Registergegevens

Monumentgegevens

Monumentnummer
511150
Inschrijving register
Kadaster deel/nr
82627/85
Kadastrale aanduiding
Bloemendaal A 10967
Bloemendaal A 10966
Koninginneduinweg 7, 2061 AM te Bloemendaal
Koninginneduinweg 7 A, 2061 AM te Bloemendaal

Omschrijving

Inleiding

VILLA "Dennenoord", in l902 gebouwd door architect J.A.G. van der Steur voor P.J.E. Lefèbvre. Het pand staat in één van de oudste villaparken van Noord-Holland, Duin en Daal, aangelegd vanaf l897. De villa is beeldbepalend gesitueerd halverwege het geaccidenteerde duinterrein, op de kruising van de Midden Duin en Daalseweg en de Koninginneduinweg, en wordt omgeven door een grote tuin. De villa is ontworpen in overgangsarchitectuur met elementen van Engelse landhuisstijl, Jugendstil, rationalisme en Italiaanse bouwkunst.

N.B. Het pand verkeert nog grotendeels in oorspronkelijke staat. In l9l9 heeft het aan de achterzijde op de begane grond een kleine uitbouw verkregen en in l990 is het in twee woningen gesplitst waarbij de oorspronkelijke indeling grotendeels bewaard gebleven is. Het bijbehorende koetshuis, gelegen aan de overzijde van de Midden Duin en Daalseweg (no.9), is in l953 tot woonhuis verbouwd en valt buiten de bescherming.

Omschrijving

Villa Dennenoord heeft een samengestelde plattegrond met in het midden een grote hal waaromheen naar Engels voorbeeld verschillende vertrekken voor verschillende functies zijn gegroepeerd.

Het pand bestaat uit twee bouwlagen onder een groot afgeknot schilddak, waarin kleinere daken van enkele uitspringende bouwonderdelen zijn ingelaten. Het platte gedeelte van het dak is bedekt met zink; de overige dakschilden met rode kruispannen. De daken hebben een omlopende goot op klossen en worden op meerdere plaatsen doorbroken door hoog opgaande schoorstenen die nog de oorspronkelijke detaillering en de aardewerken schoorsteenpotten bezitten.

De villa is opgetrokken uit baksteen, witgepleisterd met uitzondering van de strekken, de segmentboogvormige omlijstingen van deuren en vensters en de terrasmuren. De baksteen wordt afgewisseld met natuursteen voor enkele constructieve en decoratieve onderdelen.

Het merendeel van de deuren en ramen was oorspronkelijk voorzien van luiken; het kozijnhout is groen geschilderd, het raamhout oorspronkelijk oker, tegenwoordig crèmekleurig.

De woon/eetvertrekken zijn naast elkaar gelegen aan de zijde van de Midden Duin en Daalseweg, op het oosten, en wel van zuid naar noord beschouwd: de oorspronkelijke eetkamer, salon en woonkamer. De gevel aan deze zijde heeft een symmetrische indeling met op de begane grond vijf gelijkvormige segmentbogen van ongepleisterde baksteen met natuurstenen hoekstukken, links en rechts ter bekroning van een dubbele openslaande deur met een raam aan weerszijden; alle voorzien van bovenlichten, die eveneens segmentboogvormig aan de bovenzijde worden afgesloten.

De drie tussengelegen segmentbogen zijn boogopeningen - rustend op natuurstenen zuilen met kapitelen voorzien van plantaardige motieven - , die toegang geven tot een loggia. Het teruggelegen gevelvlak opent op de loggia met een dubbele deur en raam aan weerszijden; alle voorzien van bovenlichten.

Het dak van de loggia fungeert als balkon voor de verdieping, afgesloten in het vlak van de oostgevel met een natuurstenen balustrade voorzien van een ijzeren hek met Jugendstil-detaillering. Deze balustrade wordt recht boven de zuilen op de begane grond en aan de zijkanten doorbroken door een natuurstenen basement waarop houten schoren zijn geplaatst ter ondersteuning van het dakschild dat als overkapping van het balkon ver naar beneden is doorgetrokken. Op het balkon opent in het midden een dubbele deur met vensters, identiek aan de recht daaronder gelegen deur-en-venster-combinatie op de begane grond.

