Registergegevens

Monumentgegevens

Monumentnummer
508798
Inschrijving register
Kadaster deel/nr
82951/10
Kadastrale aanduiding
Hatert B 5068
Hatert B 4629
Heyendaalseweg 121, 6525 AJ te Nijmegen
Heyendaalseweg 123, 6525 AJ te Nijmegen
Heyendaalseweg 125, 6525 AJ te Nijmegen
Heyendaalseweg 127, 6525 AJ te Nijmegen
Heyendaalseweg 131 F, 6525 AJ te Nijmegen
Heyendaalseweg 129 A, 6525 AJ te Nijmegen
Heyendaalseweg 133 C, 6525 AJ te Nijmegen
Heyendaalseweg 127 C, 6525 AJ te Nijmegen
Heyendaalseweg 131 B, 6525 AJ te Nijmegen
Heyendaalseweg 127 D 107, 6525 AJ te Nijmegen
Heyendaalseweg 129 E, 6525 AJ te Nijmegen
Heyendaalseweg 127 B, 6525 AJ te Nijmegen
Heyendaalseweg 133 B, 6525 AJ te Nijmegen
Heyendaalseweg 131 E, 6525 AJ te Nijmegen
Heyendaalseweg 129 D, 6525 AJ te Nijmegen
Heyendaalseweg 127 E, 6525 AJ te Nijmegen
Heyendaalseweg 131 D, 6525 AJ te Nijmegen
Heyendaalseweg 127 G, 6525 AJ te Nijmegen
Heyendaalseweg 131 A 104, 6525 AJ te Nijmegen
Heyendaalseweg 127 F, 6525 AJ te Nijmegen
Heyendaalseweg 127 D, 6525 AJ te Nijmegen
Heyendaalseweg 127 E 209, 6525 AJ te Nijmegen
Heyendaalseweg 127 A, 6525 AJ te Nijmegen
Heyendaalseweg 133 A, 6525 AJ te Nijmegen
Heyendaalseweg 129 F, 6525 AJ te Nijmegen
Heyendaalseweg 129 C, 6525 AJ te Nijmegen
Heyendaalseweg 131 A, 6525 AJ te Nijmegen
Heyendaalseweg 131 C, 6525 AJ te Nijmegen
Heyendaalseweg 127 E 203, 6525 AJ te Nijmegen
Heyendaalseweg 129 B, 6525 AJ te Nijmegen

Omschrijving

Inleiding

Voor de Paters Dominicanen gebouwd klooster met binnentuin en omringende buitentuin. Het complex is ontworpen in 1930-1932 door H.J.A. Bijlard en K. van Geyn, architecten verbonden aan het bureau van Ed. Cuypers. De tuin is ontworpen en aangelegd door W.H. en H.J. Ebben in 1930-1932. Bureau Ed. Cuypers heeft meerdere werken voor de Dominicanenorde uitgevoerd. Onder meer was het bureau verantwoordelijk in 1933 voor de herbouw van het gedeeltelijk door brand verwoeste Dominicanenklooster te Zwolle. De tuinaanleg is ontworpen door Tuinarchitectenbureau H. Ebben & Zoon uit Cuyk. Tuin en klooster vormen door vormgeving, symboliek en functie een eenheid. Het klooster past in de Dominicaanse traditie van een klooster met gebedsruimte, gebouwd om een binnenhof. De specifieke opbouw komt voort uit de grondbeginselen van deze bedelorde: gehoorzaamheid, armoede en zuiverheid. De gehoorzaamheid hield in dat men getrouw de leefregel van de Orde zou naleven, o.a. het stilzwijgen op plaatsen waar dit geboden is, het koorgebed, vasten en onthouden van eten en drinken. De armoede betekende dat men niets zijn eigendom kan noemen, alles is gemeenschapsbezit. De gelofte van zuiverheid hield in dat men ongehuwd bleef en op verantwoorde wijze met seksuele gevoelens omging. Deze uitgangspunten hebben directe gevolgen voor de architectuur: een besloten binnentuin met daaromheen een kloostergang voor stilte en meditatie, kleine cellen, gezamenlijke ruimten voor gebed en een refter.

