Registergegevens

Monumentgegevens

Monumentnummer
511275
Inschrijving register
Kadaster deel/nr
82841/60
Internationaal kenteken
Ja
Kadastrale aanduiding
Laren Noord-Holland F 2024
Brink 33, 1251 KT te Laren

Omschrijving

Inleiding

PASTORIE, behorend bij de basiliek St. Jan de Doper. De pastorie werd gebouwd in omstreeks 1924 naar ontwerp van architect H.F. Smit in een traditionele bouwtrant (Interbellum-architectuur). De pastorie is gesitueerd aan de oostzijde van de Brink, ten zuiden van het voorplein van de kerk, en vormt tezamen met de kerk (Brink 31), een voormalig klooster (Brink 29) en een voormalige meisjesschool (Brink 27) een monumentale wand langs de oostzijde van de Brink.

Omschrijving

Pastorie, gebouwd op rechthoekig grondplan, bestaande uit twee bouwlagen onder een schilddak met rode Hollandse pannen. De noklijn is oost-westgericht en wordt op de hoeken doorsneden door een vierkante bakstenen schoorsteen. In het dak zijn vier houten dakkapellen aangebracht onder ingestoken schildeind, voorzien van kleine rechthoekige houten vensters met zesruits-roedenverdeling. Het pand is opgetrokken in gele baksteen boven een plint in rode baksteen, beide gemetseld in kettingverband en afgewerkt met een platte voeg. De plint wordt afgesloten door een uitgemetselde streklaag. De gevels hebben een asymmetrische indeling. Tenzij anders vermeld, bevatten de vensterassen een rechthoekig houten kruisvenster met bakstenen lekorpels. De kruisvensters hebben draairamen in de onderste delen en bovenlichten met een meerruits-roedenverdeling (negenruits- op de begane grond, zesruits- op de eerste verdieping); tussen de roeden zijn glas-in-loodruitjes aangebracht. De gevel wordt afgesloten door drie baksteenbanden in verticaal metselwerk en een breed dakoverstek met houten bakgoot.

De asymmetrisch ingedeelde voorgevel (N) is de noordelijke langsgevel die grenst aan het voorplein van de kerk. De voorgevel heeft een breedte van zes vensterassen. De nadruk ligt op de tweede as van rechts, gevat in een licht risalerend geveldeel dat wordt afgesloten door een puntgevel onder ingestoken zadeldak. Dit geveldeel bevat op de begane grond de entree, bestaande uit een rondboogvormige eiken paneeldeur met glas-in-lood boven- en zijlichten. De voordeur is bereikbaar via twee bakstenen treden. De rondboogvormige omlijsting is uitgevoerd in baksteen met op de constructieve punten gefrijnde blokken van rode zandsteen. Boven de voordeur bevindt zich op de eerste verdieping een in rode zandsteen uitgevoerde driezijdige erker met de glas-in-loodramen van het trappenhuis. De erker wordt afgesloten door houten bakgoot en een driezijdig koperen dak. In de topgevel is een klein driehoekig venster aangebracht. Rechts van het risaliet bevindt zich een geveldeel ter breedte van één vensteras, die zowel op de begane grond als eerste verdieping een kruisvenster bevat. Links van het risaliet bevindt zich een geveldeel ter breedte van vier vensterassen. Op de begane grond bevatten drie vensterassen een kruisvenster en de vierde as, geheel links, wordt in beslag genomen door het tussenlid dat de pastorie met de kerk verbindt. Op de eerste verdieping bevatten drie vensterassen een kruisvenster; de vierde as, geheel links, bevat een rechthoekig venster met zesruits-bovenlicht.

De rechterzijgevel (W), de westelijke kopgevel aan Brink, heeft een breedte van twee vensterassen. De nadruk ligt op de rechteras die is opgenomen in een risalerend geveldeel met topgevel onder een ingestoken, samengesteld dak. Dit risaliet bevat op de begane grond een driezijdige erker op trapeziumvormig grondplan. De erker heeft in de twee schuine zijden een rechthoekig draaivenster met negenruits-bovenlicht, in de voorzijde een kruisvenster. De erker wordt afgesloten door een plat dak annex balkon, met een opengewerkte bakstenen borstwering. Op de eerste verdieping van het risaliet bevinden zich drie vensterassen, van elkaar gescheiden door muurdammen in baksteen en zandsteen en gekoppeld door een houten luifel met twee koperen afdekstukken boven de muurdammen. De drie vensterassen bevatten een balkondeur met zesruits-bovenlicht met aan weerszijden een rechthoekig vensters met zesruits-bovenlicht. Het risaliet wordt afgesloten door een puntgevel waarin een klein driehoekig venster is aangebracht. Links van het risaliet bevindt zich een geveldeel ter breedte van één vensteras, dat zowel op de begane grond als op de eerste verdieping een rechthoekig venster met driedeling bevat, met in de onderste delen drie draairamen en in de bovenste delen drie negenruits-bovenlichten.

