Registergegevens

Monumentgegevens

Monumentnummer
508141
Inschrijving register
Kadaster deel/nr
82966/98
Internationaal kenteken
Nee
Kadastrale aanduiding
Amsterdam G 8854 A3
Amsterdam G 8854 A5
Amsterdam G 8854 A6
Amsterdam G 8854 A7
Amsterdam G 7536
Amsterdam G 4284
Binnenkant 47 2, 1011 BP te Amsterdam
Binnenkant 47 O, 1011 BP te Amsterdam
Binnenkant 47 H, 1011 BP te Amsterdam
Binnenkant 47 1, 1011 BP te Amsterdam

Omschrijving

Inleiding

In de rooilijn gelegen grachtenpand, in oorsprong laat 18de-eeuws met een voorgevel uit het laatste kwart van de 19de eeuw. Het huis bestaat uit een hoge kelder/souterrain, een bel etage, bereikbaar via een hardstenen stoep, drie verdiepingen aan de voorzijde en aan de achterzijde twee. De samengestelde kap bestaat twee delen: op het hoge, voorste deel een schilddak met nok evenwijdig aan de straat, op het achterste deel een schilddak met de nok loodrecht op de straat en aangekapt aan de voorste kap. Tegen de achtergevel staat een forse aanbouw van drie bouwlagen met platdak. In de hoek die de aanbouw met de achtergevel vormt, is de kelder naar achteren uitgebouwd als ware het een pothuis. In het inwendige zijn diverse interieuronderdelen bewaard. Achter het huis bevindt zich een kleine, deels in steen ommuurde tuin. Direct achter de aanbouw tegen de linkermuur bevinden zich een drietal bergkasten uit de bouwtijd. Het huis is waarschijnlijk bij de vernieuwing van de voorgevel, laatste kwart 19de eeuw, inwendig gesplitst en geschikt gemaakt voor dubbele bewoning.

Beschrijving

De voorgevel is een lijstgevel van drie traveeën breed met links de toegang. Het souterrain heeft een bekleding met hardstenen platen. De bel-etage is gepleisterd met een motief van schijnvoegen en strekken met diamantknoppen. Hierboven bestaat de gevel uit schoon metselwerk met stucdecoratie onder en boven de vensters van de eerste verdieping. De kroonlijst rust op vier consoles waartussen op eenzelfde wijze als boven de vensters van de eerste verdieping velden met stucwerk zijn aangebracht. De hardstenen stoep telt acht treden en heeft een ijzeren leuning met enig smeedwerk. De trap leidt naar en klein portiek waarin zich twee deuren met een gietijzeren rooster bevinden, waarvan de linker toegang geeft tot de bovenwoning. Alle vensters vertonen een licht getoogde bovenzijde. Op de verdiepingen bevatten zij T-schuiframen. De schuiframen van de begane grond zijn ongedeeld. Het merendeel van de schuiframen is omgebouwd tot draairamen. De pannen op de beide daken zijn vernieuwd. Aan de voorzijde, boven de kroonlijst bevindt zich een hijsbalk. De beide zijgevels zijn nagenoeg geheel ingebouwd tussen de belendende panden. De gepleisterde achtergevel is voor ongeveer de helft aan het oog onttrokken door de aanbouw. In het resterende deel bevinden zich op de bel etage dubbele openslaande deuren geflankeerd door smalle vensters Op de beide verdiepingen een gekoppeld venster met T-schuiframen en een verticale roede in het bovenlicht. De aanbouw is gepleisterd en in de achtergevel voorzien van één venster op elke bouwlaag en in de zijgevel twee gekoppelde drielicht vensters t.b.v. het trappenhuis van de benedenwoning.

De indeling van het huis is eenvoudig. Links bevindt zich een lange gang . Rechts liggen de vertrekken, op de bel etage en de beide verdiepingen een voor- en achterkamer gescheiden door een kleine tussenkamer. Op de derde verdieping aan de voorzijde bevindt zich een enkel vertrek. De zolder op het achterste deel is ingedeeld en afgewerkt t.b.v. eigentijdse bewoning. De zolder op het voorste deel kon niet worden bekeken. Ten behoeve van de bovenwoning is direct achter de voordeur in de gang een ruimte voor de trap afgescheiden. De gang loopt door tot in de aanbouw aan de achterzijde. Hier bevindt zich het trappenhuis t.b.v het benedenhuis en daarachter op elke bouwlaag een enkel vertrek. Het souterrain heeft een enkelvoudige balklaag van forse balken, waarvan sommigen plat gelegd zijn. Het voorste deel is in principe ongedeeld. In het achterste deel bevindt zich de trap en een vertrek daarnaast. In het pothuis is een technische ruimte afgescheiden.

