Registergegevens

Monumentgegevens

Monumentnummer
511051
Inschrijving register
Kadaster deel/nr
82875/112
Kadastrale aanduiding
Leersum C 2734
Peisenlaan 12, 3956 VH te Leersum

Omschrijving

Inleiding

In 1932 kreeg F.A. Eschauzier van de heer E. Bruinwold Riedel uit Den Haag de opdracht om op een groot perceel op de zuidhelling van de Heuvelrug in de gemeente Leersum een villa te bouwen. Vanaf het perceel, dat toen nog met heide begroeid was, keek men oorspronkelijk uit op de oude dorpskern van Leersum.

Het werk van Eschauzier wordt onder de Delftse School gerangschikt. Alhoewel zijn woonhuizen een traditioneel uiterlijk hebben, vertonen zijn plattegronden in een aantal gevallen duidelijk een moderne invloed. De plattegrond van de villa in Leersum kenmerkt zich door een integratie van de binnenruimten met de buitenruimten bestaande ommuurde moestuin en de twee plaatsen voor de garage en de hoofdingang. De openheid van de gevels die het Nieuwe Bouwen kenmerkt en waardoor binnen en buiten in elkaar overlopen, ontbreekt hier geheel. De integratie van de binnen- en buitenruimte heeft in het geval van het Leersumse huis een subtielere benadering gekregen. Eschauzier wilde kennelijk de overgang van de binnenruimten naar de buitenruimten geleidelijk laten ervaren. Zo grenst de vestibule aan een besloten plaats, waar vervolgens de moestuin in westelijke richting op aansluit. De plaats is vrijwel geheel door muren omgeven en fungeert daardoor min of meer als onderdeel van het huis. De aangrenzende moestuin is aan de noordzijde door een muur afgescheiden, terwijl de zuidzijde open is gebleven en, althans in de jaren dertig, aan een heidetuin grensde. Ook de uitgang in de zuidgevel komt eerst uit op een overdekte inpandige veranda voordat de werkelijke openheid van het terrein kon worden ervaren. Het werk van Eschauzier kenmerkt zich door de individualiteit van het ontwerp. Hij ontwierp op basis van gezinssamenstelling en de omstandigheden van het terrein waarop het huis gebouwd moest worden.

Omschrijving

Een op enige afstand van de openbare weg gelegen VILLA, te bereiken via een lange oprijlaan. De villa bestaat uit één bouwlaag onder een met riet gedekt zadeldak en heeft een T-vormige plattegrond. Het hoofdvolume is in oost-westelijke richting geplaatst, terwijl een iets kleiner bouwvolume links van het midden haaks daarop is gezet. Beide bouwvolumes zijn onder een rieten zadeldak gevat. De nok van het kleinere bouwvolume is iets lager dan de nok van het hoofdvolume. Een deels ommuurde moestuin, ten westen van het huis, is geïntegreerd in de plattegrond.

De massief ogende gevels zijn wit bepleisterd, waarin op onregelmatige wijze stalen één-, twee- of drielichtsvensters zijn gezet. De vensters hebben over het algemeen glas-in-loodramen met een diagonale of rechtlijnige indeling gekregen. Uitzondering hierop vormt een groot stalen achtruitsvenster in de zuidgevel dat geen glas-in-lood indeling heeft gekregen. Opmerkelijk detail is de lichte uitzwenking van de lange gevelzijden onder de dakrand.

