Registergegevens

Monumentgegevens

Monumentnummer
507146
Inschrijving register
Kadaster deel/nr
82656/167
Kadastrale aanduiding
Ferwerd A 2649
Elingawei 15, 9172 NH te Ferwert

Omschrijving

Inleiding

Het uitbundig geornamenteerde WOONHUIS is in 1908 gebouwd onder Overgangsarchitectuur. Het woonhuis is ontworpen in opdracht van de heer Pieter Pieters Hoogland uit Ferwert en gebouwd door de aannemer Miedema uit Marrum. De ontwerper is niet bekend; opmerkelijk is echter de overeenkomst, zowel in architectonisch opzicht als in de detaillering van het interieur, met woningen te Dokkum (Stationsstraat 29, respectievelijk Oostersingel 40). Desalniettemin zou het ontwerp ook van de hand van de (gemeente-)architect J.K. van Dijk kunnen zijn. Het woonhuis ligt ver teruggerooid van de straat en heeft een diepe voortuin; de voormalige diepe achtertuin is afgesneden door de aanleg van de rondweg om Ferwerd. Vermoedelijk is het pand in de jaren '50 enigs-zins verbouwd: onder meer door het maken van een nieuw enkelruits zij- en achterraam. Ten opzichte van de oorspronkelijke situatie (foto, omstreeks 1910) is het exterieur in de loop der tijd verschraald, door verwijdering van ondermeer de bekroning op de dakkapel boven de hoofdingang, de balustrade van de dakkapel op de hoek, de recentelijke verwijdering van de veranda, later serre. De houten garage op het terrein naast het woonhuis is voor de bescherming van rijkswege van ondergeschikt belang, wegens geringe architectonische waarde.

Omschrijving

Het woonhuis heeft een tamelijke vierkante plattegrond met contemporaine uitbouwen; de indeling van het woonhuis en het kapplan is complex. De gevels zijn opgetrokken in bruine bakstenen met knipvoegen en op een gepleisterde plint. De gevels worden verlevendigd door tectonische decoraties in crèmekleurige verblendstenen en met rode strengpers bakstenen, zoals de banden langs de onder- en bovendorpel en de getoogde streklagen boven de openingen in de gevelwand met sluit- en aanzetstenen; de trommelvelden boven de ramen en deuren hebben kunststeenpanelen. De gevelwanden worden afgesloten door een cordon- en gevellijst, die door gootklampen in panelen is verdeeld en per gevelwand verschillend is gedecoreerd: aan de voorgevel kunststeenpanelen; in de zijgevel ingemetselde verblendstenen kruisjes; de achtergevel is niet geleed door gootklampen.

Het samengestelde dak is afgeknot; de dakschilden zijn belegd met schubleien in Maasdekking. De voorgevel heeft in het midden een risalerende entree-partij, die is opgemetseld tot een dakkapel. In de muurdammen zijn gepleisterde spiegelvlakken. Het inpandige portiek heeft een drietreeds stoep in terrazzowerk, waarin een rode loper is nagebootst; de wanden hebben een lambrizering met Art Nouveau-tegels; de Neo-Renaissance porte brisee heeft smeedwerk voor de glaspanelen. Aan de borstwering boven het portiek is een balkon, met ijzeren balustrade, dat op een houten draagconstructie rust. Links van het portiek is een drielichtsvenster en rechts van het portiek zijn twee H-vensters. De afgesnoten hoek naar de zuidgevel risaleert enigszins en wordt beëindigd door een hoekkapel onder zadeldak met wolfeind. Het dakoverstek rust op kolommen van de lage balustrade van het balkon, dat op een houten draagconstructie rust. Op het dakschild aan de zuidzijde staat een klein houten dakkapel met bekroonde zinken spits. De afgesnoten hoek naar de noordgevel bevat een H-venster met op het dakschild een kleine houten dakkapel met bekroonde zinken spits. De rechter zijgevel is blind en heeft op het dakschild een kleine, houten dakkapel met bekroonde zinken spits. De achtergevel is complex samengesteld door gevelverspringing en wordt gedeeltelijk oversneden door een contemporaine, lagere uitbouw. In de gevelsprong is aan de noordzijde een zij-ingang in een ondiep portiek met een tweetreeds stoep van beraapte bakstenen, een T-venster naast de ingang en een H-venster aan de achterzijde. In de aanbouw zijn aan de achter- en zuidzijde twee ronde ijzeren roosvensters en een zij-ingang.

De INDELING van de woning is structureel goed herkenbaar en bestaat uit een L-vormige gang met twee woonkamers, een keuken en een bijkeuken. Tot de waardevolle INTERIEUR-onderdelen behoren ondermeer de gang met gemarmerde lambrizering, een scheiboog, stucwerkpanelen boven de deuren naar de beide woonkamers met symbolische voorstelling van veeteelt en akkerbouw en het stucadoorswerk op het plafond met vazen, vruchten en muziekinstrumenten. Verder heeft een voorkamer een bedstede- en diggelkastwand, een marmeren schouw met betegelde haardpartij en een gestucadoorde boezem; een gestucadoord plafond met de voorstelling van meisjesfiguur met vlindervleugels die een parasol ophoudt, tegenover een jongensfiguur met vogelvleugels die drie vogels loslaat: samen zitten ze op een wolk.

Waardering

Het woonhuis in Overgangsarchitectuur uit het eerste decennium van deze eeu is van algemene cultuurhistorische en architectuurhistorische waarde:

- als karakteristiek voorbeeld van de rijke rentenierswoningen in Overgangsarchitectuur in de provincie Friesland,

- vanwege de redelijke mate van gaafheid van de architectonische kwaliteit van het exterieur en interieuronderdelen,

- vanwege de hoge mate van belang door het bijzondere materiaalgebruik en de ornamentiek,

- vanwege de redelijke mate van belang van het object als beeldbepalend hoekpand aan de toegangsweg tot Ferwerd.

Overige gegevens

Oorspronkelijke functies

Hoofdfunctie Hoofdcategorie Subcategorie Functie Verbijzondering Toelichting
Ja Woningen en woningbouwcomplexen Woonhuis(K) Woonhuis

Bouwactiviteiten

Werkzaamheid Van Tot Nauwkeurigheid Toelichting
vervaardiging
1900
1910
globaal

Bouwstijlen

Bouwstijl Zuiverheid Toelichting Rijksmonumentnummer
Overgangsarchitectuur
invloeden