De interieurafwerking van het huis is over het algemeen sober, met uitzondering van een plafond op de bel etage, zie hierna. Ondanks laat 20ste eeuwse aanpassingen t.b.v. het wooncomfort maakt het geheel toch een gave indruk, zij het bescheiden van aard. Door het gehele pand worden geprofileerde deuren in omlijsting aangetroffen, waarvan een deel nog 18de-eeuws is, maar een deel ook later, waaronder deuren met geëtst glas op de tweede verdieping, verder op alle bouwlagen één of twee laat 19de-eeuwse schouwen, waarvan die op de tweede verdieping tevens een boezem met stucwerkdecoratie, voorts laat 19de-eeuwse plafonds met stucdecoratie. Het plafond van de voorkamer op de bel etage wekt in zijn hoofdopzet, een gelobd middenovaal geflankeerd door twee kleinere cirkels, een Lodewijk XIV indruk. Deze profielen zijn in hout uitgevoerd. De datering van deze onderdelen is moeilijk vast te stellen mogelijkerwijs gaat het hier om een neo-vorm uit de tweede helft van de 19de eeuw dan wel om een oorspronkelijke 18de-eeuwse profilering afkomstig uit een oudere fase van dit huis of van elders. Een zelfde soort van onduidelijkheid bestaat er t.a.v. het rechthoekige snijstuk, met schelpmotief en fraaie bladranken, dat mogelijk oorspronkelijk 18de-eeuws werk is, maar niet oorspronkelijk voor deze plek bedoeld lijkt te zijn. Dit geheel is voorzien van een elegante polychrome schildering uit de tweede helft van de 19de eeuw. De spiegel van het ovaal is gedecoreerd in neo-Lodewijk XVI stijl met zowel architecturale als naturalistische bladranken en vazen met fruit en bloemen. Buiten het ovaal is in sjabloontechniek een architecturaal motief toegepast. De polychromie is overwegend groen en beige van toon, met accenten in (blad)goud. De gang op de bel etage is voorzien van een marmeren vloer en lambrisering. In de aanbouw van de bel etage naar de eerste verdieping bevindt zich een ruime houten trap met een eenvoudige rond beginbaluster en een houten leuning op ijzeren spijlen. Het vertrek op de eerste verdieping aan de voorzijde heeft behalve een schouw en een stucplafond, een nog originele symmetrische opzet van de achterwand, met twee deuren, twee kasten en een verticale houten betimmering. Naast de deur naar de gang bevindt zich een spreekbuis met houten mondstuk afsluitbaar met een dopje, waarin zich een fluitje bevindt. In het pothuis bevindt zich een waarschijnlijk laat 18de-eeuwse houten keukenkast, die de gehele rechterzijwand beslaat. In het souterrainvertrek hieraan sluitend is nog een kleine keukenschouw aanwezig.

Waardering

Het pand is van algemeen belang vanwege de architectuurhistorische waarden, als voorbeeld van een eenvoudig in oorsprong laat 18de-eeuws grachtenpand, waarvan diverse onderdelen behouden zijn. Voorts vormt het in totaliteit met de 19de-eeuwse wijzigingen een vrij gaaf geheel. Van belang hierbij is het interieur in zijn algemeenheid en in het bijzonder het plafond met schilderingen op de bel-etage. Stedebouwhistorisch is het pand van belang als component in een reeks van 18de-eeuwse grachtenpanden.

Overige gegevens

Oorspronkelijke functies

Hoofdfunctie Hoofdcategorie Subcategorie Functie Verbijzondering Toelichting
Ja Woningen en woningbouwcomplexen Woonhuis(K) Woonhuis

Bouwactiviteiten

Werkzaamheid Van Tot Nauwkeurigheid Toelichting
vervaardiging
1850
1850
globaal

Bouwtypen

Hoofdcategorie Subcategorie Bouwtypen Toelichting
Woningen en woningbouwcomplexen Woonhuis(K)

Bouwstijlen

Bouwstijl Zuiverheid Toelichting Rijksmonumentnummer
n.v.t.
niet van toepassing