebouwde bijkeuken ligt op een ruim terrein en is vermoedelijk gebouwd als rentenierswoning. De burgerwoning is op stilistische gronden te dateren in het eerste decennium van de 20ste eeuw: in de decoraties is de invloed van de vernieuwingstendenzen herkenbaar, mede op grond waarvan het woonhuis tot de Overgangsarchitectuur wordt gerekend. Het gietijzeren TOEGANGSHEK dateert uit de 2de helft van de 19de eeuw. De recentere aanbouw aan de bijkeuken is voor de bescherming van ondergeschikt belang.

Omschrijving

Het woonhuis heeft globaal een vierkant grondplan met een erker aan de voorzijde en een aangebouwde bijkeuken onder plat dak aan de achterzijde. De woning bestaat uit één bouwlaag, maar de rechter helft van het woonhuis is over twee bouwlagen opgetrokken en heeft een topgevel onder wolfdak. De gevels zijn opgetrokken in donkerbruine bakstenen op een natuurstenen plint. De gevelwanden zijn verlevendigd met gele verblendstenen banden langs onder-, wissel- en bovendorpel en rode strengpersbakstenen. De gevels worden afgesloten door een gevellijst, die door verticaal gemetselde kopse stenen onder de gootklossen in vakken is verdeeld en waarin rode bakstenen kops zijn ingemetseld. De samengestelde kap bestaat uit een afgeknot schilddak en een zadeldak met wolfeinden, bekroond met zinken pironnen. De dakschilden zijn belegd met leien in maasdekking. De voorgevel heeft in het midden een inpandig portiek met een drietreeds hardstenen stoep. De lambrizering van het portiek is betegeld met gefacetteerde tegels en heeft een terrazzo-vloer en een paneeldeur. Op het portiekkalf een tweelichtvenster met meerruits roedeverdeling, onder een keperboog met sluit- en aanzetstenen. Links van het portiek een drielichtvenster met meerruits bovenlichten van getint matglas, onder een gedrukte keperboog en een trommelveld met siermetselwerk. Rechts van de ingang een driezijdige erker met H-vensters onder een latei met daarboven een eenvoudig gevellijstje. Op de erker een balkon met houten balustrade. De balkondeur heeft een gebogen roedeverdeling. In het dakschild boven de muurdam tussen het portiek en het drielichtvenster een tweelicht dakkapel met T-vensters onder een geringere dakhelling.

In de rechter zijgevel is een H-venster en een drielichtvenster; beide hebben bovenlichten met geel getint matglas. Beide lichtopeningen zijn onder een keperboog. Op het dakschild een schoorsteen en een dakkapel onder een geringere dakhelling. De linker zijgevel heeft op beide hoeken een H-venster en in het midden boven elkaar een provisiekelderraam met valraam een een traplichtopening die de gevellijst gedeeltelijk doorsnijdt. In het dakschild staat een gemetselde schoorsteen met gele bakstenen kruisdecoraties en een band. De achtergevel wordt gedeeltelijk oversneden door een bijkeuken. De bijkeuken is opgetrokken in bruine bakstenen verlevendigd met gele bakstenen ter hoogte van de onderdorpel. De drie vensters in de aanbouw zijn onder een rollaag van gele verblendstenen; de achteringang heeft een bakstenen stoep. De daklijst van het platte dak is versierd met gietijzeren ornamenten. In de opgetrokken achtergevel boven het platte dak van de bijkeuken is een drielichtvenster met een deur naar het droogplat.

Het interieur is structureel geheel en in de detaillering gedeeltelijk oorspronkelijk. De middengang is bevloerd met gedecoreerde hardgebakken tegels en op het plafond stucadoorswerk. Het voor- en achtergedeelte van het huis wordt aangeduid door een gestucadoorde boog in de gang.

Tot de oorspronkelijke INTERIEUR-onderdelen behoren onder meer de schuifdeuren in de kamer-en-suite, de zwartmarmeren schoorsteenmantel, de vensterbanken en de deuromlijstingen van de paneeldeuren, waarop de voormalige geschilderde decoraties met enige moeite te herkennen zijn. Op de zolderverdieping is nog aanwezig een droogzolder en een kleine slaapkamer met bedstede. De toegang tot het perceel wordt gevormd door een gietijzeren hekwerk bestaande uit drie gecanneleerde stijlen bekroond met pijnappels, gesmede vleugels en draaihekken, een enkelvoudig voetgangershek en een dubbel voertuigenhek. De draaihekken zijn gesmeed en hebben gietijzeren punten.

Waardering

Het woonhuis in Overgangsarchitectuur uit het eerste decennium van deze eeuw en het 2de helft 19de-eeuwse toegangshek zijn van algemene architectuurhistorische waarde:

- als representant van de eenvoudige rentenierswoningen,

- vanwege de redelijke mate van esthetische kwaliteit van het ontwerp,

- vanwege de hoge mate van bijzonder materiaalgebruik en van ornamentiek,

- vanwege de hoge mate van gaafheid van van interieur en exterieur,

- vanwege de redelijke mate van gaafheid van de onderdelen van het object: woonhuis en hekwerk.

Overige gegevens

Oorspronkelijke functies

Hoofdfunctie Hoofdcategorie Subcategorie Functie Verbijzondering Toelichting
Ja Woningen en woningbouwcomplexen Woonhuis(K) Woonhuis

Bouwactiviteiten

Werkzaamheid Van Tot Nauwkeurigheid Toelichting
vervaardiging
1900
1910
globaal

Bouwstijlen

Bouwstijl Zuiverheid Toelichting Rijksmonumentnummer
Overgangsarchitectuur
invloeden