Registergegevens

Monumentgegevens

Monumentnummer
510068
Inschrijving register
Kadaster deel/nr
82817/105
Kadastrale aanduiding
Haarlemmermeer D 3676
Raadhuislaan 2, 2131 BE te Hoofddorp
Raadhuislaan 3, 2131 BE te Hoofddorp

Omschrijving

Inleiding

Voormalig KANTONGERECHT, gelegen aan de zuidzijde van de Raadhuislaan. Het vrijstaande pand dateert uit 1911 en werd gebouwd naar ontwerp van architect W.C. Metzelaar, die destijds meer gebouwen voor justitie heeft ontworpen. De kleine blokvormige uitbouwen aan oost- en westzijde van de hoofdmassa bevatten de oorspronkelijke ingangen: aan de oostzijde de hoofdingang tot het kantongerecht, aan de westzijde de ingang tot de dienstwoning (4-kamerwoning). Het houten washok achter de westingang is een replica van het washok dat zich daar oorspronkelijk bevond.

Uit archiefonderzoek gedaan door medewerkers van de gemeente Haarlemmermeer blijkt dat het Hoofddorpse kantongerecht een geschiedenis heeft die teruggaat tot 1876 toen in Hoofddorp een nevenzittingsplaats van Haarlem werd gevestigd. Het kantongerechtsgebouw aan de Raadhuislaan werd echter pas in 1911 gebouwd en op 27 januari 1912 in gebruik genomen. In het kader van bezuinigingen werd het gebouw op 28 december 1933 gesloten. Op 1 september 1955 werd het kantongerecht als nevenzittingsplaats weer in gebruik genomen en vanaf 1959 gebruikte men daartoe de houten barak achter het oorspronkelijke gebouw. In het gerechtsgebouw vestigden zich achtereenvolgens het arbeidsbureau en de belastingontvanger.

Thans (1995) is het pand in gebruik als kantoorgebouw. Het pand is samen met het polderhuis, de voormalige korenbeurs en het voormalige raadhuis gesitueerd in het oude bestuurscentrum van de Haarlemmermeerpolder. Dit centrum bevindt zich op het kruispunt van de twee hoofdassen door de polder: de Hoofdvaart, de vaart die de polder in een oostelijk en westelijk deel scheidt, en de Kruisvaart, die de polder in een noordelijk en zuidelijk deel scheidt.

Omschrijving

Vrijstaand gerechtsgebouw op min of meer vierkant grondplan, bestaande uit twee bouwlagen onder een afgeplat tentdak. De dakschilden zijn gedekt met zwart geglazuurde Hollandse pannen. Aan weerszijden van de hoofdmassa is een kleine rechthoekige uitbouw geplaatst die de ingangen bevatten. De uitbouwen hebben een plat dak. Het pand is opgetrokken in rode baksteen, gemetseld in kruisverband, boven een uitgemetselde plint met afzaat van hard gebakken rode baksteen. Horizontale banden ter hoogte van de onder-, midden- en bovendorpels van de vensters, alsmede een band onder de gootlijst zijn uitgevoerd in gele baksteen. De strekken, segmentboogvormige ontlastingsbogen en ezelsruggen op de westelijke uitbouw zijn van hard gebakken rode baksteen. De rondomlopende cordonlijst tussen de begane grond en eerste verdieping is uitgevoerd in gele en hard gebakken rode baksteen. Hardsteen is toegepast voor hoekstenen, sluitstenen van de ontlastingsbogen, gevelstenen, vensterdorpels, afdekplaten en onderdelen van de topgevels. In oorsprong bevatten de vensterassen alle een houten schuifvenster met rechthoekig, danwel getoogd tweeruits-bovenlicht. De gevel wordt afgesloten door een rondomlopende houten gootlijst op houten consoles, rustend op in gele baksteen uitgevoerde kraagstenen.

