(Op de bijbehorende kaart aangegeven met nr.4) KOETSHUIS. Links aan het rechthoekige plein voor het hoofdgebouw staat een koetshuis en stalgebouw uit 1702 met als pendant een gelijkvormige oranjerie uit hetzelfde bouwjaar. Het op rechthoekige grondslag opgetrokken koetshuis bestaat uit één bouwlaag onder een met pannen gedekt dubbel zadeldak met afgevlakte topgevels, waarin een rond kijkgat is uitgespaard. Het gebouw is tweebeukig met oorspronkelijk aan de noordzijde het koetshuis met tuigenkamer en aan de zuidzijde de stal. In het verlengde van het koetshuis de knechtenkamer; thans is deze kamer en de stal in gebruik als woning. De symmetrisch ingedeelde voorgevel heeft een middenpartij van drie traveeën geleed door vier geblokte pilasters en bekroond door een attiek. Twee meerruitsvensters flankeren een omlijste, originele toegangsdeur met halfrond bovenlicht waarin spaakroeden. De omlijsting is in het midden voorzien van rustica met ijspegel-effect (zg. congélations) en wordt bekroond door een decoratie in Lodewijk-XIV stijl. Oorspronkelijk waren het kalf en bovenlicht van de deuren uitneembaar om de planten naar binnen te kunnen brengen. De toegang wordt benadrukt door een zuilenportiek van de Toscaanse orde, dat in ca.1980 is gereconstrueerd. Aan weerszijden van de middenpartij een deur met bovenlicht voorzien van een stervormige roedenverdeling en een meerruitsvenster. De zuidgevel is in ca. 1960 gewijzigd toen het geschikt werd gemaakt voor twee woningen. De westgevel heeft links twee getoogde poorten met daarboven een getoogd hooiluik en rechts twee vensters. De oostgevel heeft op de begane grond twee meerruitsvensters, waarvan één schijnvenster, en twee verdiepingsvensters. In het INTERIEUR is ondermeer van belang de originele betimmeringen in het koetshuis.

Waardering KOETSHUIS van algemeen belang

- vanwege de ouderdom;

- vanwege de sober architectonische vormgeving met een zuilenportiek;

- als karakteristiek en functioneel onderdeel van een buitenplaats;

- vanwege de ensemblewaarde;

- vanwege de functioneel-ruimtelijke relatie met de andere onderdelen van de buitenplaats.