Registergegevens

Monumentgegevens

Monumentnummer
511277
Inschrijving register
Kadaster deel/nr
82841/144
Kadastrale aanduiding
Laren Noord-Holland C 1584
Laren Noord-Holland C 1583
Engweg 2, 1251 LL te Laren
Velthuysenlaan 1, 1251 KK te Laren
Velthuysenlaan 3, 1251 KK te Laren

Omschrijving

Inleiding

ATELIERWONING, met twee ateliers, gebouwd in 1911 naar ontwerp van architect A.J. Kropholler in een bouwtrant die refereert aan de Cottage-stijl. Het vrijstaande pand is gelegen op de hoek van de Velthuysenlaan en de Engweg; aan de noordzijde bevinden zich de twee kopgevels van de ateliers met elk een groot ateliervenster.

Het pand is in twee fasen tot stand gekomen. Het gedeelte aan de Engweg is in 1911 naar ontwerp van A.J. Kropholler gebouwd. De twee ingangen en het rechter atelier aan de Velthuysenlaan zijn in 1916 aangebouwd door houthandel L. van Dijk (Laren), in opdracht van beeldhouwer Mendes da Costa. Het tweede atelier werd speciaal gebouwd voor het maken van het beeldhouwwerk van Generaal de Wet op de Hoge Veluwe. Het woonhuis is in 1940 uitgebreid door architect W. Hamdorff. Het beeldhouwwerkje op de topgevel van de entree is gemaakt door Han Wezelaar. Oorspronkelijk stond hier een beeld van een vrouwenfiguur, gemaakt door Mendes da Costa.

In 1984 en 1988 hebben verbouwingen aan het pand plaatsgevonden, onder leiding van architect Van der Pol. Daarbij werden onder andere in de niet oorspronkelijke westgevel van het woonhuis/atelier twee sets terrasdeuren aangebracht, elk bestaande uit stolpende, openslaande deuren met achtruits-roedenverdeling met drieruits-zijlichten en een liggend bovenlicht.

N.B. De westgevel van het woonhuis/atelier met de dubbele terrasdeuren valt buiten de bescherming.

Omschrijving

Vrijstaand pand op L-vormige plattegrond, met een hoogte van één bouwlaag (twee woonlagen) onder een samengesteld rieten zadeldak met rode nokvorsten. De kap bestaat uit twee parallel lopende zadeldaken, met noklijnen evenwijdig aan de Engweg. De meest westelijke kap dekt het bouwdeel uit 1916 en is korter dan de oostelijke kap. De oostelijke kap is aan de zuidzijde geknikt. Alle topgevels zijn afgewerkt met knelplanken. Op de zuidwesthoek van het woonhuis en in de knik van de zuidgevel zijn schoorstenen aan te treffen, evenals op de nok van het westelijke atelier. Het pand is opgetrokken uit een grauwe baksteen, deels met gesinterde koppen. Het linkerdeel van de oostgevel is gemetseld in kruisverband, de overige muurdelen in halfsteensverband. De vensters zijn onder en boven afgewerkt met een rollaag; tussen het venster en de rollaag bevindt zich een terugliggende platte laag. De houten kozijnen waren in oorsprong okerkleurig geschilderd, het raamhout wit. De onder- en bovendorpels van de oorspronkelijke kozijnen zijn voorzien van doorlopende oren.

De voorgevel (O) aan de Engweg bevat ongeveer in het midden een kleine portaal-achtige uitbouw met de entree. Deze eenlagige uitbouw heeft een rechthoekig grondplan en wordt afgesloten door een klein rieten zadeldak met noklijn haaks op de Engweg. De entree bestaat uit een houten deur met kruisraam en een glazen afdak op eenvoudige schoren. Voor de deur ligt een tegelstoep in dambordpatroon met rand van gele klinkers. De kleine topgevel heeft een op een hardstenen kraagsteen rustende bakstenen makelaar met sierankers; de makelaar dient als console voor een beeldhouwwerk, bestaande uit een man met korenschoof en lam. Links van de entree-uitbouw bevindt zich een liggend drielichts-venster, waarvan het middelste kozijn een draairaam bevat. Geheel links in de voorgevel bevindt zich een klein rechthoekig venster.

