Inleiding

Boerderij van het dwarsdeeltype gebouwd in 1867 in een ambachtelijk-traditionele stijl. Bij de bouw is gebruik gemaakt van gebintwerk afkomstig van een boerderij aan de Dr. Larijweg. De boerderij is inmiddels als woonhuis in gebruik.

Omschrijving

Boerderij bestaande uit een voorhuis gedekt met een afgewolfd pannendak (geglazuurde hollandse pan) waarop twee schoorstenen en een met riet gedekt achterhuis met achterschild en uilebord (met ruiten). Het voorhuis heeft een symmetrisch opgebouwde voorgevel met gepleisterde plint en kwarthol inzwenkende hoeken; brede kroonlijst. Centraal een paneeldeur met bovenlicht voorzien van deuromlijsting op hardstenen neuten (waarin jaartal 1867); hardstenen stoep. Aan weerszijden twee rechtgesloten zesruits schuiframen met hanekam, hardstenen onderdorpel en oorspronkel met luiken of persiennes. Verdieping met drie vierruits ramen, eveneens met hanekam en hardstenen onderdorpel. De westzijde heeft een keldervenster met diefijzers, vier ramen als in voorgevel en staafankers onder de op klossen geplaatste goot. De oostzijde heeft geen plint maar wel twee keldervensters met diefijzers, een raam als in voorgevel; een toegevoegd zesruits raam met wisseldorpel en een zesruits raam met wisseldorpel, hanekam en hardstenen onderdorpel. In de sprong naar het bedrijfsgedeelte zit vlechting in het metselwerk en een gietijzeren roosvenster. Oostelijke schuurgevel met een (niet te beschermen) tussenlid naar bijschuur, enkele halfronde gietijzeren stalvenster en mestdeuren (een met een aangezet rechtgesloten raampje). De eerste diepliggende baander heeft in de wangen vlechting in het metselwerk; de rechtgesloten baander heeft een lang duimgeheng met extra scharnier voor luiken; links een loopdeur met vijftienruits bovenlicht. De tweede diepliggende baander heeft een wang met wagendeur, een zeer diepliggende baander met aan bovenzijde een scheef ingezette betimmering; de rechter wang heeft vlechting in het metselwerk. Het laatste muurvlak heeft een wagendeur. De achtergevel is voorzien van halfronde gietijzeren stalvensters. De westelijke gevel heeft voor de sprong nog een zesruits venster met kalf, daarnaast een opgeklampte loopdeur met tweeruits bovenlicht. Links daarvan een rechtgesloten vierruits venster. Na de sprong een afwisselende reeks van mestdeuren en halfronde gietijzeren stalramen. Achterin nog twee wagendeuren.

INTERIEUR. De hoofdindeling van centrale gang met naastliggende kamers is nog aanwezig. De gang heeft een vloer van gekleurde plavuizen en gemarmerde lambrisering; stucwerken plafond. De kamers hebben allebei een marmeren schouw. De schuur heeft een constructie van zeven ankerbalk gebinten. De eerste drie zijn asymmetrisch en ongeveer acht meter breed. Het vierde gebint heeft een tweede gebintstijl op de deel. Vanaf dit punt zijn de overige gebinten in lijn gezet. Tussen het vierde-vijfde en het vijfde-zesde gebint staat een extra stijl. Gebint vijf en zes hebben allebei een hoog gelegen gebintbalk.

Waardering

De boerderij is van cultuurhistorisch, architectuurhistorisch en stedebouwkundig belang als hoofdelement van het complex. Daarnaast is het in grote lijnen gaaf.