Registergegevens

Monumentgegevens

Monumentnummer
512723
Inschrijving register
Kadaster deel/nr
82819/49
Kadastrale aanduiding
Soest K 3840
Steenhoffstraat 46, 3764 BM te Soest

Omschrijving

Inleiding

In opdracht van het rooms-katholieke kerkbestuur heeft A. C. Bleys uit Hoorn in 1867 op een perceel langs de westzijde van de Steenhoffstraat een GESTICHTSGEBOUW met HEKWERK ontworpen voor de opvang voor bejaarden, dat ten zuidwesten ligt van de R.K. Kerk. Bleys was een zeer korte tijd als tekenaar in dienst van het architectenbureau van P.J.H. Cuypers, waarna hij een eigen praktijk in Hoorn opzette waar onder meer Jan Stuyt en Willem Kromhout werkzaam zijn geweest. Het gestichtsgebouw is één van de weinige uitgevoerde ontwerpen van Bleys buiten de provincie Noord-Holland.

De voorgeschiedenis van het gesticht laat zien dat de opdrachtgever in eerste instantie een omvangrijker gebouw wilde, waarin verschillende functies zoals een bewaarschool, een weeshuis een huis voor oude mannen en vrouwen en een klooster voor de zusters ondergebracht konden worden. Latere voorstellen worden steeds soberder en kleiner. Uiteindelijk werden in het gebouw slaapzalen voor oude mannen, oude vrouwen en voor de zusters, een (naai)school, een ziekenzaal, eetzalen, twee ruimten met zitplaatsen en een keuken ondergebracht. De eerste steen werd op 22 juli 1868 gelegd. Het gebouw heeft thans een multifunctionele bestemming.

N.B. De aanbouwen uit de jaren '80 van de 20ste eeuw aan de achterzijde vallen buiten de bescherming. Het interieur is in de loop der jaren diversen malen aangepast en veranderd.

Omschrijving

Een op enige afstand en evenwijdig langs de weg gelegen gestichtsgebouw voor de opvang en zorg van bejaarden annex (naai)school uit 1868 in neogotische stijl bestaat uit twee bouwlagen op nagenoeg rechthoekige plattegrond onder samengesteld met Hollandse pannen gedekt zadeldak. De in grauwe baksteen opgetrokken gevels hebben een iets uitkragende, hardstenen plint en zijn overwegend voorzien van spitsboogvensters met gietijzeren kozijnen, waarin tracering in gotische trant. De vensters hebben natuurstenen onderdorpels. Tussen beide spitsboogvensters bevinden zich kleine rozetvensters. Tussen de bouwlagen is een bloktandlijst gemetseld, terwijl onder de dakgoot een dubbele, uitkragende bloktandlijst is aangebracht. De elf traveëen lange voorgevel (oostzijde) heeft een middenrisaliet met ingangspartij en topgevelbekroning. De ingang bestaat uit een verdiept in de gevel gelegen dubbele deur met sierbeslag, waarboven een spitsboogvormig bovenlicht met figuratieve glas-in-lood invulling, voorstellende Jozef met kind. In de verdieping is een gekoppeld spitsboogvenster aangebracht met natuurstenen deelzuil. De topgevel heeft een spitsboogvormige nis waarin een zandstenen reliëf is aangebracht met de voorstelling van Maria en Jozef vluchtend uit Egypte. De drie buitenste traveeën hebben een lichte voorsprong en zijn door een topgevel met steekkap bekroond. De achtergevel wordt door latere aanbouwen grotendeels aan het oog onttrokken. De hoofdopzet van deze gevel is symmetrisch met een in het midden en op de hoeken geplaatste risalieten in de vorm van puntgevels onder steekkappen, waarvan de middelste een iets lagere nokhoogte heeft. Tegen de hoekrisalieten zijn in 1915 aanbouwen van één bouwlaag onder een plat dak gebouwd. Deze zijn later met een verdieping verhoogd. Tussen genoemde aanbouwen is in de jaren tachtig van deze eeuw een uitbreiding van één bouwlaag gebouwd. De beide zijgevels hebben een vergelijkbare opzet met een lengte van zeven traveëen. De middelste travee is geaccentueerd door middel van een puntgevel onder een steekkap en bevat op de begane grond met ingang, waarvan de indeling enigszins is gewijzigd. De plattegrondindeling verkeert voor een deel nog in de oorspronkelijke staat. Achter de entree ligt de vestibule met het trappenhuis. Links bevindt zich de voormalige ontvangstzaal en rechts de voormalige spreekkamer. Haaks achter de vestibule ligt een gang, waaraan oorspronkelijk de zogenaamde zalen met zitplaatsen, de refter, de keuken, een ziekenzaal en de school lagen. Op de verdieping lagen de slaapzalen.

Voor het gebouw ligt een voorplein. Het perceel wordt aan de straatzijde door middel van een lage muur met gemetselde pijlers, beide met ezelsrugbekroning, begrensd. Tussen de pijlers is op de lage muurtjes een ijzeren spijlenhek gezet.

Waardering

Het voormalige gestichtsgebouw voor bejaarden annex school met bijbehorend hekwerk is van algemeen belang vanwege de cultuur- en architectuurhistorische waarde als goed voorbeeld van een gestichtsgebouw in neogotische stijl uit het eind van de 19de eeuw en als vroeg bouwwerk in het oeuvre van architect A.C. Bleys. Tevens is het typologisch van belang als karakteristiek voorbeeld van 19de-eeuwse bejaardenzorg door rooms-katholieken. Het gestichtsgebouw met hekwerk is gaaf wat betreft de hoofdvorm en detaillering van het exterieur en heeft tevens de oorspronkelijke indeling behouden.

Overige gegevens

Oorspronkelijke functies

Hoofdfunctie Hoofdcategorie Subcategorie Functie Verbijzondering Toelichting
Ja Cultuur, gezondheid en wetenschap Gezondheidszorg Verzorgingstehuis (I03) Bejaardengesticht van de zusters van O.L.V.
Nee Voorwerpen op pleinen en dergelijke Erfscheiding(D) Hek

Bouwactiviteiten

Werkzaamheid Van Tot Nauwkeurigheid Toelichting
vervaardiging
1868
1868
exact

Bouwstijlen

Bouwstijl Zuiverheid Toelichting Rijksmonumentnummer
Neo-Gotiek
stijlzuiver

Ambachten

Vakman Beroep Toelichting
Bleys, A.C. ; Utrecht
architect / bouwkundige / constructeur
Rooms Katholiek Kerkbestuur ; Utrecht
opdrachtgever