De symmetrisch ingedeelde voorgevel (N) heeft een breedte van vijf vensterassen, verdeeld over een risalerende middenpartij ter breedte van drie vensterassen, geflankeerd door geveldelen ter breedte van één vensteras. In de middenpartij bevat de centrale as een schuifvenster, aan weerszijden geflankeerd door een smaller schuifvenster. Onder de vensters van de eerste verdieping is een hardstenen naamplaat aangebracht, waarop in oorpsrong "KANTONGERECHT" stond. De middenpartij wordt afgesloten door een topgevel onder ingestoken zadeldak. Op de topgevel, met schouderstukken, afdekplaten en rechthoekige top, is een smeedijzren windvaan geplaatst. In de topgevel bevinden zich twee kleine rondboogvensters met rechthoekige ramen en decoratief metselwerk in de boogvelden. Links en rechts van deze kleine vensters is een gevelsteen aangebracht waarop vermeld: "ANNO" (links) en "1911" (rechts). De vensterassen aan weerszijden van het middenrisaliet bevatten in beide bouwlagen een schuifvenster.

De rechterzijgevel (W) heeft een breedte van drie vensterassen. De buitenste vensterassen bevatten in beide bouwlagen een schuifvenster. De nadruk ligt op de middelste as, die de uitbouw bevat met in de noordgevel de entree naar de vroegere dienstwoning, bestaande uit een paneeldeur met glaspanelen in zesruits-roedenverdeling in de bovenste helft. De uitbouw heeft een rechthoekig gronplan, een hoogte van anderhalve bouwlaag en is afgesloten door een plat dak met ezelsruggen op de noord- en zuidrand en een gootlijst langs de westrand. De uitbouw is voorts voorzien van enkele kleine vensters. De middelste vensteras op de eerste verdieping bevat een kruiskozijn.

De linkerzijgevel (O) heeft eveneens een breedte van drie vensterassen. De buitenste vensterassen bevatten in beide bouwlagen een schuifvenster. De nadruk ligt op de middelste as die de uitbouw en een risaliet met topgevel bevat. De eenlagige uitbouw op rechthoekig grondplan heeft een plat dak met bakstenen balustrade. In de noordgevel bevindt zich de hoofdentree, bestaande uit een dubbele paneeldeur met glaspanelen in zesruits-roedenverdeling in de bovenste helften en twee tweeruits-bovenlichten. In de oostgevel bevindt zich een venster met twee bovenlichten en verdikte middenstijl. Op de eerste verdieping bevindt zich een dubbel schuifvenster in een risaliet. Het risaliet wordt beëindigd door een eenvoudige puntgevel onder ingestoken zadeldak.

De achtergevel (Z) heeft een breedte van drie vensterassen. Het middelste venster op de eerste verdieping bevat een dubbel draairaam met tweeruits-bovenlicht. De overige assen bevatten in beide bouwlagen een schuifvenster.

Het interieur is nog gedeeltelijk intact, zowel wat betreft de ruimtelijke indeling als wat betreft diverse detailleringen, zoals de plint en lambrizering in de hal, vervaardigd van hardgebakken ecru-kleurige en gele baksteen, en een hardstenen trap met smeedijzeren balustrade en houten leuning in het trappenhuis.

Waardering

Het oude kantongerecht is van algemeen belang uit cultuur- en architectuurhistorisch oogpunt als merendeels gaaf bewaard gebleven voorbeeld van een gerechtsgebouw uit de eerste decennia van de 20ste eeuw op het Noordhollandse platteland, gebouwd in een traditionalistische stijl. Daarnaast heeft het pand ensemblewaarde met het voormalige raadhuis, de voormalige korenbeurs en het polderhuis, door de stedebouwkundig belangrijke situering in het oude bestuurscentrum van de Haarlemmermeerpolder. Tevens is het pand van belang als karakteristiek onderdeel van het oeuvre van architect W.C. Metzelaar.

Overige gegevens

Oorspronkelijke functies

Hoofdfunctie Hoofdcategorie Subcategorie Functie Verbijzondering Toelichting
Ja Bestuursgebouwen, rechtsgebouwen en overheidsgebouwen Gerechtsgebouw(E) Kantongerecht

Bouwactiviteiten

Werkzaamheid Van Tot Nauwkeurigheid Toelichting
vervaardiging
1911
1911
exact

Bouwstijlen

Bouwstijl Zuiverheid Toelichting Rijksmonumentnummer
Overgangsarchitectuur
invloeden

Ambachten

Vakman Beroep Toelichting
Metzelaar, W.C. ; Noord-Holland
architect / bouwkundige / constructeur