Registergegevens

Monumentgegevens

Monumentnummer
510576
Complexnummer
510573 - Stokhorst
Inschrijving register
Kadaster deel/nr
82793/59
Internationaal kenteken
Nee
Kadastrale aanduiding
Lonneker AE 226

Omschrijving

Inleiding

In een oud cultuurlandschap met twee erven, met diverse paden, door bomen omzoomde weilanden, bosranden en (aan de hoger gelegen oostzijde) een es, werd in 1889 rond het oude huis Stokhorst (waarschijnlijk op het boerenerf Stokhorst) een TUIN aangelegd in engelse landschapsstijl. Het ontwerp was dat van een naar binnen gerichte tuin die het voorhanden landschapspatroon als aanknopingspunt gebruikte. In 1912 werd voor het oorspronkelijke huis een villa gebouwd, waarvan de ligging bepaald werd door de orientatie op de weg Enschede - Oldenzaal. Een deel van de oude tuin (namelijk aan de westzijde) werd op die manier tot voortuin. Voornamelijk aan die westzijde werd een geometrische tuinaanleg gerealiseerd naar ontwerp van Tersteeg. De oprijlaan gaat nu aan de oostzijde achter het huis langs.

Het huis lag ongeveer midden in het landschappelijke deel. Vanaf het huis loopt de tuin in westelijke richting af. Het hoogteverschil tussen het huis en de perceelsgrens langs de Oldenzaalsestraat is ongeveer 4 meter.

De bescherming richt zich op de geometrische tuin grenzend aan de westgevel van het huis en op het deel van de oorspronkelijke tuinaanleg uit 1889 ten westen van het huis waarin vijvers en oprijlaan.

Van de tuin zijn de volgende ontwerptekeningen bekend:1.'Plan van aanleg van het Stokhorst', gestempeld: D. Wattez Bussum, gedateerd: 1889, schaal 1 : 1000. Aanwezig in De Bazelarchief in Nederlands Architectuur Instituut te Rotterdam, inventarisnummer 408.

2.'Tuinaanleg', gesigneerd: D.F. Tersteeg, gedateerd: nov. 1913, schaal 1 : 100. Aanwezig in De Bazelarchief in Nederlands Architectuur Instituut te Rotterdam, inventarisnummer 408.

3.Wijziging tuinaanleg, gestempeld: DFT (D.F. Tersteeg), gedateerd: sept. 1915, schaal 1 : 100. Aanwezig in De Bazelarchief in Nederlands Architectuur Instituut te Rotterdam, inventarisnummer 408.

4.Tuintrap en tuinmuur, gestempeld: K.P.C. de Bazel, gedateerd: 19 sept. 1917, schaal 1: 100 en 1 : 20. Aanwezig in De Bazelarchief in Nederlands Architectuur Instituut te Rotterdam, inventarisnummer 408.

De bibliotheek van de Landbouwuniversiteit Wageningen bezit twee foto's van de aanleg van D.F. Tersteeg van omstreeks 1936.

Omschrijving

Tuin rond het huis:Het gedeelte van de tuin rond het huis is aangelegd naar het ontwerp van Tersteeg, zoals afgebeeld op voornoemde tekening drie. Afwijkingen zijn er thans ten aanzien van de borderrand direct rond het huis en het pad van open grond dat nu met gras is begroeid.

De symmetrische architectuur van het huis heeft een dominante middenas in de oost- en westgevels, die uitgangspunt is van het ontwerp voor deze tuin. Ten westen van het huis bestaat de tuin uit twee niveaus gescheiden door een gemetselde keermuur uit baksteen in steens werk. In de as is tussen beide niveaus een hoogte verschil van ongeveer 1.20 meter dat naar de noord- en zuid-zijde afneemt tot ongeveer 0.50 meter. Het hoogste niveau sluit aan op het peil van het huis. Het omliggende niveau sluit aan bij de tuin.