Omschrijving

De vlindervormige plattegrond toont een geknikte hoofdvleugel van drie bouwlagen onder met pannen gedekt schilddak. Op de hoeken halfronde trappenhuizen van vier bouwlagen. De trappenhuizen hebben de vorm gekregen van burchttorens. De architect heeft hier bewust uitdrukking gegeven aan de idee van kloosters als burchten waar levenswaarden worden bewaakt in een tijd van crisis en oorlogsdreiging. Een tweede vleugel is eveneens geknikt zodanig dat beide vleugels een zeszijdige binnentuin omsluiten. Deze tweede vleugel telt twee bouwlagen onder met pannen gedekt schilddak. Haaks op deze vleugel is een kapel gebouwd afgesloten door een halfronde absis. De kapel heeft een betonskelet van paraboolbogen met baksteen bekleed. Het interieur van de kapel is redelijk gaaf bewaard met o.a. in de lengte geplaatste banken. De glas-in-loodvensters zijn in 1957 vervangen. De gevels van het klooster zijn opgetrokken in baksteen met op regelmatige afstanden vensteropeningen. In het dakvlak op regelmatige afstand dakkapellen. Aan de zijde van de binnentuin loopt een betegelde kloostergang met grote rondboogvensters naar de tuin toe. Van het interieur zijn de kloostergangen, de bibliotheek en de hal redelijk gaaf bewaard gebleven.

De tuin bestaat uit een binnentuin en een buitentuin. De binnentuin fungeert als kloosterhof en bestaat uit een open ruimte met heesterbeplanting rondom en wordt centraal doorsneden door een pad in kruismotief. De buitentuin is niet naar het oorspronkelijke ontwerp, dat een sterke relatie aangaf tussen gebouw en tuinaanleg, uitgevoerd. Er is gekozen voor een meer landschappelijke aanleg zodat een tuin in de Gemengde Stijl is ontworpen. Aanleg, padenloop, afwisseling van open en gesloten ruimten en een zodanige enscenering dat het gebouw vanuit diverse hoeken goed zichtbaar is, vormen de bepalende elementen van de tuin. In het zuidelijk gedeelte ligt een begraafplaats. Rondom de tuin loopt een slingerlaan die naar de buitenzijde met heesterbeplanting en naaldhout is dichtgezet zodat een besloten en naar binnen gekeerd karakter ontstaat. Binnen de tuin vormt het klooster het hoofdmotief dat tijdens een contemplatieve wandeling steeds in beeld komt of zichtbaar is vanaf rustplekken. In het noordelijk gedeelte bevindt zich een rechthoekige ruimte omzoomd door een beukenhaag. Aan de westzijde is ten behoeve van nieuwbouw een deel van de tuin prijsgegeven. Ook is de aanleg aan de achterzijde van de linkervleugel gewijzigd t.b.v. parkeerruimte.

Waardering

Het Albertinum in Nijmegen bestaande uit klooster en tuin is van algemeen belang vanwege:

- de architectuurhistorische waarde (bijzondere plattegrond, traditionele materialen, architectonische uitdrukking van religieuze en maatschappelijk opvattingen, onderdeel oeuvre Ed. Cuypers t.b.v. Dominicanenorde, interieurdelen zoals kloosterhof, hal, bibliotheek),

- zeldzaamheid gebouw (zeshoekige kloosterhof) en tuin (op grond van gegevens Monumenten Inventarisatie Project is duidelijk dat het gaat om een qua aanleg, architectuur bijzonder complex),

- de waarde van de tuin (hoge kwaliteit tuinaanleg in Gemengde Stijl - ondanks aantastingen -, vitaliteit en kwaliteit tuinassortiment, bijzondere wijze van aanleg voor de jaren 30),

- relatie tussen gebouw en tuin (bewust nagestreefde en herkenbare eenheid tussen klooster en tuin).

Overige gegevens

Oorspronkelijke functies

Hoofdfunctie Hoofdcategorie Subcategorie Functie Verbijzondering Toelichting
Nee Kastelen, landhuizen en parken Tuin, park en plantsoen Tuin
Nee Religieuze gebouwen Klooster, kloosteronderdl Kloosterhof
Ja Religieuze gebouwen Klooster, kloosteronderdl Klooster

Bouwactiviteiten

Werkzaamheid Van Tot Nauwkeurigheid Toelichting
vervaardiging
1930
1932
exact

Bouwstijlen

Bouwstijl Zuiverheid Toelichting Rijksmonumentnummer
n.v.t.
niet van toepassing