Inleiding

Voormalig STATIONSGEBOUW met aangebouwde GOEDERENBERGPLAATS, volgens de bouwtekening ontworpen in 1922 tijdens de aanleg van de lokale spoorlijn Zoutkamp - Winsum. In totaal zijn er vijf identieke stationsgebouwen aan deze lijn neergezet, waarvan die in Ulrum, Leens en Zoutkamp er nog staan. Die van Ulrum verkeert nog in de meest gave staat en wordt als enig exemplaar beschermd. Het pand, dat is opgetrokken in een aan het Rationalisme verwante stijl, ligt aan de Spoorstraat aan het eind van de Stationsweg. De voor-, de westzijde en een deel van de achterzijde van het gebouw zijn bestraat in blokpatroon met granieten keitjes en rode klinkers. De perronzijde is veranderd in een grasveld. Het pand is nu als woonhuis in gebruik.

Omschrijving

STATIONSGEBOUW met gevels van wit pleisterwerk op grijs gepleisterde plint. Het twee bouwlagen hoge pand heeft een samengesteld dak, gedekt met een grijze Hollandse pan, drie bakstenen schoorstenen op de nok en een rechthoekige goot. In zowel het noordelijke als het westelijke dakvlak bevindt zich een dakkapel. De topgevels worden gesierd door twee verspringende rollagen van gesinterde baksteen langs de dakrand, en strakke windveren. Aan de oostgevel is een goederenbergplaats aangebouwd, één bouwlaag hoog onder een schilddak.

De zuidgevel van het gebouw heeft twee risalerende gevels en verticale houten venters van verschillende grootte met schuin aflopende gepleisterde onderdorpels. De entree tot het station bevindt zich in het rechter zijrisaliet in een voorportaal met een dubbele houten deur met twee deurlichten. Het portaal heeft een plat dak en heeft twee afgesnoten hoeken en siermetselwerk bovenin. De toegang tot het woongedeelte bevindt zich tussen de twee risalerende gevels in, die worden verbonden door een balkon met een opengewerkt houten hekje. De houten toegangsdeur met deurlicht bevindt zich in de oostgevel van het linker risaliet.

De westgevel heeft drie verticale vensters. De noordgevel (perrongevel) heeft een risalerende gevel met erker waarop een balkon met houten hek tussen lage gepleisterde zijmuren. De erker heeft een uit vijf vensters bestaande raampartij en in de rechter zijkant een deur (niet origineel) met bovenlicht en in de linker een venster. Boven het balkon bevinden zich openslaande deuren met bovenlicht met driehoeksvormige roedenverdeling en aan weerszijden een verticaal venster. Twee identieke deuren met zijvensters verleenden op de begane grond toegang tot het perron. Boven de beide deuren bevinden zich twee tweeruitsvensters van elkaar gescheiden door een tegeltableau met daarin het woord "ULRUM". Bovenin de topgevel van het risaliet drie tweeruits vensters.

De aan de oostgevel aangebouwde GOEDERENBERGPLAATS heeft in de zuidgevel een garagedeur en in de noordgevel is de oorspronkelijke hoge houten deur vervangen door een deur met venster ernaast. De oostgevel van de bergplaats heeft nog drie oorspronkelijke vensters.

Waardering

Stationsgebouw met aangebouwde goederenbergplaats van algemeen cultuur- en architectuurhistorisch belang

- vanwege de herinnering aan de lokale spoorlijn Winsum - Zoutkamp

- als voorbeeld van een stationsgebouw van een lokale spoorlijn uit 1922

- vanwege de zorgvuldige detaillering

- vanwege de vrij hoge mate van gaafheid van het exterieur van het pand

- vanwege de karakteristieke ligging aan het eind van de Stationsweg