De symmetrisch opgezette rechterzijgevel is de noordgevel. Deze gevel bevat de twee topgevels van de ateliers, verbonden door een tussenlid. De topgevels kragen iets uit (op bakstenen schouderstukken) en bevatten vergelijkbare ateliervensters, die echter verschillen qua detaillering en kozijnzwaarte. De linkertopgevel is bovendien voorzien van een klein zoldervenster met kruisroeden en dorpel-oren. Het ateliervenster in de linker topgevel bevat een drielichts-venster, waarvan de drie kozijnen elk een zesruits-roedenverdeling hebben. Dit venster wordt bekroond door een liggend bovenlicht met vier ruiten. De bovendorpel heeft oren, waarboven de zolderbalken uit het muurwerk naar voren steken. De rechtertopgevel is wat eenvoudiger qua detaillering. Het iets terugspringende, eenlagig tussenlid op rechthoekig grondplan wordt afgesloten door een rieten zadeldak met noklijn haaks op de Engweg. De noklijn van het tussenlid ligt lager dan die van de ateliers. Het tussenlid bevat twee ingangen, elk met een houten onder- en bovendeur. Tussen de ingangen bevinden zich twee kleine gekoppelde zesruits-vensters. De gevel wordt afgesloten door een houten goot op drie ijzeren schoren, die tevens als afdak dient. Rechts van de noordgevel is een door een iets uitkragende rollaag afgesloten muur gebouwd die twee stolpende deuren bevat, voorzien van ijzeren gehengen.

De achtergevel (W) van het westelijke gelegen atelier is blind.

De achtergevel (W) van het oostelijke bouwvolume (woonhuis/atelier) bevatte in oorsprong een veranda onder geknikt rieten dak. In het dak bevindt zich een langgerekte dakkapel met glooiende killen en vijf vensterassen, waarvan er drie een draairaam met kruisroeden bevatten, de linkeras een drielichts-venster en de middenas een dubbel draairaam met kruisroeden. Links van dit geveldeel springt de gevel onder het geknikte dakschild iets terug. Dit gedeelte bevat een keukenvenster, bestaande uit een kruisraam met tweeruits-bovenlicht en links daarvan een deelbare deur met bovenlicht. Links van de keuken springt de gevel ca. 2 m terug, maar bevat een kleine uitbouw met houten goot onder een plat dak. Dit gedeelte bevat een venster met tralies.

De linkerzijgevel (Z) van de woning heeft op de begane grond een gekoppeld venster met twee kruisramen en is voorzien van opgeklampte luiken. Boven het venster zijn twee rondbogen in het metselwerk aangebracht. Ter hoogte van de balklaag bevinden zich drie sierankers. Op de verdieping bevindt zich een venster als op de begane grond, maar zonder luiken. Op de rechterhoek van deze gevel bevindt zich de ingebouwde schoorsteen, die reikt tot de noklijn. Het linkerdakschild is geknikt, oorspronkelijk ten behoeve van de veranda en was onder de knik voorzien van glaspanelen (thans metselwerk).

De linkerzijgevel (Z) van het atelier bevat een (niet oorspronkelijke, niet beschermde) houten uitbouw en een (niet oorspronkelijk) excentrisch geplaatst venster op de verdieping. Het rechterdakschild is geknikt.

De gevel van het tussenlid bevat twee rechthoekige venster met tralies.

Waardering

Het pand is van algemeen belang uit typologisch oopunt en uit cultuur- en architectuurhistorisch oogpunt als vroeg voorbeeld van een atelierwoning in het Gooi uit het tweede decennium van de 20ste eeuw, opgetrokken in een bouwtrant die refereert aan de Cottage-stijl. Daarnaast is het pand van belang als onderdeel uit het oeuvre van architect A.J. Kropholler.

Overige gegevens

Oorspronkelijke functies

Hoofdfunctie Hoofdcategorie Subcategorie Functie Verbijzondering Toelichting
Ja Woningen en woningbouwcomplexen Werk-woonhuis Atelierwoning

Bouwactiviteiten

Werkzaamheid Van Tot Nauwkeurigheid Toelichting
vervaardiging
1911
1911
exact

Bouwstijlen

Bouwstijl Zuiverheid Toelichting Rijksmonumentnummer
Heroriëntatie op tradit. bouwwijzen
invloeden
elementen Cottage-stijl

Ambachten

Vakman Beroep Toelichting
Kropholler, A.J. ; Noord-Holland
architect / bouwkundige / constructeur