Het over de gehele oostgevel geplaatste balkon bevat links en rechts loggia's. Het gevelvlak boven de segmentboogvormige deur/vensterpartijen links en rechts op de begane grond is naar boven verlengd en wordt ter hoogte van het balkon c.q. de loggia's doorbroken door openingen die met een identieke segmentboogvorm worden afgesloten. Zoals de onderliggende kozijnen de boogopening onderverdelen met een verticale en horizontale geleding, zo hebben de openingen van de loggia's op de verdieping een gelijksoortige geleding verkregen, met twee natuurstenen zuilen op een basement, welke in de natuurstenen onderdorpel is ingelaten en aan de onderzijde is voorzien van beeldhouwwerk in de vorm van een draak. Aan de bovenzijde worden de zuilen bekroond door een verticaal geplaatste steen die ingelaten is in de strek; de zuilen worden door middel van een liggende steen met de zijkanten van de boogopening verbonden. Onder de linker opening is een tegeltableau geplaatst met daarop onder meer de naam van het huis: "Dennenoord" in gele letters op een blauwe ondergrond. In het teruggelegen gevelvlak achter deze boogopeningen opent een dubbele deur met bovenlicht op het balkon c.q. loggia.

Boven de linker opening is het gevelvlak verder naar boven doorgetrokken en gaat over in een torenvormige uitbouw die het grote schilddak doorbreekt. De toren wordt afgedekt door een flauw hellend schilddak en heeft in het voorgevelvlak (oost) direct onder de dakrand een vensterstrook met vier ramen en, ter decoratie, drie hardstenen blokjes daaronder. Links en rechts van deze strook, op de hoeken van de toren, lopen vanaf de dakrand twee lisenen naar beneden, tot aan het hoogste punt van de segmentboog van de onder gelegen verdieping. De lisenen rusten aan de onderzijde op een natuurstenen kraagsteen. Een dergelijke liseen is ook te vinden bij de torenvormige uitbouw aan de noordzijde. In het rechter deel van de oostgevel wordt het balkon door hetzelfde ver naar beneden doorgetrokken dakschild afgedekt als boven het middendeel is aangebracht. Dit dakschild bevat zowel in het midden als rechts een dakkapel onder zadeldak met overstek, elk voorzien van drie zesruitsramen en verticaal houten beschot in de geveltop.

Het balkon heeft in de zuidgevel nog een kleine boogopening en in de noordgevel een grote opening, dichtgezet met een ijzeren hek, vanwaar een trap gevat tussen bakstenen borstweringen met natuurstenen afdeklijsten naar beneden leidt naar het terras aan de oostzijde.

De noordgevel heeft voorts van links naar rechts (oost-west): op de begane grond een vensterpartij onder segmentboog en bekroond door een pergola; op de verdieping een kruisvormig raam; rechts hiervan de torenvormige uitbouw op trapeziumvormig grondvlak die het schilddak doorbreekt en met een steil schilddak wordt afgesloten waarvan de nokhoeken met zinken kruisbloemen worden bekroond. Deze uitbouw heeft zowel op de begane grond, als op de verdieping en ter hoogte van de kap een vensterstrook die over de drie gevelvlakken van de toren loopt (noord, noordwest, en west). Onder de bovenste strook zijn dezelfde stenen blokjes aangebracht als bij de zuidwestelijke toren zijn beschreven.

In het noordelijke vlak bevinden zich zowel op de begane grond als op de verdieping twee ramen met bovenlichten, ter hoogte van de kap vier ramen zonder bovenlicht; in het schuine vlak op het noordwesten op de begane grond een deur met tweeruitsbovenlicht, op de verdieping en in de kap twee ramen respectievelijk met en zonder bovenlicht; en tot slot in het westelijk vlak op de begane grond en op de verdieping een raam met bovenlicht en ter hoogte van de kap een raam zonder bovenlicht. De ingangspartij op de begane grond wordt afgedekt door een luifel bedekt met leien en rustend op houten schoren.

Het teruggelegen gevelvlak rechts van de torenvormige uitbouw heeft opnieuw een vensterpartij onder segmentboog op de begane grond en een kruisvormig schuifraam op de verdieping.

