Boerderij (woonhuis met stal)

Inleiding

In aanleg oudere, maar wat betreft huidig voorkomen hoofdzakelijk laat-19de-eeuwse boerderij (woonhuis met 7-vaksstal), bewoond door verschillende generaties van de familie Van der Scheer. Hoewel aan de boerderij in de loop der decennia het een en ander gewijzigd, is zij op onderdelen nog bijzonder gaaf. De gebinten en het stalgedeelte zijn het oudste. Op de sluitsteen van de baander staat te lezen: 'verniwd door E.v.d.S. Gz H.v.d.S. 1862'. Het woongedeelte is van later datum; een gevelsteen in het woonhuis vermeldt 'herbouwd 1895'. De keukenuitbouw en de dakkapel erboven dateren van de jaren '30 van de 20ste eeuw.

Omschrijving

Boerderij van het dwarsdeeltype, opgetrokken in baksteen onder een zadeldak; het woongedeelte gedekt met bouletpannen; wolfeind; twee schoorstenen. Het stalgedeelte met riet gedekt; onderlangs enkele rijen pannen. Windvaan met het jaartal 1892. Het woongedeelte heeft een geprofileerde plint. De voorgevel heeft bovendien een stucwerk waterslag. Alle gevelopeningen met licht getoogde anderhalfsteens strek, op de begane grond bovendien met aanzet- en sluitstenen. Gefrijnde zandstenen waterdorpels. Centraal een glasdeur met sierroosters, aan weerszijden twee schuifvensters. Op de verdieping twee schuifvensters; ertussen een gevelsteen. In alle vensters zijn de bovenlichten gewijzigd tot uitzetramen. Onder het wolfeind een gootlijst van schroten. In de linkerzijgevel een glasdeur met links twee schuifvensters en rechts één schuifvenster als in de voorgevel. Voor de rechterzijgevel de keukenuitbouw, verder twee schuifvensters als in de voorgevel. In de voorgevel van het stalgedeelte, op Bentheimer plint en met natuurstenen blokpilasters op de hoeken, een korfboogvormige baander. De opgeklampte baanderdeuren met stiepel zijn gevat in een sterk geprofileerde boog op gecanelleerde pilasters; sluitsteen met initialen. Aan weerszijden een zevenruits stalvenster met vorktracering en een opgeklampte staldeur, alle onder een strek met aanzet- en sluitstenen. In de top een verticaal beschot. De windveren deels gesneden. Op de top siersmeedwerk. Staafankers. De zijgevels van het stalgedeelte staan eveneens op een Bentheimer plint. De zuidgevel met vijf staldeuren en zes segmentboogvormige liggende zesruits stalvensters. De noordgevel met vijf staldeuren, een venster voor de opkamer, een venster met diefijzers voor de kelder, een modern drielicht venster. Verder drie halfronde stalvensters met vorktracering, waarvan één in de krimp.

INTERIEUR.

In het interieur is in het bijzonder van belang de keuken met eind-19de-eeuwse inrichting. Dominant is in dit vertrek een grote haard met haardplaten (jaartal 1856) met een betegeling in Delfts blauw met Bijbelse scenes. Op de stookplaats een fornuis van omstreeks 1900. De keuken met balkenplafond heeft een hoge tegellambrizering, gehoute paneeldeuren, een bitterkastje en vogelkooien. Voorts zijn van belang de melkkamer met paneeldeuren, een terrazzo aanrecht en bloempottegeltjes en de deel met deels nog lemen vloer. Voor de stallen staan drie Bentheimer troggen op gemetselde poeren. De overige vertrekken zijn gewijzigd.

Waardering

Boerderij van algemeen architectuur-, cultuurhistorisch en stedenbouwkundige belang:

- vanwege de streekeigen typologie;

- vanwege de gaafheid van de hoofdconstructie;

- vanwege de waardevolle interieuronderdelen;

- vanwege de samenhang met de andere gebouwen op het erf.