De brede zuidgevel van het hoofdvolume kenmerkt zich door een rechts van het midden geplaatste inpandige veranda waarvoor een terras is gelegen. Links hiervan bevindt zich een groot achtruitsvenster en rechts is een glas-in-lood venster. De oostelijke zijgevel heeft in de eerste bouwlaag een tweelichtsvenster dat rechts van de middenas geplaatst is. In de verdieping bevindt zich een breder tweelichtsvenster. De westelijke zijgevel heeft in de eerste bouwlaag twee symmetrisch geplaatste vensters en in de verdieping een venster conform het venster in de verdieping van de oostelijke zijgevel. In de westelijke gevel van het kleinere bouwvolume is de hoofdingang geplaatst. Deze bevindt zich geheel rechts onder een met pannen gedekt lessenaarsdakje. Geheel links bevindt zich de garage die sinds 1982 als werkkamer is ingericht. De garagedeuren zijn vervangen door een samengesteld twaalfruitsvenster. In de oostgevel zijn drie vensters geplaatst. Geheel rechts springt de gevel schuin naar binnen toe. De achtergevel is geheel blind. De villa is te bereiken via de hierboven genoemde oprijlaan die langs de moestuinmuur loopt (rechts) en eindigt op een eveneens gedeeltelijk ommuurde plaats of voorplein. Aan dit voorplein is de voormalige garage gelegen. Rechts van de garage loopt een gemetselde, achttredige trap langs de westgevel en komt uit op een lager gelegen plaats. De trap leidt langs een getoogde nis die uitkomt in de keuken en oorspronkelijk bestemd was om bestellingen (melkflessen e.d.) in te zetten. Rechts hiervan bevindt zich een keukenvenster, een laag geplaatst venster ter verlichting van de keldertrap en de eerder genoemde hoofdingang. De plaats, waaraan de ingang gelegen is, sluit in westelijke richting aan op de eerder genoemde moestuin, die aan de noord- en westzijde door een hoge muur afgeschermd is. Aan de zuidzijde fungeert een lage muur (ong. 40 cm hoog) als afscheiding. De noordelijke tuinmuur ligt in het verlengde, maar niet aansluitend van de scheidingsmuur tussen de keuken en garage, terwijl de zuidelijke tuinmuur aansluit op de achtergevel van het hoofdvolume. Via een poort in de westelijke tuinmuur is het mogelijk de tuin te verlaten. Rechts van de poort bevindt zich een klein schuurtje onder een met pannen gedekt zadeldakje. Het interieur en de indeling verkeren nagenoeg in originele staat. In het hoofdvolume zijn de woonkamer en de hoofdslaapkamer ondergebracht. Beide ruimten worden door een gang van elkaar gescheiden die op de veranda uitkomt. De nog in originele staat verkerende woonkamer heeft een door de architect ontworpen houten cassettenplafond, met houten, vlakke panelen betimmerde wanden en een haardpartij met opslag voor hout in de zuidoosthoek. De houtopslag kan via een luik in de buitengevel bevoorraad worden. In de verdieping van het hoofdvolume bevindt zich een portaal, waaraan links een zolderruimte en rechts een logeerkamer zijn gelegen. In de kleinere bouwvolume zijn de functionele ruimtes (hal, keuken en garage) ondergebracht. De hoge hal, die centraal in de totale opzet van de plattegrond ligt, is voorzien van een halve verdieping waar zich een eethoek bevindt. Van hieruit geeft een deur toegang tot de keuken, terwijl een eikenhouten spiltrap met stalen buisleuning naar de verdieping leidt. De muur die de keuken van de voormalige garage scheidt is in 1982 van een doorgang voorzien. Hiervoor werd een in de muur geplaatste kast afgebroken. In de linkerhoek van de hal bevindt zich een trap naar een kleine kelderruimte.

Waardering

De villa aan de Peisenlaan is van architectuurhistorische waarde als voorbeeld van een nagenoeg volkomen gaaf bouwtype uit de jaren dertig. De plattegrond toont een moderne opzet, waarin de binnenruimten en buitenruimten in elkaar overlopen. Deze plattegrondopzet staat in contrast met de beslotenheid van de gevels. De individualiteit van het ontwerp is kenmerkend voor het werk van Eschauzier en is mede daarom van belang als onderdeel in het oeuvre van deze architect.

Overige gegevens

Oorspronkelijke functies

Hoofdfunctie Hoofdcategorie Subcategorie Functie Verbijzondering Toelichting
Ja Woningen en woningbouwcomplexen Woonhuis(K) Woonhuis

Bouwactiviteiten

Werkzaamheid Van Tot Nauwkeurigheid Toelichting
vervaardiging
1933
1933
exact

Bouwtypen

Hoofdcategorie Subcategorie Bouwtypen Toelichting
Woningen en woningbouwcomplexen Woonhuis(K) Villa

Bouwstijlen

Bouwstijl Zuiverheid Toelichting Rijksmonumentnummer
Functionalisme
stijlzuiver

Ambachten

Vakman Beroep Toelichting
Eschauzier, F.A. ; Utrecht
architect / bouwkundige / constructeur