De zijgevel aan de zuidzijde heeft drie gelijkvormige vensterassen naast elkaar; de linker, meest westelijk gelegen, in een teruggelegen gevelvlak, waarin tevens nog een klein getralied venster is aangebracht. In het midden tussen de andere twee assen is een tegeltableau geplaatst - voorzien van Jugendstil-cijfers - dat fungeert als zonnewijzer. Boven de middelste vensteras is het gevelvlak hoger opgetrokken, doorbreekt de dakrand en wordt afgesloten door een zadeldak met overstek dat in het grote schilddak is ingelaten; de zo gevormde dakkapel heeft in de geveltop te midden van houten beschot twee achtruitsramen met aan weerszijden een vierruitsraam.

De achtergevel (west) heeft links en rechts een naar voren springend gedeelte; het linker heeft op de verdieping een smal schuifraam. Op de begane grond zijn tegen deze bouwvolumen uitbouwtjes geplaatst onder lessenaarsdak; het linker (noord) heeft nog de oorspronkelijke rode kruispannen en diende oorspronkelijk als opslag van brandstoffen, het rechter als schuurtje. In de westgevel hebben deze uitbouwtjes een deur met een raam aan weerszijden (In de linker uitbouw is de deur onlangs - l990 - verplaatst naar de noordzijde). Het teruggelegen middendeel bevat een groot door roeden onderverdeeld kozijn met glas-in-lood ter verlichting van het achtergelegen trappenhuis. De kap hierboven heeft eveneens een groot kozijn en bevatte in oorsprong ook ten behoeve van de lichttoetreding in het trappenhuis een in de zoldervloer aangebrachte koepel van glas-in-lood (thans verdwenen).

Op de begane grond is tegen het middendeel in l9l9 een dienstbodenzitkamer gebouwd. Daarachter zijn deur en venster van de oorspronkelijke achtergevel nog bewaard gebleven. Tussen dit uitgebouwde middendeel - waarin in l990 de entree is gemaakt tot de afgesplitste woning in het zuidelijk deel van de villa - en de voormalige brandstoffenbergplaats links daarvan, bevindt zich nog een raam.

De indeling van het interieur is grotendeels bewaard gebleven, evenals de daarin aangebrachte betimmering, in de hal daterend uit de bouwtijd, l902, in de woonvertrekken aan de oostzijde uit ca. l915. Van bijzondere waarde is het fraai gedetailleerde trappenhuis, in de sobere versie van de Jugendstil, en het grote glas-in-lood venster in de westgevel waardoor dit wordt verlicht. In de badkamer, in de noordelijke torenuitbouw, is een stenen bad en betegeling uit de jaren dertig bewaard gebleven.

Waardering

Villa Dennenoord uit 1902 is van algemeen belang wegens architectuur- en cultuurhistorische waarde als representatief voorbeeld van een villa gebouwd in het begin van de 20ste eeuw, waarin onder meer elementen van Engelse landhuisstijl zijn gecombineerd met Jugendstil-vormen en met invloed van het rationalisme en van Italiaanse bouwkunst; als representatief voorbeeld van het werk van architect J.A.G. van der Steur; vanwege de gaafheid van hoofdvorm, detaillering en het toegepaste materiaal.

De villa heeft ensemblewaarde als beeldbepalend gesitueerd onderdeel van één van de oudste villaparken van Noord-Holland, Duin en Daal, een villapark waarvan bovendien de structuur en aanleg grotendeels gaaf bewaard gebleven zijn.

Overige gegevens

Oorspronkelijke functies

Hoofdfunctie Hoofdcategorie Subcategorie Functie Verbijzondering Toelichting
Ja Woningen en woningbouwcomplexen Woonhuis(K) Woonhuis

Bouwactiviteiten

Werkzaamheid Van Tot Nauwkeurigheid Toelichting
vervaardiging
1902
1902
exact
Oorspronkelijke bouwjaar

Bouwtypen

Hoofdcategorie Subcategorie Bouwtypen Toelichting
Woningen en woningbouwcomplexen Woonhuis(K) Villa

Bouwstijlen

Bouwstijl Zuiverheid Toelichting Rijksmonumentnummer
n.v.t.
niet van toepassing

Ambachten

Vakman Beroep Toelichting
Steur, A. van der ; Noord-Holland
architect / bouwkundige / constructeur