Het hoogste niveau is ongeveer 8 meter breed en is geheel begroeid met gras. Oorspronkelijk was hier aangestampte grond met langs de gevel bloemperken en langs de keermuur een smalle strook gazon. Voor de tuindeuren in de westgevel ligt in de as een halfrond bordes met een verharding van klinkers. Aan weerszijden hiervan staat een piramidale Taxus-struik. De keermuur, die dit niveau begrenst, ligt evenwijdig aan de gevel en is op de hoofdas in westelijke richting als een exedra uitgebouwd, in antwoord op het bordes voor de tuindeuren. Hier is in de keermuur een gemetselde bloembak opgenomen. Ten noord- en ten zuidwesten van het huis is de keermuur haaks omgezet naar het oosten. Aan de noorzijde eindigt hij tegen een Taxushaag die in het verlengde staat van de westgevel en aansluit bij begint bij de noordwesthoek van het huis. Deze haag schermt de dienstwoning af van de tuin. Ongeveer in het midden van het oost-west gelegen deel van de keermuur ligt een gemetselde trap bestaande uit 3 treden. De keermuur aan de zuidzijde is doorgezet tot voor de erker in de zuidgevel op de begane grond, waar er onder 90o een taxushaag op aansluit. Daarachter ligt een plantvak met heesters. Ook in dit zuidelijk deel van de keermuur ligt een gemetselde trap van 3 treden, in het verlengde van die aan de noordzijde.

Ter plaatse van elke richtingsverandering en ter plaatse van de aansluiting van een trap is de keermuur blokvormig verbreed tot dubbel steens werk. Op die plaatsen staat, met uitzondering van de westzijde van de trap ten zuiden van het huis, in het gazon een bolvormige Buxus. Nabij de zuidwestelijke hoek van dit niveau staat een Liriodendron.

Ten westen en ten zuiden van de keermuur is evenwijdig daaraan een pad gelegd. Dit is aan de westzijde ongeveer 3 meter breed, aan de zuidzijde ongeveer 4 meter. Het pad van aangestampte grond wordt aan weerszijden geflankeerd door een haag. Langs de keermuur staat een buxushaag, waarvan de bovenzijde ongeveer gelijk ligt met de bovenzijde van de keermuur. Bij de hoeken is deze haag, die op enkele plaatsen niet meer geheel aanwezig is, omgezet tot aan de trapjes in de noordelijke en zuidelijke keermuren. Waarschijnlijk is deze buxushaag oorspronkelijk lager geweest en heeft een plantvak omsloten. Aan de andere kant wordt het pad van de open ruimte van de tuin gescheiden door een taxushaag van ongeveer gelijke hoogte als de keermuur. In de as ligt bij de uitbouw van de keermuur het begin van een pad naar de westelijk gelegen weide. De taxushaag ligt hier in blokvorm over korte afstand evenwijdig aan dit pad dat oorspronkelijk aansloot op een padenstelsel in de weide. Het pad van aangestampte grond met de beide hagen loopt aan de noordzijde teniet bij de noordwestelijke hoek van de keermuur. Aan de zuidzijde is het geheel omgezet, grenst de taxushaag aan een klein talud naar de weide en eindigt tegen een bakstenen trapje met treden. Deze trap ligt in de zelfde lijn als de beide andere. Ten westen van de trap staat een bolvormige buxus, ten oosten een Magnolia. Doordat de ontwerper het stelsel van keermuur, hagen, grondpad en trappen om de zuidelijke hoek naar het oosten heeft doorgezet, heeft hij bereikt dat het niveau van de oprijlaan aan de oostzijde van het huis, langs de zuidoostgevel met zijn erker, naar de westzijde doorloopt.

