Registergegevens

Monumentgegevens

Monumentnummer
510320
Inschrijving register
Kadaster deel/nr
82901/101
Kadastrale aanduiding
Stompwijk G 1162
Westvlietweg 123, 2267 AL te Leidschendam

Omschrijving

Inleiding

Geprefabriceerd houten LANDHUIS 'Vliet en Hove', in opdracht van dhr. J.A.F. Kok uit Rijswijk in 1921 gebouwd volgens het 'blokhausbau'-systeem gebouwd. Het huis is geleverd door de firma Christoph & Unmack A.G. uit Niesky O/L te Silezië (Duitsland). Deze firma leverde in de eerste decennia van de 20ste eeuw in Nederland circa 30 bouwpakketten, die zich kenmerken door een zorgvuldige uitwerking van het ontwerp en de detaillering. Bijzonder aan Westvlietweg 123 is dat de oorspronkelijke transparante lichtkleurige laklaag nog aanwezig is, evenals de rode en groene kleurstelling van diverse sierende onderdelen. De dunwandige constructie ontleent zijn stevigheid aan de opbouw van elkaar kruisende schotten. Alle delen zijn door middel van halfhoutse verticale inkepingen met elkaar verbonden en sluiten op elkaar aan met veer en groef. Het dak wordt gedragen door zware sporen die rusten op door spanten gedragen gordingen. Het landelijk nabij de Vliet gelegen pand is met uitzondering van de zuidzijde omgeven door een tuin met een ruim gazon. De houten betimmering met koven van de achterkamer op de verdieping dateert mogelijk uit 1937. NB De moderne garage en de uitgebouwde (deels boven het maaiveld uitstekende) kelder zijn voor de bescherming van onder geschikt belang.

Omschrijving

Vrijstaand landhuis op rechthoekige plattegrond met aan de langsgevels iets uitspringende volumes. Het aan de achterzijde afgewolfde zadeldak heeft een fors overstek en is belegd met leien in maasdekking. De uitspringende partijen van de zijgevels sluiten met een steekkap aan op het hoofddak, dat haaks op de straat staat. De bouwmassa, bestaande uit twee bouwlagen en een zolder, is ter hoogte van de verdiepingsvloer uitgekraagd. Door alleen het achterste bouwvolumes over de volle breedte te onderkelderen is een 'split-level'-indeling ontstaan. De plint, de muren van het onderkelderde gedeelte en een kleine uitbouw onder lessenaarsdak tegen de noord-oostgevel zijn opgetrokken uit wit gesausde baksteen. Daarboven bestaan de wanden uit liggende grenen delen, die halfhouts gekeept, haaks over elkaar zijn geplaatst. De uiteinden ervan zijn verspringend afgekort, waardoor een decoratief profiel is ontstaan. De einden van de bovenste delen zijn functioneel, omdat ze als consoles het dakoverstek dragen. De kopse einden van de delen zijn rood geschilderd, raam- en deuromlijstingen, windveren en bloembakken groen en de kozijnen en de onderzijde van de dakoverstekken wit. Alle kopgevels hebben een symmetrische indeling, waarbij de geveltopppen zijn voorzien van een verticaal beschot. De voor het merendeel originele enkele en samengestelde vensters hebben een roedenverdeling met boven het kalf bovenlichten (uitgezonderd de zoldervensters). Het zijn zowel enkele als dubbele openslaande ramen en klepramen. Enkele vensters worden geflankeerd door een groen geschilderde omlijsting ter halve breedte van de vensters (hierin bevonden zich in oorsprong de ijzeren rails van de schuifluiken). De voorgevel (noord-west) is een puntgevel, die door een door de gevelstekende tussenwand in tweeën is gedeeld. Aan weerszijden ervan bevinden zich op de begane grond drie door een groen geschilderde omlijsting gekoppelde vensters. Eronder hangen originele bloembakken, die aan de voorzijde decoratief zijn opengezaagd met een cirkelmotief. Boven het middelste van de rechter vensterpartij is de naam "VLIET EN HOVE" uitgestoken en rood geschilderd. De begane grond en verdieping zijn van elkaar gescheiden door een groen geschilderde overkraging, waarvan de kopse einden rood zijn geschilderd. De verdiepingwand ligt iets terug, waardoor een balkon wordt gevormd. Tegen de bovenrand van de uit staande delen bestaande borstwering zijn, zoals bij de gekoppelde begane-grondvensters, bloembakken geplaatst. Aan weerszijden van de dwarswand bevindt zich een balkondeur, waarvan de rechter geflankeerd wordt door zijvensters en de linker alleen links een zijvenster heeft. Het balkon wordt overhuifd door een luifel met lessenaarsdak, dat zijdelings aansluit op het hoofddak. De zolderverdieping heeft een ovaal vierruits venster. De uitbouw van noord-oostelijke langsgevel heeft op de begane grond in het midden één en op de verdieping twee vensters. In het links van de uitsprong gelegen deel van de gevel een keukendeur, bereikbaar via een trap met vier treden en een bordes. Links van het venster op de begane grond staat een gemetselde uitbouw onder lessenaarsdak. Het rechter langsgeveldeel heeft een uitgebouwde, bijna tot de nok reikende, gele bakstenen (halfsteens gemetselde) schoorsteen die door de dakvoet steekt. Links van de schoorsteen bevindt zich een tuindeur. Rechts ervan is een venster aangebracht, vergelijkbaar met die inde voorgevel. De zuid-westelijke kopgevel heeft in het midden een gemetselde bordestrap van drie treden, voorzien van een houten balustrade met decoratief gezaagde spijlen. De éénruits paneeldeur is voorzien van gesmeed traliewerk met cirkelmotieven, gekoppelde dubbele zijlichten met diagonaalsgewijs geplaatste roeden en gesmede kruislings geplaatste getordeerde diefijzers. De houten geprofileerde deur- en vensteromlijsting met gestoken decoratie is aan de bovenzijde afgesloten door een houten luifel in zig-zag-vorm, opgehangen aan met speerpunten versierde ijzeren stangen. Aan de luifel boven de entree en tegen de zuidhoek van de gevel hangt een originele ijzeren lantaarn. Op de verdieping in het midden bevinden zich drie gekoppelde vensters. Het zoldervenster met luik is identiek aan dat in de tegenoverliggende kopgevel. Het rechterlangsgeveldeel heeft één venster en het linker heeft er twee. Hiervan is de linker voorzien van een bloembak, conform die van de voorgevel. Een tweede schoorsteen bevindt zich links van de steekkap. Van de achtergevel (zuid-oost) is de top tot wolfseind afgesnoten. De houten gevel staat op de gemetseld muur van de kelder, die om de hoek doorloopt. Aan weerszijden van de in het midden geplaatste deur en in de zijgevels bevinden zich keldervensters met gesmede diefijzers. In het interieur zijn enige oorspronkelijke elementen bewaard gebleven zoals de buffetkast, de balkenzoldering met gestoken geometrisch reliëf in de woonkamer, het trappenhuis en de houten wand met glas-in-lood-panelen in de achterkamer.

