Inleiding

Traditionele rechthoekige, driebeukige schuur met twee doorgaande dwarsdelen. De ongeveer 45 meter lange schuur is bestemd voor gemengd bedrijf, namelijk akkerbouw en veeteelt.

Omschrijving

Schuurgevels opgetrokken uit rode baksteen, voorzien van staafankers met uitzondering van de voorgevel welke is uitgevoerd in blauwgrijs geschilderde, gepotdekselde houten delen met witte omrandingen van ramen en deuren en gevelhoeken.

De houten voorgevel op rode bakstenen plint bezit, ter plaatse van de dwarsdelen, twee mendeurstellen, voorzien van rondboogvormige klinkets en per deur een hoog geplaatst rondboogvormig raampje. In het zuidelijke gevelvlak één en in het middenvlak ter plaatse van de graanopslagruimten vier kleine, rechthoekige ramen met luiken. Wit geschilderde deur- en raamomlijstingen en randen van de gevelbeschieting.

In de linker, naar de woning gekeerde, bakstenen kopgevel bevinden zich een getoogde deur met daarnaast een negenruits schuifraam ter plaatse van het karnhuis, rechts daarvan een getoogd deurstel van het wagenhuis en nabij de voorgevel een getoogde toegangsdeur tot de schuur. Vlak onder de goot bevinden zich drie ijzeren halfronde ramen. De geheel uit baksteen opgetrokken achtergevel bezit twee mendeurstellen met klinkets. Overigens een karakteristieke stallengevel met ten noorden van de mendeuren twee getoogde staldeuren en drie ronde stalramen, tussen de mendeuren twee staldeuren en recentere betonnen stalramen, zuidelijk van de mendeuren weer twee staldeuren en drie ronde stalramen.

De noordelijke, bakstenen kopgevel bezit in het midden een mendeurstel met klinket en hoge raampjes, links daarvan twee getoogde staldeuren en twee ronde stalramen, rechts een getoogde deur voor het gangpad in de stallen. De schuur is voorzien van een fors schilddak gedekt met, niet oorspronkelijk, golfplaat.

De indeling van het interieur is nog vrijwel origineel op enkele kleine aanpassingen in de stallen na. Langs de achtergevel bevinden zich bestraatte stallen, onderbroken door de dwarsdelen, van noord naar zuid respectievelijk twee maal een koeiestal en een paardestal. Voor langs de stallen loopt een pad over de gehele breedte van de schuur. In het zuidelijke deel van de schuur bevinden zich voorts het karnhuis, het wagenhuis en tasruimte. In het middendeel tasruimte en aan de voorgevel een geheel af te sluiten houten ruimte met "schotkisten" t.b.v. graanopslag. In het noordelijk gedeelte tasruimte, een hengstenstal en aan de voorgevel een voederbietopslag. De koeiestallen zijn voorzien van hardstenen schotten tussen de boxen, de paardestallen van houten schotten en ruiven. De dwarsdelen midden in de schuur bezitten een gebolde houten dorsvloer terwijl de overige delen bestraat zijn. Constructief is de schuur opgebouwd uit zeven zware vrijstaande dwarse etagegebinten met twee gebintbalken.

Waardering

Schuur van algemeen belang vanwege cultuur- en architectuurhistorische waarden als groot, compleet en gaaf voorbeeld van traditionele 19de eeuwse Zeeuwse schurenbouw, tevens van belang als essentieel complexonderdeel.