Ten oosten van het huis: De tuin ten oosten van het huis is deels vormgegeven rond de hoofdas van het huis. Langs de oostgevel van het huis staan geschoren taxusstruiken aan weerszijden van de entree en bij de zuidhoek. Zij staan in een verharding van asfalt waarop de oprit vanuit het zuiden en een pad vanuit het noorden uitkomen. Ten oosten hiervan ligt een gazon met een afgeplatte cirkelvorm, waarvan het middelpunt op de as ligt. Om het gazon loopt een pad van grond. Aan weerszijden van de as staat op de grens van gazon en pad een boom (iep). Ten noorden en ten zuiden van het gazon is bos.

Het landschappelijke deel: Het landschappelijke deel vormt een restant van de aanleg van D. Wattez, zoals afgebeeld op tekening 1. Afwijkingen zijn er ten aanzien van de perceelsvorm, het padenbeloop en de beplanting.

Ten westen van het huis en de aanleg met keermuur en hagen van Tersteeg ligt een open weide die afloopt naar het westen. Hierin lagen oorspronkelijk gebogen wandelpaden. Ten westen en ten zuiden van de weide ligt een vijver met een gebogen oeverlijn. Ten zuiden van de weide staan beide vijvers met elkaar in verbinding door middel van een duiker waarover oorspronkelijk een wandelpad lag. Rondom de vijvers stonden boomgroepen, solitaire bomen, heestergroepen en gedeelten met bos, die nu (medio 1993) gedeeltelijk zijn gekapt en nog niet herplant. Ten zuiden van de vijvers ligt de gebogen oprit, verhard met asfalt, die vanaf de Oldenzaalsestraat naar het huis leidt. Hierlangs staat een laanbeplanting van kastanje. Ten noorden van de weide ligt een bosrand die wordt begrensd door de Stokhorstlaan. Langs de Oldenzaalsestraat staat een beplanting van opgaande bomen, heesters en coniferen.

Waardering

Tuin, tussen 1913 en 1917 aangelegd naar ontwerp van D.F. Tersteeg, van cultuurhistorische en tuinhistorische waarde:

- als voorbeeld van de samenwerking tussen architect en tuinarchitect waarbij huis en tuin qua ligging en visuele relatie zorgvuldig op elkaar werden afgestemd, een vorm van samenwerking die in het eerste kwart van de 20e eeuw opgang maakte, i.c. als voorbeeld van de samenwerking tussen de architect K.P.C. de Bazel en de tuinarchitect D.F. Tersteeg

- vanwege de esthetische kwaliteiten van het oorspronkelijke ontwerp, die nog aanwezig zijn, i.c. de zorgvuldige onderlinge aansluiting van huis en tuin en de inpassing van het nieuwe huis met omringende tuinaanleg in een reeds bestaande tuin van D. Wattez

- als voorbeeld van een deeltuin in de in het eerste kwart van de 20e eeuw en vogue zijnde architectonische tuinstijl, waarbij de tuin werd ontworpen rondom een of meer assen en waarin gebouwde elementen werden toegepast

- als voorbeeld uit het oeuvre van Tersteeg van een tuindeel ontworpen in architectonische tuinstijl in een reeds bestaande tuin.

Dit monument maakt onderdeel uit van complexnummer 510573. Hier vindt u meer informatie over het complex en de bijbehorende monumenten.

Overige gegevens

Oorspronkelijke functies

Hoofdfunctie Hoofdcategorie Subcategorie Functie Verbijzondering Toelichting
Ja Kastelen, landhuizen en parken Tuin, park en plantsoen Historische aanleg

Bouwactiviteiten

Werkzaamheid Van Tot Nauwkeurigheid Toelichting
verbouwing
1913
1917
exact
vervaardiging
1899
1899
exact

Bouwtypen

Hoofdcategorie Subcategorie Bouwtypen Toelichting
Kastelen, landhuizen en parken Tuin, park en plantsoen Landschappelijke tuin

Bouwstijlen

Bouwstijl Zuiverheid Toelichting Rijksmonumentnummer
Decoratieve tuinstijl
invloeden
Landschapsstijl
invloeden