Waardering

Het landhuis met bijbehorende interieuronderdelen is van algemeen belang vanwege de cultuurhistorische waarde als representatief voorbeeld van een geprefabriceerd houten landhuis in Chaletstijl uit de eerste decennia van de 20ste eeuw, waarbij het blokhutsysteem is toegepast en als zodanig van belang voor de geschiedenis van de bouwtechniek. Het landhuis is van algemeen belang vanwege de architectuurhistorische waarde wegens de vrij hoge mate van gaafheid van hoofdvorm, materiaalgebruik en detaillering, de bijzondere samenhang tussen in- en exterieur en de verschillende oorspronkelijke interieuronderdelen. Het landhuis is van belang binnen het oeuvre van de firma Christoph & Unmack A.G., Niesky O/L te Silezië (Duitsland), wiens houten huizen in Nederland relatief zeldzaam zijn. Voorts is het pand stedebouwkundig van belang vanwege de situering nabij de Vliet, dat zich tot een cultuurhistorisch waardevol gebied van grote en kleinere landgoederen en landhuizen heeft ontwikkeld.

Overige gegevens

Oorspronkelijke functies

Hoofdfunctie Hoofdcategorie Subcategorie Functie Verbijzondering Toelichting
Ja Woningen en woningbouwcomplexen Woonhuis(K) Woonhuis

Bouwactiviteiten

Werkzaamheid Van Tot Nauwkeurigheid Toelichting
vervaardiging
1921
1921
exact

Bouwstijlen

Bouwstijl Zuiverheid Toelichting Rijksmonumentnummer
Chalet-stijl
stijlzuiver

Ambachten

Vakman Beroep Toelichting
Christoph & Unmach, A.G. ; Zuid-Holland
aannemer / uitvoerder