Registergegevens

Monumentgegevens

Monumentnummer
510467
Complexnummer
510466 - Julia Jan Wouters Stichting
Inschrijving register
Kadaster deel/nr
82685/4
Internationaal kenteken
Nee
Kadastrale aanduiding
Knijpe E 263
Schoterlandseweg 45, 8451 KA te Oudeschoot

Omschrijving

Inleiding

Het HOOFDGEBOUW van de JULIA JAN WOUTERS STICHTING, ter plaatse van het vm. landhuis Veenwijk. Tussen 1873 en 1892 is het buitenhuis Veenwijk gewijzigd. De laatste eigenaresse Julia Hartsinck-Wouters, dochter van Jan Wouters, had bij testament bepaald haar kapitaal grotendeels te bestemmen "tot het doen verblijf houden van voor hun leven met geheel onderhoud van ongehuwde en behoeftige dames uit den fatsoenlijken en beschaafden stand, de ouderdom van vijfenveertig jaren bereikt hebbende en geboren in de provincie Friesland" op het buitenhuis Veenwijk. Het buitenhuis bleek ongeschikt voor de huisvesting en in 1901 besloot men een nieuw huis te laten bouwen, naar ontwerp van en door Joh. Borger uit Joure, voortgezet door J.G. Brouwer uit Oranjewoud. Aannemer van het tehuis was A.R. van der Wijk uit Lippenhuizen. Het in de trant van de Neo-Renaissance uitgevoerde gebouw werd gebouwd op de kelderverdieping en op gedeelten van de fundamenten van het oude Veenwijk, maar breder. Het interieur bevat enkele stucwerkdecoraties uit het eind van de 18de eeuw, die hergebruikt zijn. In 1927 werd het hoofdgebouw uitgebreid met een vleugel aan de noordwestelijke zijde die een eenheid vormt met het hoofdvolume. Deze vleugel werd ontworpen en uitgevoerd door timmerman J.G. Brouwer, gebaseerd op een voorontwerp van de Leeuwarder architect H.H. Kramer. Het tehuis vormt het hoofdmotief in de aanleg van de stichting. Het hoofdgebouw ligt aan de zuidzijde van een langgerekt terrein, waarvan de begrenzing op kaart is aangegeven.

Omschrijving

Het gebouw heeft een L-vormige plattegrond, waarvan het hoofdvolume geleed is door een middenrisaliet; de jongere aanbouw is teruggerooid aan de noordwestelijke zijde van het bouwblok. Het geheel is twee bouwlagen hoog opgetrokken op een basement waarin een kelderverdieping is opgenomen. Het opgaand muurwerk bestaat uit bruine bakstenen, verlevendigd met gepleisterde sier- en cordonlijsten en geglazuurde tegels in de trommelvelden van de ramen van de tweede bouwlaag. Het middenrisaliet wordt geaccentueerd door een levendig gedecoreerde Vlaamse topgevel. De oostelijke zijvleugel van het hoofdvolume is voorzien van een houten veranda. De verschillende bouwvolumes worden gedekt door een afgeknot schilddak belegd met zwart geglazuurde kruispannen, met uitzondering van het dakschild aan de noordzijde van het hoofdvolume waarop zwarte gegolfde Friese pannen, met daklichten. De dakschilden op de zuidzijde worden verlevendigd door kleine dakkapellen met zinken tentdakjes voorzien van een piron. De indrukwekkende zuidgevel rust op een plint en basement; in het middenrisaliet zijn twee kelderramen voorzien van diefijzers. De bel-etage heeft in elk gevelvlak drie lichtopeningen met T-vensters onder een getoogde hanekam voorzien van versierde sluit- en onversierde aanzetstenen; tussen de ramen vier gepleisterde sierbanden. In het middenrisaliet is de rechter gevelopening de toegang tot het huis. De toegang is voorzien van deuren met Neo-Renaissance motieven en siersmeedwerk in de deurpanelen en een viertreeds natuurstenen stoep met ijzeren trapleuningen. In de zijgevels van het middenrisaliet zijn smalle vensters. De lichtopeningen in de rechtervleugel, waarvan de middelste dubbele tuindeuren zijn, worden gedeeltelijk aan de blik onttrokken door een houten veranda op een basement; in het midden is een smal houten trapje. De eerste en tweede bouwlaag worden gescheiden door een cordonlijst. De indeling van de gevel is identiek aan die van de eerste bouwlaag. Boven de T-vensters (schuiframen) zijn trommelvelden met een ruitvormig tegelpatroon onder een getoogde streklaag met onversierde imitatie sluit- en aanzetstenen. De brede gevellijst is voorzien van een opschrift op de beide zijvleugels van het hoofdvolume: JULIA. JAN WOUTERS.STICHTING. OPGERICHT.IN.HET. JAAR.1901 De gevellijst van het middenrisaliet heeft vlakken met ruw pleisterwerk waartussen zes consoles op de hoeken en onder de muurdammen van de Vlaamse gevel, die uit de gevel oprijst. Deze bakstenen dakkapel heeft de formele aspecten van een halsgevel en is verlevendigd met pleisterwerk. De dakkapel heeft een rondboogvenster geflankeerd door pilasters, die een lijst dragen waarop een aveinkel met het jaartal 1901, bekroond door een halfronde schelp; aan weerszijden van de kajuit eenvoudige klauwstukken met op de hoeken obelisken. De oostelijke zijgevel is ondiep en bevat een houten aanbouw van recente datum, met een toegang en een brandtrap. De noordelijke gevel (achtergevel) van het hoofdvolume is zeer eenvoudig, zonder versiering uitgevoerd: alle vensters bevinden zich onder een onversierde streklaag.

