Registergegevens

Monumentgegevens

Monumentnummer
510272
Inschrijving register
Kadaster deel/nr
82745/2
Kadastrale aanduiding
Zeist H 5121 A25
Zeist H 5121 A27
Zeist H 5121 A11
Zeist H 5121 A9
Zeist H 5121 A15
Zeist H 5121 A10
Zeist H 5121 A7
Zeist H 5121 A16
Zeist H 5121 A8
Zeist H 5121 A18
Zeist H 5121 A4
Zeist H 5121 A5
Zeist H 5121 A19
Zeist H 5121 A23
Zeist H 5121 A20
Zeist H 5121 A2
Zeist H 5121 A26
Zeist H 5121 A21
Zeist H 5121 A14
Zeist H 5121 A1
Zeist H 5121 A28
Zeist H 5121 A13
Zeist H 5121 A6
Zeist H 5121 A12
Zeist H 5121 A17
Zeist H 5121 A24
Zeist H 5121 A22
Zeist H 5121 A3
Prins Alexanderweg 78, 3712 AC te Huis ter Heide

Omschrijving

Inleiding

Van oorsprong als Blindeninstituut in 1910 gebouwd, naar ontwerp van architect C.B. Posthumus Meyjes voor het bestuur van de Prins Alexanderstichting te Amsterdam. Het gebouw was bestemd voor veertig blinde kinderen die er onderwijs genoten. De lokatie is bewust gekozen vanwege de bosrijke omgeving van het buurtschap Huis ter Heide, waar sinds 1901 een lokaalspoor met station aan de Amersfoorstseweg liep. In 1999 is het pand intern verbouwd. Aan de achterzijde is een nieuwe aanbouw gezet.

Omschrijving

Een evenwijdig aan de openbare weg gelegen vrijstaand GESTICHTSGEBOUW van twee bouwlagen op een asymmetrische, U-vormige plattegrond onder een met kruispannnen gedekt samengesteld schilddak. De bakstenen gevels zijn uitgevoerd in traditionele stijl met Hollands-classicistische invloeden. Het meest voorkomende venstertype is het roedenschuifvenster waarboven een licht getoogde strek is aangebracht. De representatieve voorgevel bevindt zich aan de oostzijde. Deze gevel heeft een streng symmetrische indeling en is elf vensterassen breed. De gehele voorgevel wordt met een geprofileerde kroonlijst afgesloten. De indeling bestaat uit twee hoekrisalieten van elk drie vensterassen breed, voorzien van geblokte hoeklisenen in schoon metselwerk. De hoeklisenen hebben in de kroonlijst een console die de dakgoot ondersteunt. Tussen de genoemde hoeklisenen bevindt zich een gevel die vijf vensterassen breed is en waar een monumentale ingangspartij op de middenas geplaatst is. De ingangspartij wordt geaccentueerd door geblokte lisenen waartussen een wit bepleisterde deuromlijsting is aangebracht. De bepleistering omvat ook de dubbele balkondeur boven de hoofdingang. De ingang bestaat uit een dubbele deur met een rondboogvormig roedenbovenlicht. Links van de ingangspartij is een eerste steen ingemetseld met de tekst: `19 juni 1910 eerst steen gelegd door Carolina Maria Dudok van Heel, geb. 27 augustus 1904'. Boven de hoofdingang is een balkon op consoles geplaatst, dat een smeedijzeren hekwerk heeft gekregen, waarin de naam van het gebouw is gevat. De hoekpijlers van het balkonhek hebben een bolbekroning. In de top van de ingangspartij is een liggend ovaalvormig dakvenster geplaatst met een ingebogen ruitvoormige roedenverdeling. De kroonlijst boven het venster volgt de vorm van dit venster. Aan de onderzijde is een festoenrand bevestigd. In het dakschild bevinden zich aan de voorzijde zes dakkapellen met frontonbeëindiging en wangen. Op de middenas is op de nok van het dak een klokkentoren geplaatst, bestaande uit een vierkant basement, een achthoekige opbouw met galmgaten en een koepelvormige bekroning, waarop een windvaan is gezet.

De zijgevel van de vleugel aan de zuidzijde was oorspronkelijk vijf vensterassen lang, maar is later verlengd. Door deze uitbreiding moest de monumentale veranda, die aan de achterzijde van de zuidvleugel stond, verplaatst worden. Deze bevindt zich thans meer naar achter tegen de zijgevel. Op de hoeken zijn geblokte lisenen geplaatst. Een houten geprofileerde kroonlijst sluit de gevel af. De uitbreiding heeft geen kroonlijst, maar een eenvoudige daklijst.

De zijvleugel aan de noordzijde dateert uit 1999 en valt buiten de bescherming.

De achtergevel grenst aan wat oorspronkelijk de speelplaats is geweest. De gevel heeft een bouwvolume met voorsprong, waarin oorspronkelijk het gymlokaal in heeft gezeten. In de gevel bevinden zich in de eerste bouwlaag drie dubbele deuren met bovenlichten. In de tweede bouwlaag zijn drie grote kruisvensters met roedenindeling gezet. De hoeken zijn opgesierd met lisenen. In de teruggelegen hoeken ter weerszijden van het hierboven omschreven bouwvolume bevindt zich een bouwvolume van drie bouwlagen onder een plat dak. Op het snijpunt met het schilddak van het hoofdvolume is een hoog opgaande schoorsteen gezet.

Het interieur is in de loop der jaren aan een nieuwe functie aangepast en valt bijgevolg buiten de bescherming.

Waardering

Het blindeninstituut uit 1910 is van cultuurhistorisch belang als bijzondere uitdrukking van een specifieke onderwijsvorm, een kenmerkend, vroeg twintigste eeuws fenomeen op de Utrechtse Heuvelrug. Van architectuurhistorische waarde als voorbeeld van een traditionele bouwstijl geïnspireerd op hollands-classicistische voorbeelden en vanwege de plaats in het oeuvre van architect C.B. Posthumus Meyjes.

Overige gegevens

Oorspronkelijke functies

Hoofdfunctie Hoofdcategorie Subcategorie Functie Verbijzondering Toelichting
Ja Cultuur, gezondheid en wetenschap Sociale zorg, liefdadigheid Blindeninstituut

Bouwactiviteiten

Werkzaamheid Van Tot Nauwkeurigheid Toelichting
vervaardiging
1910
1910
exact

Bouwtypen

Hoofdcategorie Subcategorie Bouwtypen Toelichting
Woningen en woningbouwcomplexen Woonhuis(K) Villa landhuis

Bouwstijlen

Bouwstijl Zuiverheid Toelichting Rijksmonumentnummer
Neo-Classicisme
stijlzuiver

Ambachten

Vakman Beroep Toelichting
Posthumes Meyes, C.B. ; Utrecht
architect / bouwkundige / constructeur