Registergegevens

Monumentgegevens

Monumentnummer
510500
Inschrijving register
Kadaster deel/nr
82690/50
Internationaal kenteken
Nee
Kadastrale aanduiding
Knijpe B 4410
Knijpe B 3220
Bieruma Oostingweg 1, 8453 JJ te Oranjewoud

Omschrijving

Inleiding

LANDHUIS Princenhof met bijbehorend KOETSHUIS. Langgerekt hoofdgebouw, oorspronkelijk aan oost- en westzijde door trapgevels begrensd, gebouwd in 1906 in Neorenaissance stijl in opdracht van het echtlieden Van Limburg Stirum-De Blocq van Scheltinga. Het ontwerp is vermoedelijk van de timmerman J.G. Brouwer, gezien de toepassing van met name het motief van de trapgevel in zowel diens eigen woonhuis (Prins Bernhardweg 173 te Oranjewoud), als in het jachthuis (Schoterlandseweg 26 te Katlijk). In 1907 werd het gebouw in oostelijke richting in dezelfde stijl verlengd ten behoeve van een woning voor de moeder van de vrouw des huizes, van wie de opdrachtgevers de bouwgrond in 1905 hadden gekocht. Aan de oostzijde grenst het pand nog juist aan de hoek van het contemporaine KOETSHUIS (thans garage). Het houten tuinhuisje aan de westzijde komt niet in aanmerking voor bescherming van rijkswege vanwege de geringe architectonische waarde. Aan de westzijde van het terrein loopt de huidige oprijlaan met een sloot waarlangs eiken staan.

Omschrijving

Verdiepingloos landhuis op langgerekte plattegrond, met even uit het gevelvlak naar voren springende trapgevels en gedekt door een afgeknot omlopend schilddak met aankapping aan de zuidzijde. De gemetselde gevels zijn gepleisterd: de plint is grijs geschilderd, het opgaand muurwerk wit. De middelste trap van de trapgevels wordt bekroond met een tympaanvormige afsluiting. De dakschilden zijn belegd met bruin geglazuurde kruispannen. Het langgerekte dakschild aan de noordzijde wordt onderbroken door twee beschoten kajuiten onder een lichtere dakhelling. De achtruitsvensters zijn voorzien van luiken met een zandlopermotief in rood en wit. In het zuidelijke dakschild zijn enkele daklichten vernieuwd en er staat een hoge gemetselde schoorsteen vanuit de dienstruimten, waar er oorspronkelijk drie waren. Op het platte dakdeel staan een houten achtkantige klokkenstoel met luidklok en twee gemetselde schoorstenen met borden; de meest westelijke schoorsteen heeft een smeedijzeren bekroning. De noordgevel is regelmatig ingedeeld door 12 T-vensters (waarvan één is vervangen door een dubbele tuindeur) met achtruits bovenlichten, ritmisch over de gevel verdeeld (de voorzetramen zijn van later datum). De topgevels hebben stolpramen met achtruits bovenlichten. Alle lichtopeningen hebben luiken met een zandlopermotief en rood en wit en gepleisterde afzaten. Aan de achterzijde is de gevelindeling deels gewijzigd. Nog oorspronkelijk zijn de kruisvensters met vierruits bovenlichten en tweeruitsvensters met drieruits bovenlichten, evenals twee houten deuren met drieruits bovenlicht en een ééntreeds stoep. In de westgevel is een kruisvenster met achtruits bovenlicht en luiken. De toegangsdeur met ééntreeds stoep heeft een bovenlicht waarin een lantaarn. Rechts naast de deur bevindt zich de gedenksteen van de eerste steenlegging met opschrift: DE EERSTE STEEN GELEGD DOOR M. GRAVIN VAN LIMBURG STIRUM GEB. DE BLOCQ VAN SCHELTINGA 24 MAART 1906. De oostelijke zijgevel behoort bij het in 1907 aangebouwde woonhuis, bestaande uit één bouwlaag en een kapverdieping. Het nieuw aangebouwde gedeelte wordt aan de oostzijde door een uit elkaar getrokken trapgevel afgesloten. In de gevel is een smal venster met vierruits bovenlicht. In de geveltop zijn twee dubbele balkondeuren met niet-oorspronkelijke Franse balustrade.

In het INTERIEUR is uitsluitend van belang de oorspronkelijke hoofdstructuur van het gebouw, zijnde de lange gang met aan weerszijden respectievelijk de woonvertrekken en de dienstruimten. De indeling van deze ruimten is als gevolg van verschillende verbouwingen niet meer oorspronkelijk en valt derhalve buiten de bescherming. KOETSHUIS (later garage), opgetrokken op een rechthoekige plattegrond en gedekt door een zadeldak met rode ongeglazuurde Hollandse pannen. De gevels zijn gepleisterd. De lichtopeningen bestaan uit halfronde ijzeren stalramen. In de noordelijke gevel is een klein raam aangebracht. In de zuidelijke tuitgevel is een hooizolderdeur met hijsbalk. Op de begane grond is een dubbele houten deur met vierruitsvensters. De overkappingen aan de noord- en de westzijde van het gebouw vallen buiten de bescherming van rijkswege.

Waardering

Het landhuis Princenhof uit 1906, met bijbehorend koetshuis, is van algemeen cultuurhistorisch en architectuurhistorisch belang: als bijzondere uitdrukking van de ontwikkeling van de plaats Oranjewoud als lustoord van de Friese adel, vanwege het bijzonder belang van het landhuis binnen het oeuvre van de (vermoedelijke) architect J. G. Brouwer, de belangrijkste bouwmeester te Oranjewoud oms treeks de eeuwwisseling, vanwege de hoge mate van esthetische kwaliteit van het ontwerp, vanwege de redelijke mate van architectonische gaafheid van het exterieur, vanwege de oorspronkelijke hoofdstructuur van het interieur, als belangrijk onderdeel van het lustoord Oranjewoud dat van nationaal belang is, vanwege de bijzondere betekenis van het landhuis voor het aanzien van de streek, vanwege de visuele gaafheid van het landhuis in relatie tot de bosrijke omgeving.

Overige gegevens

Oorspronkelijke functies

Hoofdfunctie Hoofdcategorie Subcategorie Functie Verbijzondering Toelichting
Ja Kastelen, landhuizen en parken Kasteel, buitenplaats Landhuis

Bouwactiviteiten

Werkzaamheid Van Tot Nauwkeurigheid Toelichting
vervaardiging
1906
1906
exact
verbouwing
1907
1907
exact

Bouwtypen

Hoofdcategorie Subcategorie Bouwtypen Toelichting
Woningen en woningbouwcomplexen Woonhuis(K) Villa

Bouwstijlen

Bouwstijl Zuiverheid Toelichting Rijksmonumentnummer
Neo-Renaissance
invloeden

Ambachten

Vakman Beroep Toelichting
Brouwer, J.G. ; Drenthe
architect / bouwkundige / constructeur
Toegeschreven