De achtergevel (Z) heeft een breedte van zeven vensterassen. De eerste, vijfde en zesde as van links bevatten zowel op de begane grond als eerste verdieping een kruisvenster. De tweede, derde en vierde as bevatten zowel op de begane grond als eerste verdieping een smal rechthoekig venster met meerruits-bovenlicht. De zevende as, geheel rechts, wordt afgesloten door een puntgevel onder ingestoken zadeldak. Deze as bevat op de begane grond een driezijdige erker als aan de westelijke kopgevel, eveneens met plat dak en bakstenen borstwering. Op de eerste verdieping bevindt zich een kruisvenster. In de topgevel is een klein driehoekig venster aangebracht. Rechts van de achtergevel bevindt zich een uitgebouwde tuinkamer op rechthoekige grondslag, ter hoogte van één bouwlaag, onder een plat dak. Aan de zuidzijde heeft de tuinkamer een rechthoekig houten venster met driedeling en negenruitsbovenlichten boven het middenkalf.

De linkerzijgevel (O), de oostelijke kopgevel, is op de begane grond over de gehele breedte voorzien van eenlagige uitbouwen. Links bevindt zich de tuinkamer met plat dak en bakstenen bosrstwering erop. De tuinkamer heeft een breedte van twee vensterassen. De linkeras bevat twee openslaande tuindeuren met negenruits-bovenlichten en aan weerszijden een zijvenster met dezelfde bovenlichten, de rechteras is iets teruggelegen en bevat een rechthoekige deur met twaalfruits-bovenlicht. Rechts van de tuinkamer bevindt zich een tweede uitbouw die is vastgebouwd aan de tuinkamer. Deze eveneens eenlagige uitbouw heeft een breedte van vijf vensterassen, waarvan er vier een vierruitsvenster met vierruits-bovenlicht bevatten en één, de tweede as van links, een rechthoekige deur met achtruits-bovenlicht. Op de eerste verdieping heeft de linkerzijgevel een breedte van drie vensterassen, waarvan de twee buitenste een kruisvenster bevatten en de middelste een in een rondboogvormig portiek gelegen balkondeur met achtruits-bovenlicht.

Geheel rechts aan de oostelijke kopgevel bevindt zich het tussenlid dat pastorie en kerk verbindt. Dit eenlagig tussenlid is gebouwd op rechthoekig grondplan onder een schilddak met rode Hollandse pannen. De noklijn van het tussenlid is oost-westgericht. Aan de tuinzijde van de pastorie bevinden zich de zuid- en de oostgevel: de zuidgevel bevat twee kruisvensters, de oostgevel twee openslaande deuren met meerruits-roedenverdeling. Aan de zijde van het voorplein van de kerk, de westzijde, bevat de gevel twee kleine vensters en een deur. Aan de noordzijde is het tussenlid verbonden met de kerk.

Het interieur van de pastorie is nog grotendeels intact, zowel wat betreft de ruimtelijke indeling als diverse detailleringen. Het interieur bevat onder andere nog de oorspronkelijke hal en gang met tegelvloer, bestaande uit doffe zwarte, rode en witte tegels in een patroon van vierkanten en kruisvormen en lambrizeringen. De lambrizering in de gang heeft een hoogte van circa een meter en is bekleed met beige en zachtgroene geglazuurde tegels. In de hal is een lambrizering met staande panelen aangebracht. De deuren in het interieur zijn nog vrijwel alle oorspronkelijk en bestaan uit paneeldeuren met eenvoudig geprofileerde houten deuromlijstingen. Tussen de hal en de voordeur bevindt zich een tochtportaal, afgesloten door twee houten klapdeuren met glas-in-loodruiten. In de grote voorkamer, aan de westzijde van het pand, is het oorspronkelijke plafond teruggebracht, bestaande uit een cassetteplafond met gestucte cassettes tussen houten ribben voorzien van een peerkraalprofiel. Bij de erker is een onderslagbalk aangebracht met geprofileerde sleutelstukken.

Waardering

De pastorie is van algemeen belang als gaaf bewaard voorbeeld van een uit het Interbellum daterende religieuze dienstwoning in traditionele bouwtrant. Daarnaast heeft de pastorie situationele en ensemblewaarde vanwege de stedebouwkundig markante situering aan de oostzijde van de Brink, tezamen met de St. Jansbasiliek (Brink 31), het voormalige klooster (Brink 29) en de voormalige meisjesschool (Brink 27).

Overige gegevens

Oorspronkelijke functies

Hoofdfunctie Hoofdcategorie Subcategorie Functie Verbijzondering Toelichting
Ja Religieuze gebouwen Kerkelijke dienstwoning Pastorie(F)

Bouwactiviteiten

Werkzaamheid Van Tot Nauwkeurigheid Toelichting
vervaardiging
1924
1924
exact

Bouwstijlen

Bouwstijl Zuiverheid Toelichting Rijksmonumentnummer
Interbellum-architectuur
invloeden

Ambachten

Vakman Beroep Toelichting
Smit, H.F. ; Noord-Holland
architect / bouwkundige / constructeur