Inleiding

In het begin van deze eeuw werd ten oosten van de stad het traject van de Ceintuurbaan uitgezet als de toekomstige ontsluiting van de uitbreiding naar het oosten. Het traject dat van de Brinkgreverweg naar de Zwolseweg liep, begon bij de Voorstad, die in de decennia daarvoor uit het tuinencomplex in de omgeving van de weg naar Raalte was ontstaan. In het tweede decennium ving men ten westen van de ringweg aan met de bouw van een woningbouwproject en de koloniale landbouwschool. In de jaren twintig werden aan de oostzijde, tussen de huidige Van Calcarstraat en de Hoge Hondstraat, een tweetal scholen gebouwd. Eén daarvan, de HANDELSSCHOOL op de hoek van de Van Calcarstraat, stond onder architectuur van W. Uytenhoudt, die in dienst was van de gemeente Deventer vanaf 1915. Het terrein wordt begrensd door een ijzeren hekwerk.

Omschrijving

De voormalige HANDELSSCHOOL kent een symmetrische opzet: een voorgebouw onder een schilddak, met twee zijvleugels. Achter het voorgebouw bevindt zich een breed en ondiep dwarsgeplaatst bouwdeel, een trappenhal met twee bordestrappen. Het centrale gedeelte, de toegangspartij met de aanliggende lokalen springt, het dakvlak inbegrepen, naar voren.

Het dak is met leien gedekt in rijnse dekking, de hoekkepers en nokken voorzien van de kenmerkende loodslabben. Ingangspartij met geknotte topgevel, geflankeerd door tweemaal drie lokalen, zowel op de begane grond als op de verdieping, elk met drie hoge vensteropeningen. Deze vensters zijn voorzien van draairamen en een klapraam, alle met een fijne roedenindeling.

Opvallend is de dakgoot op tufstenen consoles. Samen met het fries vormt deze dakgoot een fraai gedetailleerde kroonlijst, die meeknikt met de topgevel. Het metselwerk is zorgvuldig ontworpen en uitgevoerd met onderdelen in natuursteen en terracotta, met name in de ingangspartij, in de borstweringen en rond de vensteropeningen, die op de verdieping trapeziumvormige togen kennen.

De ingang wijkt in drie sprongen terug onder een boog in de vorm van een deel van een ongelijkzijdige tienhoek. Daarboven een mozaiek met: >> 1912 HANDELSSCHOOL 1921 <<.

Het tableau wordt geflankeerd door de wapens van Deventer (links, adelaar in sabel op goud, geklauwd en gebekt in keel) en van Overijssel (rechts, klimmende leeuw in keel op goud en azuur) in mozaiek. Op de eerste verdieping een rondgezet raam met een rijke omlijsting van pilasters en een forse strekse boog in baksteen. In de geveltop een kleiner venster met een symmetrisch getrapte toog. In het dakvlak dakkapellen met een laag venster onder daken met een overstek. Op de nok van het voorgebouw en de zijvleugels een flink aantal fraai uitgevoerde schoorstenen.

De zijvleugels, die ieder vier lokalen herbergen, hebben vrijwel dezelfde detaillering als de voorzijde en kennen een risalerende geleding aan het eind. Aan de binnenplaats zijn alle deur- en vensteropeningen rechthoekig en evenals de lagere middenvleugel eenvoudiger vormgegeven.

Interieur

In het interieur zijn met name de verkeersruimten als de hal, de gangen en het trappenhuis nog in de oorspronkelijke vorm aanwezig.

De terreinbegrenzing bestaat uit een ijzeren hek, tussen kolommen op een voetmuur geplaatst. Het ijzeren hek is, de draaiende delen inbegrepen, in eenvoudig reepijzer uitgevoerd naar een sober maar verfijnd ontwerp. De kolommen worden gedekt door blokken basaltlava. De hoofdtoegang wordt geflankeerd door een dubbel stel kolommen van verschillende breedte.

Waardering

School van cultuurhistorisch en architectonisch belang.

- als duidelijk voorbeeld van representatieve schoolarchitectuur

- als goed voorbeeld van de doorwerking van het neo-classicisme en de invloed van de Amsterdamse School.

- vanwege de zorgvuldige stedenbouwkundige inpassing in de omgeving en de fraaie ligging aan een ruim ontworpen weg.

- vanwege kwaliteit van ontwerp en ambachtelijke uitwerking.

- vanwege de gaafheid