In het linker deel zijn vier zesruitsvensters; een smalle dienstingang met gietijzeren rooster met fruitmotief in het middenpaneel; een brede dubbele deur met een viertreeds bakstenen stoep; een sierlijk geleed bovenlicht; een zesruitsvenster erboven en twee kleine vensters. Links ervan zijn vijf vensters in de eerste en tweede bouwlaag, deels zesruits, deels T-vensters, van ongelijke breedte en met onderling ongelijke afstand over de gevel verdeeld. Onder het eerste zesruitsvenster in de tweede bouwlaag is een hergebruikt fragment met een Louis-XVI ornament van het oude buitenhuis Veenwijk met het opschrift: Gebouwdt 1763 Herbouwdt 1798. De aanbouw uit 1927 bestaat uit een vijf raamtraveeën diep, rechthoekig bouwlichaam, dat haaks op de westelijke zijgevel is gebouwd; van de westelijke zijgevel nog twee vensters in het zicht latende, met in het basement twee kelderramen voorzien van sierlijke diefijzers. In de structuur en de detaillering voegt de aanbouw zich volkomen naar het bestaande gebouw aangepast. De oostgevel van de aanbouw heeft in de hoek met het bestaande gebouw een smal T-venster in de eerste bouwlaag en een breder venster in de tweede bouwlaag; voor het overige is het opgaand muurwerk blind. In de noordgevel van de aangebouwde vleugel zijn slechts twee kleine gangvensters aangebracht. Het opgaand muurwerk van de westgevel van de aangebouwde vleugel is door een cordonlijst gescheiden: de vijf T-vensters in de eerste bouwlaag hebben een getoogde hanekam met sluit- en aanzetstenen; de vijf T-vensters in de tweede bouwlaag zijn voorzien van een betegeld trommelveld met éénsteens segmentboog. De zuidgevel van de aangebouwde vleugel is twee raamtraveeën diep en heeft aan de zuidwestzijde een dubbele toegangsdeur met smeedwerk in de deurpanelen, een natuurstenen brievenbus rechts naast de deur en een viertreeds natuurstenen stoep.

De indeling van het interieur van het gebouw is grotendeels oorspronkelijk gebleven en bestaat uit een centrale gang in de lengte-as van het gebouw met aan weerszijden zalen en dienstvertrekken op de bel-etage en kamers op de verdieping; in de aangebouwde vleugel zijn de kamers gelegen aan één zijde van de gang die aansluit op de gang van het hoofdgebouw. De aankleding van het interieur is in Jugendstil-trant uitgevoerd en bevat ondermeer plafondschilderingen in de gangen, een trap, schoorsteenmantels en verschillende kamerplafonds met beschilderd stucwerk. In de bestuurskamer bevinden zich twee herplaatste, eind 18de-eeuwse stucwanden afkomstig uit het buiten Veenwijk. De decoraties bevatten attributen of symbolen van de jacht en de vrijmetselarij. Het gebouw werd tussen 1990 en 1992 inwendig gerestaureerd.

Waardering

Het hoofdgebouw van de Julia Jan Wouters Stichting uit 1901, geëvolueerd uit het vm. buiten Veenwijk, is van algemeen cultuurhistorisch belang:

- vanwege de hoge mate van belang als bijzondere uitdrukking van een sociaal-economische ontwikkeling, in het bijzonder die van de liefdadigheidsinstellingen,

- vanwege de bijzondere plaats die het gebouw inneemt in het oeuvre van de bouwmeesters Joh. Borger en J.G. Brouwer,

- vanwege de zeer hoge mate van esthetische kwaliteit van het hoofdgebouw,

- vanwege de zeer hoge mate van belang van de bijzonder rijke en verzorgde detaillering zowel van het ex- als interieur van het hoofdgebouw,

- vanwege de hoge mate van belang als hoofdelement van een complex dat onderdeel uitmaakt van een groter geheel dat cultuurhistorisch van nationaal belang is, te weten het gebied met de buitenplaatsen c.a. Oranjewoud-Oudeschoot,

- vanwege de zeer hoge mate van belang voor het aanzien van Oudeschoot,

- vanwege de zeer hoge mate van architectonische gaafheid van exterieur en interieur,

- vanwege de hoge mate van visuele gaafheid als hoofdmotief van de samenstellende onderdelen van het complex bestaande uit een hoofdgebouw, tuinaanleg c.a., dienstwoning en hekwerk,

- vanwege de redelijke mate van zeldzaamheid op provinciaal niveau van een collectieve woonvorm voor dames uit de gegoede stand.

Dit monument maakt onderdeel uit van complexnummer 510466. Hier vindt u meer informatie over het complex en de bijbehorende monumenten.

Overige gegevens

Oorspronkelijke functies

Hoofdfunctie Hoofdcategorie Subcategorie Functie Verbijzondering Toelichting
Ja Woningen en woningbouwcomplexen Woonhuis(K) Bejaardenwoning Tehuis voor oudere dames

Bouwactiviteiten

Werkzaamheid Van Tot Nauwkeurigheid Toelichting
vervaardiging
1901
1901
exact
verbouwing
1927
1927
exact

Bouwstijlen

Bouwstijl Zuiverheid Toelichting Rijksmonumentnummer
Neo-Renaissance
invloeden

Ambachten

Vakman Beroep Toelichting
Borger, Joh. ; Drenthe
architect / bouwkundige / constructeur
Brouwer, J.G. ; Drenthe
architect / bouwkundige / constructeur