Inleiding

Omstreeks 1917 gebouwd woonhuis, ontworpen in rijke overgangsarchitectuur met in de voorgevel chalet-stijl invloeden.

Omschrijving

Eénzijdig aangebouwd, gedeeltelijk onderkelderd gebouw van twee lagen en een kap hoog, op rechthoekige plattegrond met aan de achtergevel een L-vormige, oorspronkelijke uitbouw; het geheel is opgetrokken uit baksteen. Het voorgevel-beeld wordt bepaald door een licht risalerend topgevelgedeelte, voorzien van een gemetselde erker op de begane grond. Links daarvan een smalle travee waarin de entree is opgenomen.

De voorgevel is opgetrokken uit rode machinale baksteen in kruisverband op een plint van donkere bruin-rode steen. De gevel is rijk gedecoreerd met banden en bogen in gele steen. Vensterdorpels en accentblokjes uit fijn begrind beton. De driezijdige erker bezit drie rondboogvormige schuiframen waarvan het middelste is voorzien van een onderraam met roedeverdeling langs de zijranden en een bovenraam met daarop aansluitende roedeverdeling en een cirkelvormige, met facetrand geslepen middenruit. De erker wordt afgesloten door een overstekende lijst op geprofileerde klosjes. De daarop aangebrachte borstwering bezit gesneden houten balusters en spijlen. De entreepartij is in een rondboogvormige portiek geplaatst en is uitgevoerd als rondboogvormig kozijn met zij- en bovenlichten met roedeverdelingen. De panelendeur is opgenomen in een, door de zijlichten en bovenlichten doorlopend cirkelmotief.

Op de verdieping getoogde kozijnen met schuiframen, voorzien van roedeverdeling in de bovenramen. Boven de entree een enkel raam, in de risaliet aan het balkon een enkele deur met aan weerszijden een smal raam. In de top een enigszins spitsboogvormige gevelpartij met in kozijnvormen daarop aansluitend drie ramen. De verdieping- en topramen boven de erker zijn per travee door een verdiept gevelveld gekoppeld.

De topgevelpartij wordt afgesloten door een ver overstekende daklijst op dubbele, uitgesneden korbeelconstructie en is voorzien van snijwerkvullingen in de vorm van vogel- en drakenfiguren. De top wordtbekroond door een metalen windwijzer. De entree-travee is afgesloten door een gootlijst op klossen.

Rechts aansluitend op de gevel een poort onder rondboog en een deur met een afdekking in de vorm van een met pannen gedekt zadeldakje.

Linker zijgevel grotendeels aangebouwd, overigens gepleisterd.

Zowel de achtergevel met uitbouw als de rechter zijgevel zijn opgetrokken uit rode belgische steen. De vrij sober uitgevoerde achtergevel wordt afgesloten door een gootlijst. Op de verdieping twee getoogde schuiframen met roedeverdeling langs de randen. Boven de kozijnen gemetselde rondbogen aansluitend op het rondboogvormige trappenhuisraam met glas-in-lood. Onder dit raam een glas-in-lood raam ter plaatse van het eerste trapbordes.

Op de begane grond een erkeruitbouw achter de woonkamer met gedeeltelijk gerenoveerde tuindeurpartij en een getoogd venster. Aansluitend op deze erker een plat gedekte, onderkelderde uitbouw. Langs de terrasgevel hiervan een ver overstekend dak als luifel op uitgesneden korbeelconstructies. Dit waranda-achtige gedeelte is afgesloten door gemetselde kolommetjes, gekoppeld door dubbele horizontale buizen. In de terrasgevel een klein schuifraam en een drietal deuren waaronder een oorspronkelijke keukendeur met roedeverdelingen in het raam en een buiten-toiletdeur. In de achtergevel van de uitbouw een drietal getoogde ramen en een getoogd kelderluik.

Het pand is voorzien van een zadeldak met de nok evenwijdig aan de straat en een dwarskap op de risaliet, het geheel gedekt met gesmoorde tuile du nord. Boven de entree-travee een kleine houten dakkapel.

In het interieur onder meer een rijk geornamenteerde entreehal met stucwerk wanden en plafond, onderverdeeld in vakken door pilasters, plafond met centraalmotief; het geheel eclectisch vormgegeven. Oorspronkelijke twee-paneels deuren met geprofileerde architraven.

Waardering

Woonhuis van algemeen belang vanwege architectuurhistorische waarden van zowel exterieur als gedeeltelijk het interieur.